Leertheorieën
Een historisch visie
§ Gedrag w beschouwd als reflexmatig
Er was telkens een stimulus die ervoor ging zorgen dat een bepaalde respons ging
optreden – leren via conditionering
§ Hiërarchische visie
De nadruk lag op de anatomische structuren, vooral hersenen, die instaan voor het
controleren v bewegingen en het verwerken v informatie
§ Heterarhische visie: top-down approach, nadruk op interactie versch systemen
o Proces-georiënteerde benadering
• De processen die een rol spelen bij het tot stand komen v menselijk
motorisch gedrag
o Ecologische leertheorieën
• De omgeving speelt een belangrijke rol bij motorisch leren
Een reflexmatige visie
Behaviorisme
Zien van gedrag als reflexmatig: stimulus lokt respons uit
§ Klassieke conditionering
Het koppelen ve stimulus aan een gewenste respons
Bv. hond v Pavlov
§ Operante conditionering
Positieve bekrachtiging —> bekrachtigen v gedrag, waardoor het vaker optreedt
Bv. de skinner box
Negatieve bekrachtiging —> door bepaald gedrag een negatieve stimulus weghalen
Straf —> ongewenst gedrag elimineren
Secundaire conditionering —> een stimulus die samen met de bekrachtigde stimulus
optreedt, krijgt zelf bekrachtigende eigenschappen
Shaping —> gedrag w aangeleerd door steeds betere benaderingen v dit gedrag
selectief te bekrachtigen
-> deze visie heeft beperkte toepasbaarheid in domein v motorisch leren door:
§ Onvoldoende mogelijk tot verklaren leren nieuwe vaardigheden
§ Sterke nadruk omgeving en onvoldoende op interne processen
§ Succes conditionering is gekoppeld aan vaardigheid vd leerling
, Reflexmatige bewegingscontrole: het neurologisch substraat
Reflexmatig gedrag is stimulus – respons gedrag
-> ruggenmerg bezit enige vorm v autonomie: bep somatosensorische stimuli lokken via
neurale verbindingen snelle respons uit
Bv. pupilreflex: bij een luchtimpuls ga je je oog sluiten. Dit is onvrijwillig gedrag, treedt
relatief onmiddellijk na de stimulus op (direct gevolg) en zal altijd plaatsvinden bij deze
stimulatie
Hoewel reflexen onbewust en onvrijwillig lopen spelen ze een belangrijk rol bij gedrag dat als
vrijwillig kan gezien w
mono-synaptische stretch reflex. (bv voor kunnen rechthouden glas water)
Het gewicht vh glas water gaat een stretch-reflex uitlokken in
een spierspoeltje. Dit zal via het sensorisch neuron zorgen voor
een activatie vh alfa-motor neuron, wat op zijn beurt leidt tot
contractie vd spier. Om dit vloeiend te laten verlopen, is ook
reciproke inhibitie belangrijk. Wanneer een sensorisch neuron vd
mono-synaptisch reflexboog geactiveerd w, gaat er via een
inhiberend interneuron de activiteit vd antagonist geïnhibeerd w
= elementaire reflex (alle skeletspieren hebben)
Functionele reflexpatronen door samenwerking elementaire bogen
Poly synaptische reflex
Ook belangrijk voor controle bew
= alle reflexbogen die meer dan 2 neuronen omvatten bv inhiberend interneuron
Bv. terugtrekreflex: wanneer je je gaat branden aan een hete plaat, ga je je
hand terugtrekken. Meerdere spieren dragen hieraan bij. De terugtrekreflex
is opgebouwd uit meerder elementaire reflexen. De respons die we vertonen
is afhankelijk vd omstandigheden. Wanneer je met de achterkant v je hand de
plaat aanraakt, voer je een flexie uit met de elleboog. Wanneer de
vingertoppen de plaat aanraken, voer je een extensiebeweging uit met de
elleboog. De reactie die we vertonen w nt alleen bepaald door de plaats vd
aanraking, maar ook door de positie vd onderarm (pronatie, supinatie).
Proprioceptieve informatie over de positie vd onderarm heeft een
stimulerende of inhiberende werking op de verschillende reflexbogen
Een functionele reflex is een samenwerking tussen verschillende elementaire
reflexbogen die geactiveerd w door dezelfde prikkel. Deze samenwerking
geeft aanleiding tot een functionele en gedragsmatige respons.
Een historisch visie
§ Gedrag w beschouwd als reflexmatig
Er was telkens een stimulus die ervoor ging zorgen dat een bepaalde respons ging
optreden – leren via conditionering
§ Hiërarchische visie
De nadruk lag op de anatomische structuren, vooral hersenen, die instaan voor het
controleren v bewegingen en het verwerken v informatie
§ Heterarhische visie: top-down approach, nadruk op interactie versch systemen
o Proces-georiënteerde benadering
• De processen die een rol spelen bij het tot stand komen v menselijk
motorisch gedrag
o Ecologische leertheorieën
• De omgeving speelt een belangrijke rol bij motorisch leren
Een reflexmatige visie
Behaviorisme
Zien van gedrag als reflexmatig: stimulus lokt respons uit
§ Klassieke conditionering
Het koppelen ve stimulus aan een gewenste respons
Bv. hond v Pavlov
§ Operante conditionering
Positieve bekrachtiging —> bekrachtigen v gedrag, waardoor het vaker optreedt
Bv. de skinner box
Negatieve bekrachtiging —> door bepaald gedrag een negatieve stimulus weghalen
Straf —> ongewenst gedrag elimineren
Secundaire conditionering —> een stimulus die samen met de bekrachtigde stimulus
optreedt, krijgt zelf bekrachtigende eigenschappen
Shaping —> gedrag w aangeleerd door steeds betere benaderingen v dit gedrag
selectief te bekrachtigen
-> deze visie heeft beperkte toepasbaarheid in domein v motorisch leren door:
§ Onvoldoende mogelijk tot verklaren leren nieuwe vaardigheden
§ Sterke nadruk omgeving en onvoldoende op interne processen
§ Succes conditionering is gekoppeld aan vaardigheid vd leerling
, Reflexmatige bewegingscontrole: het neurologisch substraat
Reflexmatig gedrag is stimulus – respons gedrag
-> ruggenmerg bezit enige vorm v autonomie: bep somatosensorische stimuli lokken via
neurale verbindingen snelle respons uit
Bv. pupilreflex: bij een luchtimpuls ga je je oog sluiten. Dit is onvrijwillig gedrag, treedt
relatief onmiddellijk na de stimulus op (direct gevolg) en zal altijd plaatsvinden bij deze
stimulatie
Hoewel reflexen onbewust en onvrijwillig lopen spelen ze een belangrijk rol bij gedrag dat als
vrijwillig kan gezien w
mono-synaptische stretch reflex. (bv voor kunnen rechthouden glas water)
Het gewicht vh glas water gaat een stretch-reflex uitlokken in
een spierspoeltje. Dit zal via het sensorisch neuron zorgen voor
een activatie vh alfa-motor neuron, wat op zijn beurt leidt tot
contractie vd spier. Om dit vloeiend te laten verlopen, is ook
reciproke inhibitie belangrijk. Wanneer een sensorisch neuron vd
mono-synaptisch reflexboog geactiveerd w, gaat er via een
inhiberend interneuron de activiteit vd antagonist geïnhibeerd w
= elementaire reflex (alle skeletspieren hebben)
Functionele reflexpatronen door samenwerking elementaire bogen
Poly synaptische reflex
Ook belangrijk voor controle bew
= alle reflexbogen die meer dan 2 neuronen omvatten bv inhiberend interneuron
Bv. terugtrekreflex: wanneer je je gaat branden aan een hete plaat, ga je je
hand terugtrekken. Meerdere spieren dragen hieraan bij. De terugtrekreflex
is opgebouwd uit meerder elementaire reflexen. De respons die we vertonen
is afhankelijk vd omstandigheden. Wanneer je met de achterkant v je hand de
plaat aanraakt, voer je een flexie uit met de elleboog. Wanneer de
vingertoppen de plaat aanraken, voer je een extensiebeweging uit met de
elleboog. De reactie die we vertonen w nt alleen bepaald door de plaats vd
aanraking, maar ook door de positie vd onderarm (pronatie, supinatie).
Proprioceptieve informatie over de positie vd onderarm heeft een
stimulerende of inhiberende werking op de verschillende reflexbogen
Een functionele reflex is een samenwerking tussen verschillende elementaire
reflexbogen die geactiveerd w door dezelfde prikkel. Deze samenwerking
geeft aanleiding tot een functionele en gedragsmatige respons.