Motorisch leren HFST 2
Kenmerken v motorisch leren
1. Een proces, gn tijdsopname die leidt tot mogelijkheden om actie/bew op gecoordineerde
en efficiente manier uit te voeren -> tijdsverloop
2. Moet afgeleid w uit veranderingen in prestatie
indirect karakteriseren -> kan je niet meten
3. Volgt uit ervaringen -> niet elke ervaring -> afh van intrinsieke en extr factoren
(gebeurt nt spontaan in tegenstelling tot motorisch ontwikkeling waar dit wel spontaan
is)
4. Leidt tot stabiele gedragsveranderingen -> lange tijd aanwezig
Bv. rechtopstaand lopen, fietsen
We spreken pas v motorische geleerd wanneer gedragsveranderingen stabiel zijn en
aanhouden
Leren en geheugen
Leren geeft aanleiding tot het opslaan v informatie in het lange termijn geheugen
Expliciet/ declaratief Impliciet/ proceduraal
§ Bewust § Onbewust
§ Zeer verbaal § Kan je nt navertellen, maar wel tonen
§ Feiten en ervaringen w hier opgeslagen § Bv motorische vaardigheden
onderscheid gemaakt w tussen expliciet en impliciet leren
§ Expliciet: dingen leren die we willen opslagen in het geheugen —> accurate instructies
Bv. hoe een golfstick juist vasthouden: uitleggen in twee pendulums
Bij expliciet leren is het motorisch programma dat we proberen op te slagen heel
gevoelig voor stress op werk geheugen -> gebruik analogie
§ Impliciet: leren als een fenomeen om problemen op te lossen, gaat zelf zoeken hoe en
wat —> spontaan
Bv. probeer met de golfstick de bal zo ver mogelijk te laten vliegen
Veel variatie en exploratie -> trial and error
Motorisch leren vaststellen
afhankelijke variabele = het motorisch antwoord
moet valide en betrouwbaar zijn
experimentele manipulatie om effect van onafh variabele op motorisch antw te
bestuderen
onafh. Variabele = het al of niet geven van feedback
Motorisch antwoord:
§ Kan bestaan uit een gangpatroon, oogbewegingen, rechtstaan, posturale zwaai …
§ Prestaties soms geevalueerd met blote oog, soms nauwkeurige registratie
, § Prestatieveranderingen grafisch weergeven met prestatiecurve
o Maar niet altijd even goed door:
Prestatie op bep. moment (kan beinvloed zijn door neg effecten) ->
onderschatting
Overschatting
Prestatieplateau: foutief vermoeden v geen leerproces
Vaak obv gemiddelden (gn rekening met intra en interindividuele versch)
§ Leren = permanente verandering (scheiden van korte-termijn veranderingen)
o Een leervariabele leidt tot leren, ook in afwezigheid v deze variabele
o Een prestatievariabele beinvloed prestatie zolang hij aanwezig is maar leidt niet
tot leren
§ Nood aan een valide en betrouwbaar meetinstrument:
Score toekennen aan het gangpatroon
Fout meten
Kinematische beschrijving vd beweging
Krachtmating
Hoe gaan we vaststellen of motorisch leren heeft opgetreden?
Retentiedesign
= typisch onderzoek voor motorisch leren
§ Onderscheidt tss leersessie en retentiesessie (tijdelijke effecten scheiden van
permanente veranderingen)
§ Ingeofende vaardigheid wordt getest na oefenen voor bep tijdsinterval
§ We gaan zien of er na een bepaalde tijd van rust nog steeds verbeteringen zijn in
prestatie
Noodzakelijk voor een geslaagd retentiedesign:
§ Voldoende lang rustinval tussen de leer- en transfersessie
§ Kiezen ve gemeenschappelijke conditie
§ Toegevoegde feedback aanbieden
Wetenschappelijk experiment waarbij men ging kijken naar de effecten v transcraniale
elektrische stimulatie (TDCS)
§ Elektroden w op de schedel geplaatst en er w een klein elektrische stroom door de
hersenen gestuurd, die een invloed heeft op de elektrische activiteit vh hersenweefsel
§ W ook gebruikt bij verschillende psychiatrische aandoeningen
§ De taak die w gevraagd uit te voeren was een SEQTAP: met de vingers vd linkerhand zo
snel mogelijk een combinatie v vier toetsen op het toetsenbord aanslagen
Kenmerken v motorisch leren
1. Een proces, gn tijdsopname die leidt tot mogelijkheden om actie/bew op gecoordineerde
en efficiente manier uit te voeren -> tijdsverloop
2. Moet afgeleid w uit veranderingen in prestatie
indirect karakteriseren -> kan je niet meten
3. Volgt uit ervaringen -> niet elke ervaring -> afh van intrinsieke en extr factoren
(gebeurt nt spontaan in tegenstelling tot motorisch ontwikkeling waar dit wel spontaan
is)
4. Leidt tot stabiele gedragsveranderingen -> lange tijd aanwezig
Bv. rechtopstaand lopen, fietsen
We spreken pas v motorische geleerd wanneer gedragsveranderingen stabiel zijn en
aanhouden
Leren en geheugen
Leren geeft aanleiding tot het opslaan v informatie in het lange termijn geheugen
Expliciet/ declaratief Impliciet/ proceduraal
§ Bewust § Onbewust
§ Zeer verbaal § Kan je nt navertellen, maar wel tonen
§ Feiten en ervaringen w hier opgeslagen § Bv motorische vaardigheden
onderscheid gemaakt w tussen expliciet en impliciet leren
§ Expliciet: dingen leren die we willen opslagen in het geheugen —> accurate instructies
Bv. hoe een golfstick juist vasthouden: uitleggen in twee pendulums
Bij expliciet leren is het motorisch programma dat we proberen op te slagen heel
gevoelig voor stress op werk geheugen -> gebruik analogie
§ Impliciet: leren als een fenomeen om problemen op te lossen, gaat zelf zoeken hoe en
wat —> spontaan
Bv. probeer met de golfstick de bal zo ver mogelijk te laten vliegen
Veel variatie en exploratie -> trial and error
Motorisch leren vaststellen
afhankelijke variabele = het motorisch antwoord
moet valide en betrouwbaar zijn
experimentele manipulatie om effect van onafh variabele op motorisch antw te
bestuderen
onafh. Variabele = het al of niet geven van feedback
Motorisch antwoord:
§ Kan bestaan uit een gangpatroon, oogbewegingen, rechtstaan, posturale zwaai …
§ Prestaties soms geevalueerd met blote oog, soms nauwkeurige registratie
, § Prestatieveranderingen grafisch weergeven met prestatiecurve
o Maar niet altijd even goed door:
Prestatie op bep. moment (kan beinvloed zijn door neg effecten) ->
onderschatting
Overschatting
Prestatieplateau: foutief vermoeden v geen leerproces
Vaak obv gemiddelden (gn rekening met intra en interindividuele versch)
§ Leren = permanente verandering (scheiden van korte-termijn veranderingen)
o Een leervariabele leidt tot leren, ook in afwezigheid v deze variabele
o Een prestatievariabele beinvloed prestatie zolang hij aanwezig is maar leidt niet
tot leren
§ Nood aan een valide en betrouwbaar meetinstrument:
Score toekennen aan het gangpatroon
Fout meten
Kinematische beschrijving vd beweging
Krachtmating
Hoe gaan we vaststellen of motorisch leren heeft opgetreden?
Retentiedesign
= typisch onderzoek voor motorisch leren
§ Onderscheidt tss leersessie en retentiesessie (tijdelijke effecten scheiden van
permanente veranderingen)
§ Ingeofende vaardigheid wordt getest na oefenen voor bep tijdsinterval
§ We gaan zien of er na een bepaalde tijd van rust nog steeds verbeteringen zijn in
prestatie
Noodzakelijk voor een geslaagd retentiedesign:
§ Voldoende lang rustinval tussen de leer- en transfersessie
§ Kiezen ve gemeenschappelijke conditie
§ Toegevoegde feedback aanbieden
Wetenschappelijk experiment waarbij men ging kijken naar de effecten v transcraniale
elektrische stimulatie (TDCS)
§ Elektroden w op de schedel geplaatst en er w een klein elektrische stroom door de
hersenen gestuurd, die een invloed heeft op de elektrische activiteit vh hersenweefsel
§ W ook gebruikt bij verschillende psychiatrische aandoeningen
§ De taak die w gevraagd uit te voeren was een SEQTAP: met de vingers vd linkerhand zo
snel mogelijk een combinatie v vier toetsen op het toetsenbord aanslagen