Aandoeningen schouder vanuit kinesitherapeutisch standpunt
normale schouderfunctie: goede functie van gewrichten:
1. Art. glenohumerale (GH) = meest beweeglijk gewricht
a. cavitas glenoidalis + labrum (kraakbeenring) = concave pan
i. gericht naar lateraal, ventraal, craniaal
b. Caput humeri: convex (bol)
i. Gericht naar mediaal, dorsaal, craniaal
ii. Inclinatiehoek ongeveer 130° tussen caput en diaphyse
2. Art. suprahumerale (Art. subacromialis of Art. subdeltoideus)
3. Art. acromioclavicularis (AC)
a. Acromion (loopt lateraal verder uit spina scapula): vlak/ licht convex
i. Gericht naar anterieur, mediaal, craniaal
b. Extremitas acromialis claviculae: vlak/ licht gekromd
i. Gericht naar lateraal, dorsaal, caudaal
4. Art. scapulothoracalis (scapulocostale glijvlak)
5. Art. sternoclavicularis (SC)
a. Extremitas sternalis claviculae
i. Gericht naar mediaal, caudaal
b. Incisura clavicularis sterni
i. Gericht naar lateraal, craniaal
6. Art. sternocostalis
7. Art. costovertebrales
+ fysiologisch gewricht: Art. scapulothoracalis
- scapulotheracaalritme = 2/1
→ Elke 2° beweging humeraal, beweegt scapula 1° mee (180° abductie = 120°
humeraal + 60° scapulair)
⇒ schouderpijn is 3e meest voorkomende musculoskeletale klacht
- prevalentie: 67% gehele bevolking
- oudere die pijn heeft aan schouder → degeneratief of rotator cuff probleem
- jongere die pijn heeft aan schouder → instabiliteitsprobleem (waarschijnlijk)
- helft van deze patiënten vertoont herstel binnen de eerste zes maanden + een
extra 10% in de zes maanden die hierop volgen
, Subacromiale pijnsyndroom = SAPS
Wat is SAPS?
- meest voorkomende schouderaandoening
- vage pijn rondom de schouder bij heffen van de arm, soms trekkend naar
de elleboog
- andere aandoeningen uitgesloten
- oorspronkelijk -> inklemming van de rotator cuff onder het dak van de schouder +
SAPS veroorzaakt wordt door een vermindering van deze subacromiale ruimte, wat
zou resulteren in compressie van o.a. de rotator cuff, met degeneratie en pijn tot
gevolg = SCHOUDERIMPIGEMENTSYNDROOM
- oorzaak van SAPS is minder eenvoudig (meerdere factoren)
- SAPS = heterogeen syndroom
- 1 van de mogelijke letsels: tendinopathie waarbij het letsel zich in overgang van pees
naar bot bevindt, in de pees zelf of in de overgang van pees naar spier
- tendinitis = peesontsteking met acuut ontstaan
- tendinose = degeneratief letsel zonder aanwijsbare oorzaak
- Structuren bij SAPS het meest aangedaan zijn:
- Pees m. supraspinatus
- Pees m. biceps caput longum
- Bursa subacromiale/subdeltoidea
- Craniaal deel van het kapsel
- tussen (craniaal)
- acromion
- lig. coracoacromiale
- en tussen (caudaal)
- caput humeri
→ dwz in ‘art. suprahumerale’ of ‘art. subacromiale’
Ruimte(tsshumeruskop en dak) verkleint het meest bij zijwaarts heffen van de arm tussen 60° en 120°
- tussen 60°-120° abductie/ elevatie wordt de rotator cuff het meest belast
- painful arc treedt ook meestal op tussen 60°-120°
→ verkleining van de subacromiale ruimte is niet zeker de reden van de patiënt zijn klacht
PRIMAIR SAPS: ‘tensile’ → overbelasting van een pees (meestal)
SECUNDAIR SAPS: ‘compressive’ → ruimte wordt te klein daardoor ‘impingement’
normale schouderfunctie: goede functie van gewrichten:
1. Art. glenohumerale (GH) = meest beweeglijk gewricht
a. cavitas glenoidalis + labrum (kraakbeenring) = concave pan
i. gericht naar lateraal, ventraal, craniaal
b. Caput humeri: convex (bol)
i. Gericht naar mediaal, dorsaal, craniaal
ii. Inclinatiehoek ongeveer 130° tussen caput en diaphyse
2. Art. suprahumerale (Art. subacromialis of Art. subdeltoideus)
3. Art. acromioclavicularis (AC)
a. Acromion (loopt lateraal verder uit spina scapula): vlak/ licht convex
i. Gericht naar anterieur, mediaal, craniaal
b. Extremitas acromialis claviculae: vlak/ licht gekromd
i. Gericht naar lateraal, dorsaal, caudaal
4. Art. scapulothoracalis (scapulocostale glijvlak)
5. Art. sternoclavicularis (SC)
a. Extremitas sternalis claviculae
i. Gericht naar mediaal, caudaal
b. Incisura clavicularis sterni
i. Gericht naar lateraal, craniaal
6. Art. sternocostalis
7. Art. costovertebrales
+ fysiologisch gewricht: Art. scapulothoracalis
- scapulotheracaalritme = 2/1
→ Elke 2° beweging humeraal, beweegt scapula 1° mee (180° abductie = 120°
humeraal + 60° scapulair)
⇒ schouderpijn is 3e meest voorkomende musculoskeletale klacht
- prevalentie: 67% gehele bevolking
- oudere die pijn heeft aan schouder → degeneratief of rotator cuff probleem
- jongere die pijn heeft aan schouder → instabiliteitsprobleem (waarschijnlijk)
- helft van deze patiënten vertoont herstel binnen de eerste zes maanden + een
extra 10% in de zes maanden die hierop volgen
, Subacromiale pijnsyndroom = SAPS
Wat is SAPS?
- meest voorkomende schouderaandoening
- vage pijn rondom de schouder bij heffen van de arm, soms trekkend naar
de elleboog
- andere aandoeningen uitgesloten
- oorspronkelijk -> inklemming van de rotator cuff onder het dak van de schouder +
SAPS veroorzaakt wordt door een vermindering van deze subacromiale ruimte, wat
zou resulteren in compressie van o.a. de rotator cuff, met degeneratie en pijn tot
gevolg = SCHOUDERIMPIGEMENTSYNDROOM
- oorzaak van SAPS is minder eenvoudig (meerdere factoren)
- SAPS = heterogeen syndroom
- 1 van de mogelijke letsels: tendinopathie waarbij het letsel zich in overgang van pees
naar bot bevindt, in de pees zelf of in de overgang van pees naar spier
- tendinitis = peesontsteking met acuut ontstaan
- tendinose = degeneratief letsel zonder aanwijsbare oorzaak
- Structuren bij SAPS het meest aangedaan zijn:
- Pees m. supraspinatus
- Pees m. biceps caput longum
- Bursa subacromiale/subdeltoidea
- Craniaal deel van het kapsel
- tussen (craniaal)
- acromion
- lig. coracoacromiale
- en tussen (caudaal)
- caput humeri
→ dwz in ‘art. suprahumerale’ of ‘art. subacromiale’
Ruimte(tsshumeruskop en dak) verkleint het meest bij zijwaarts heffen van de arm tussen 60° en 120°
- tussen 60°-120° abductie/ elevatie wordt de rotator cuff het meest belast
- painful arc treedt ook meestal op tussen 60°-120°
→ verkleining van de subacromiale ruimte is niet zeker de reden van de patiënt zijn klacht
PRIMAIR SAPS: ‘tensile’ → overbelasting van een pees (meestal)
SECUNDAIR SAPS: ‘compressive’ → ruimte wordt te klein daardoor ‘impingement’