Deel 1: Ontwikkelingsbiologie
A. Gonaden en geslachtscellen
Bevruchting: spermatozoïde en een eicel/ovum versmelten tot één zygote (bevruchte eicel)
Oorsprong van de geslachtscellen
Geslachtscellen (gameten) ontstaan in geslachtsorganen (gonaden
Gameten zijn afgeleid van primordiale geslachtscellen (PGCs)
PGCs worden gevormd uit embryonale endoderm + migreren naar mesoderm, waar
de gonaden zich ontwikkelen
Vanuit de PGCs ontstaan gameten via gametogenese
o Spermatogenese → vorming mannelijke gameten (zaadcellen)
o Oögenese → vorming vrouwelijke gameten (eicellen)
Geslachtsbepaling
Of PGCs zich ontwikkelen tot zaad- of eicellen hangt af van interne factoren (zoals
genen) en/of de omgeving, afhankelijk van diersoort
Bij zoogdieren is de geslachtsbepaling chromosomaal:
o XX → vrouwelijk
o XY → mannelijk
Bij sommige reptielen en vissen speelt de temperatuur een rol in geslachtsbepaling
Het SRY-gen en gonadeontwikkeling
SRY-gen (Sex-determining Region of the Y-chromosome) ligt op de korte arm van
Y-chromosoom
Indien SRY-gen aanwezig + functioneel (XY-individuen):
o Stuurt het de ontwikkeling van de testis
o Sertoli-cellen ontstaan → essentieel voor verdere testisontwikkeling
Indien afwezigheid van SRY-gen (XX-individuen):
o Primaire geslachtsstrengen worden afgebroken
o Vorming corticale strengen -> groeien uit tot ovarium (eierstok)
,Spermatogenese
Rijpe mannelijke gameten (spermatozoïden) worden continu gevormd in de testis
(teelbal) via mitose en meiose
Bij zoogdieren gebeurt dit in zaadbuisjes (tubuli seminiferi), die ontstaan uit de
primaire geslachtsstrengen
Deze buisjes zijn permanent actief en bevatten altijd:
o Onrijpe zaadcellen (spermatogonia)
o Sertoli-cellen, die ondersteuning bieden
Opbouw zaadbuisje
Wand bevat:
o Geslachtscellen in verschillende ontwikkelingsstadia
o Sertoli-cellen (ondersteunende cellen)
Rondom deze wand:
o Basaal membraan
o Dunne bindweefsellaag: tunica propria
Functie van Sertoli-cellen
Liggen tegen basaal membraan, reiken tot lumen van buisje
Omgeven + ondersteunen ontwikkelende zaadcellen
o Voeden + beschermen van zaadcellen
o Verwijderen restlichaampjes die ontstaan tijdens rijping
o Produceren secreten + hormonen die ontwikkeling van sperma ondersteunen
Tussen de zaadbuisjes
Los bindweefsel met:
o Bloedvaten, lymfevaten en zenuwen
o Interstitiële cellen van Leydig → produceren testosteron (belangrijk voor
spermaproductie + mannelijke kenmerken)
Ontwikkeling zaadcellen (Spermatogenese)
Fase 1: Oorsprong en start
Spermatogonia (2n) = onrijpe zaadcellen, ontstaan uit PGCs (uit endoderm)
Bij begin van puberteit start de spermatogenese
Ligging: spermatogonia liggen tegen basale membraan van zaadbuisje
Bij mitose:
o Eén dochtercel blijft liggen → behoud van voorraad
o De andere schuift naar centrum → primaire spermatocyt I (2n)
,Fase 2: Meiose
1. Primaire spermatocyt (2n) → meiose I → twee secundaire spermatocyten (n)
2. Elke secundaire spermatocyt (n) → meiose II → twee spermatiden (n)
-> In totaal vier spermatiden uit één spermatogonium
Fase 3: Spermiogenese (rijping tot spermatozoïde)
Spermatiden differentiëren tot rijpe spermatozoïden:
o Golgi-apparaat vormt acrosoma (voorste kap met enzymen voor bevruchting)
o Centriolen:
Proximale centriool → bij de kern
Distale centriool → vormt flagel (staart)
o Mitochondriën vormen spiraal rond flagel → energievoorziening
o Kern condenseert, overtollig cytoplasma wordt afgestoten als restlichaampje
o Flagel groeit uit (met axonema 9+2-structuur + steunfibrillen)
Fase 4: Groepsgewijze ontwikkeling
Spermatogenese verloopt in groepen van cellen die via cytoplasmabruggen
verbonden zijn
Deze bruggen verdwijnen pas tijdens laatste fase van spermiogenese
Onderdeel Beschrijving/ Inhoud
Kop Bevat kern (DNA) + acrosoom (enzymen om
eicel te penetreren)
Hals Bevat centriolen
Middenstuk Mitochondriën spiraalvormig rond flagel
(energiebron)
Staart Flagel voor voortbeweging, omgeven door
eiwitmantel (deze ontbreekt aan uiteinde)
Rijpe spermatozoïden bevatten nauwelijks cytoplasma of organellen, enkel kern +
mitochondriën -> beperkte levensduur
, Transport en opslag
1. Na rijping → spermatozoïden komen vrij in lumen van zaadbuisjes
2. Via rete testis (verbindingskanaaltjes) → naar de bijbal (epididymis)
3. In bijbal:
o Tijdelijke opslag van spermatozoïden
o Rijping voltooid (bewegelijkheid en bevruchtingsvermogen)
4. Bij ejaculatie:
o Spermatozoïden via zaadleider (vas deferens) → penis
o Mengt met kliersecreten (o.a. prostaat, zaadblaasjes)
o Het mengsel = sperma (zaadvocht)
o Via urethra naar buiten gebracht
Stadium Chromosomenaanta Proces Resultaat/ Kenmerken
l
Spermatogonium 2n Mitose Vormt prim. Spermatocyt +
nieuwe spermatogonium
vormt 2 sec.
spermatocyten
Prim. spermatocyt 2n Meiose I Vormt 2 sec.
spermatocyten
Sec. spermatocyt n Meiose II Vormt 2 spermatiden
Spermatide n Spermiogenese Vormt spermatozoïde
Spermatozoïde n Rijp Beweegelijk,
bevruchtingsbekwaam
Begrip Betekenis
Sertoli-cel Ondersteunende cel in zaadbuisje, voedt + beschermt spermacellen
Leydig-cel Tussen buisjes, produceert testosteron
Acrosoma Enzymkap op spermakop om eicel te kunnen binnendringen
Flagel Staart van zaadcel, zorgt voor beweging
Restlichaampje Afgestoten overtollig cytoplasma tijdens spermiogenese
Tunica Propria Dunne bindweefsellaag rond zaadbuisjes