100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Blok 4.4 Multivariate Data Analysis: samenvatting + SPSS

Rating
3.3
(4)
Sold
34
Pages
81
Uploaded on
27-01-2021
Written in
2020/2021

Samenvatting van hoofdstukken 2, 5, 7, 8, 10 t/m 15 van Field, de colleges, artikelen, oefeningen, assignment artikelen en SPSS-sessies. Geschreven in studiejaar 2020/2021

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstukken 2, 5, 7, 8, 10 t/m 15
Uploaded on
January 27, 2021
Number of pages
81
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Statistiek Blok 4.4

INHOUDSOPGAVE
(Samenvatting van hoofdstukken van Field 4e editie, artikelen, colleges, oefeningen en SPSS-oefeningen)

Bijeenkomst 1 Herhaling en bias 1

Bijeenkomst 2 Correlaties en regressie 11

Bijeenkomst 3 Meer regressie 22

Bijeenkomst 4 Moderator en mediator 25

Bijeenkomst 5 ANOVA en ANCOVA 29

Bijeenkomst 6 Factor ANOVA 37

Bijeenkomst 7 Repeated measures design 43

Bijeenkomst 8 Mixed design 48

Overzichtstabel 52

Assignment artikelen 55

SPSS-meetings 61

,BIJEENKOMST 1 HERHALING EN BIAS
(Field hoofdstukken 2 & 4, college 1, artikel Simmons et al., 2011)

Hoofdstuk 2 Everything you never wanted to know about statistics

Bouwen van statistische modellen
Het testen van hypotheses bestaat ook uit het opbouwen van statistische modellen. Een statistisch
model moet de verzamelde data zo goed mogelijk representeren. In welke mate dit wordt gedaan
wordt ook wel de fit van het model genoemd. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen good
fit, moderate fit en poor fit.

Populaties en samples
Onderzoekers zijn geïnteresseerd in resultaten die toepasbaar zijn op de hele populatie. Een populatie
kan heel breed zijn (bijvoorbeeld alle mensen) of juist heel smal (bijvoorbeeld alle rode katten die Bob
heten). Vaak is het interessanter om iets te kunnen zeggen over een brede populatie.

Het is bijna onmogelijk om de hele populatie te testen voor resultaten. Om dit op te lossen wordt er
gewerkt met een sample. Het is belangrijk dat deze sample een weerspiegeling is van de populatie en
dus representatief is. Hoe groter de sample, hoe groter de kans hierop.

Statistische modellen
Statistische modellen bestaan uit variabelen en parameters. Variabelen zijn de gemeten constructen
en veranderen tussen samples en onderzoeken. Parameters zijn daarentegen constanter en
representeren relaties tussen de variabelen, voorbeelden zijn de mediaan of correlaties.
Þ Gemiddelde: alles bij elkaar optellen en dan delen door het aantal.

Om de fit van een model te berekenen:
Þ Totale error (sum of errors):
o Dus alle errors bij elkaar optellen

Þ Sum of squared errors (SS):
o Elke error wordt eerst in het kwadraat gezet en vervolgens bij elkaar opgeteld.
o Afhankelijk van de data: hoe meer data hoe groter de SS.


Þ Mean squared error (MSE):
o Hierbij deel je de SS door de degrees of freedom (df).
§ De df kan berekend worden door N – 1.

Het principe van het minimaliseren van de SS wordt ook wel method of least squares genoemd.

Verder dan de data
De standaarddeviatie vertelt ons hoe goed het gemiddelde de sample representeert. Wanneer er
meerdere samples genomen worden, zal het gemiddelde elke keer een beetje veranderen. Dit komt
doordat de samples veranderen en wordt sampling variation genoemd. Wanneer alles bij elkaar
gevoegd wordt (alle gemiddeldes) kan er een symmetrische distributie opgesteld worden wat een
sampling distribution heet. Hierdoor wordt het een betere representatie van de populatie.

De standaarddeviatie van een sample gemiddelde wordt ook wel de standaard error van de mean (SE)
genoemd. Vaak is het onmogelijk om alle samples te verzamelen en wordt er uitgegaan van een
‘ongeveer’ standaard error. De central limit theorem stelt dat wanneer een sample groter dan 30 is,




2

,het om een normale verdeling gaat met een gemiddelde die gelijk is aan de populatie gemiddelde en
een standaarddeviatie van .

Wanneer een sample kleiner is dan 30, is de distributie niet normaal verdeeld. Het heeft een andere
vorm waarbij er gesproken wordt van een t-verdeling.

Om een inschatting te maken binnen welke grenzen de populatie zal vallen, kunnen confidence
intervals (CI) ingezet worden. Bij een 95% CI is de kans 95% dat het populatie gemiddelde binnen deze
grenzen valt.
Þ 95% van de z-waarde valt tussen – 1.96 en + 1.96 bij een normale verdeling.

Þ Confidence interval =
o Je vermenigvuldigt de z-waarde met de SE en doet dan het gemiddelde – en + dit
getal.

Þ Z-scores:

Er kan ook gewerkt worden met een 90% of 99% confidence interval. In dit geval wordt er een andere
z-waarde gebruikt. Dit is terug te vinden in de tabel. Bij 99% hoort een z-waarde van 2.58 en bij 90%
1.64.

Wanneer een distributie niet normaal verdeeld is, wordt de t-waarde gebruikt in plaats van de z-
waarde. De df (N – 1) toont in de tabel aan wat de t-waarde is die gebruikt kan worden.

Gebruik van statistische modellen om onderzoeksvragen te testen
Er zijn verschillende benaderingen om hypotheses te testen. Wat het meest geleerd wordt is de
nulhypothese significantie test (NHST). Dit is ontstaan uit twee verschillende benaderingen:
- Ronald Fisher zijn idee van rekenen met kansen.
Þ Wanneer de uitkomst groter is dan kans.
Þ Fisher’s p-waarde: door een kans van 0.05 te nemen zou het niet op toeval kunnen
berusten.
- Neyman en Pearson hun idee van rekenen met hypotheses.
• Alternatieve hypothese (H1) = experimentele hypothese: het effect is aanwezig.
• Nulhypothese (H0): effect is niet aanwezig.
• Bij het testen van hypotheses kunnen er twee fouten gemaakt worden:
§ Type I-fout: H1 aannemen terwijl H0 correct is.
§ Type II-fout: H0 aannemen terwijl H1 correct is.

Het vermogen van een test om een effect te vinden wordt de power genoemd. Het hangt af van een
aantal dingen:
- Hoe groot het effect daadwerkelijk is, grotere effecten vallen meer op = effectgrootte.
- Hoe strikt een significantie is.
- De samplegrootte.

De NHST bevat verschillende basisassumpties:
1. Er wordt verwacht dat de nulhypothese waar is, dus dat er geen effect is.
2. Er wordt een statistisch model toegepast op de data dat de alternatieve hypothese
representeert en er wordt onderzocht hoe goed de fit is.
3. Om na te gaan hoe goed de fit is, wordt de kans (p-waarde) berekend.




3

, 4. Als de kans erg klein is (< .05) is de fit goed en wordt de nulhypothese verworpen (alternatieve
is dan dus waar).

Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen van variatie. Systematische variatie is
variatie dat uitgelegd kan worden aan de hand van het model dat bij de data past. Onsystematische
variatie kan niet uitgelegd worden aan de hand van het model. Om te concluderen of de hypothese
een goede verklaring biedt, moeten deze twee variaties vergeleken worden.


Þ De ratio hiervan wordt ook wel test statistic genoemd:

Een statistisch model dat een directionele hypothese (effect gaat een kant op) test, is een one-tailed
test. Het testen van een non-directionele hypothese (onduidelijk welke kant het op gaat) is een two-
tailed test.

De NHST heeft twee valkuilen:
1. Onduidelijk wat er uiteindelijk geconcludeerd kan worden: het is niet vanzelfsprekend dat het
effect belangrijk is. Ook betekenen niet-significante resultaten niet altijd dat de nulhypothese
waar is en significante resultaten dat de nulhypothese niet waar is.
2. Alles of niets denken: p < .05 wordt als exacte criteria gebruikt, wat voor misleiding kan
zorgen.

Moderne benaderingen voor theorie testen
Door de valkuilen wordt er anders gekeken naar het bewijs voor een hypothese. NHST wordt nog
steeds gebruikt, maar daarnaast moeten ook confidence levels en effectgroottes vernoemd worden
om een meer volledig beeld te krijgen.

Hoe groot een effect is, staat bekend als de effectgrootte. Dit wordt aangeduid als bijvoorbeeld de
Cohen’s d, de Pearson’s r of de kans ratio.


Þ Cohen’s d:
o Bij 0.2 wordt er gesproken van een klein effect, bij 0.5 van een gemiddeld effect en bij
0.8 van een groot effect.
Þ Pearson’s r:
o Bij .10 wordt er gesproken van een klein effect, bij .30 van een gemiddeld effect en bij
.50 van een groot effect.



Hoofdstuk 5 The beast of bias

Wat is bias?
Bias houdt in dat iemand het bewijs niet op een objectieve manier beoordeelt en dat andere dingen
hier invloed op hebben. Een bias kan optreden in drie gebieden, namelijk (1) parameters, (2)
standaard errors en betrouwbaarheidsintervallen, en (3) test statistieken en p-waardes. Het kan
invloed hebben op elkaar omdat sommige gebieden gebaseerd zijn op anderen.

Bias kan optreden wanneer er niet aan bepaalde assumpties wordt voldoen. Een outlier kan een
groter invloed hebben op bias. Het geeft namelijk een heel ander gemiddelde dan wanneer deze
outlier er niet geweest zou zijn. Ook geeft het een andere SS wat weer invloed heeft op heel veel
andere statistieken.




4
$10.19
Get access to the full document:
Purchased by 34 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 4 reviews
1 year ago

In itself, a nice and concise summary, but perhaps a little too concise. I expected more details on the spss assignments and I hope that the material in the summary is sufficient.

10 months ago

2 year ago

4 year ago

3.3

4 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
estherseverins Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
574
Member since
10 year
Number of followers
308
Documents
86
Last sold
1 week ago

3.8

78 reviews

5
26
4
27
3
15
2
3
1
7

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions