INLEIDING TOT DE RECHTSWETENSCHAP
AFDELING 4: Andere rechtsbronnen
Hoofdstuk 1: Rechtspraak en gerechtelijke organisatie
1. Rechterlijke organisatie: enkele algemeenheden
Rechterlijke organisatie
- Hoven en rechtbanken = rechterlijke macht (art. 40 GW)
o Rechtbanken: rechtscolleges op het niveau van de kantons en de
arrondissementen waar ‘rechters’ zitting houden die ‘vonnissen’
uitspreken
o Hoven: de andere rechtscolleges waarin ‘raadsheren’ zitting houden en
spreken ‘arresten’ uit
- Administratieve rechtscolleges = uitvoerende macht
1
, - Hoge Raad van de Justitie
o Opgericht om Justitie beter te laten werken
o Grondwetswijziging (1998)
Grote maatschappelijk onrust (massale protesten) over stafrecht
bediening en justitie verliepen
Schandalen die aangaven dan justitie slecht werkte
Gevoel dat niet de meest bekwamen mensen stoelen kregen +
niet onafhankelijk van uitvoerende macht (politieke
benoemingen)
Opgericht om ‘kwaliteitscontrole’ van juristen te bevorderen
(voor openbare ministerie en magistratuur)
o Art. 151 GW het principe dat de rechterlijke macht onafhankelijk is
o Ruime bevoegdheden op het vlak van enerzijds de werving en
opleiding van magistraten en anderzijds de uitoefening van externe
controle op de werking van de rechterlijke macht (art. 151. § 2-5 GW)
o Principe van rechtelijke onafhankelijkheid
Benoemingen
Kwaliteitscontrole
Beginselen van rechterlijke organisatie
- Eenheid van rechtspraak
o De interpretatie en de toepassing van de wetgeving mag niet te veel
verschillen van rechtbank tot rechtbank
o Piramidale opbouw
o Geen stare decis (geen bindende precedentenwerking) maar wel de
facto, in praktijk, precedentenwerking (beslissingen HvC worden
gevolgd)
o Voor coherentie: 1 Hof van Cassatie aan top
- Dubbele aanleg
o Uitgangspunt: steeds mogelijkheid tot hoger beroep
o In principe een zaak kan 2 keer worden voorgelegd (nooit een 3de keer)
o Wel nog is aan HvC (cassatiecontrole) geen volledige herziening
(niet een 3de aanleg)
2
, o Meestal, doch nooit een derde aanleg (art. 617 Ger. W. geschillen
van minder dan 2500€ of 2000€ bij vrederechter)
- Specialisatie
o Organisatie van rechtbanken volgens bepaalde materie: elke rechtbank
is bevoegd voor geschillen in een bepaald domein van het recht
(materiële bevoegdheid)
o VB: jeugdrechtbank, arbeidsrechtbank, familierechtbank, etc.
o Hoe meer specialisatie, hoe beter ingewerkt in een bepaalde materie,
hoe meer effectief en efficiënte werking
o Bijzondere samenstelling: de specialisatie van de rechtbanken laat ook
toe om de samenstelling van de rechtbank aan te passen aan de aard
van de geschillen die ze moet beslechten (VB: een of meer rechters,
beroepsrechters, lakenrechters of een jury)
- Territoriale organisatie
o Geschillen voldoende dicht bij de burger houden
o Kanton arrondissement provincie ressort natie
internationaal
o Rechters maken vonnissen in rechtbanken lagere rechtscollege
(rechtbank=lagere instantie)
o Hof = hogere rechtscollege (geen rechters, maar raadsheren, geen
vonnissen, maar arresten)
o Schaalvergroting voor mobiliteit (meer efficiënt en specialistisch) in
2014
3
AFDELING 4: Andere rechtsbronnen
Hoofdstuk 1: Rechtspraak en gerechtelijke organisatie
1. Rechterlijke organisatie: enkele algemeenheden
Rechterlijke organisatie
- Hoven en rechtbanken = rechterlijke macht (art. 40 GW)
o Rechtbanken: rechtscolleges op het niveau van de kantons en de
arrondissementen waar ‘rechters’ zitting houden die ‘vonnissen’
uitspreken
o Hoven: de andere rechtscolleges waarin ‘raadsheren’ zitting houden en
spreken ‘arresten’ uit
- Administratieve rechtscolleges = uitvoerende macht
1
, - Hoge Raad van de Justitie
o Opgericht om Justitie beter te laten werken
o Grondwetswijziging (1998)
Grote maatschappelijk onrust (massale protesten) over stafrecht
bediening en justitie verliepen
Schandalen die aangaven dan justitie slecht werkte
Gevoel dat niet de meest bekwamen mensen stoelen kregen +
niet onafhankelijk van uitvoerende macht (politieke
benoemingen)
Opgericht om ‘kwaliteitscontrole’ van juristen te bevorderen
(voor openbare ministerie en magistratuur)
o Art. 151 GW het principe dat de rechterlijke macht onafhankelijk is
o Ruime bevoegdheden op het vlak van enerzijds de werving en
opleiding van magistraten en anderzijds de uitoefening van externe
controle op de werking van de rechterlijke macht (art. 151. § 2-5 GW)
o Principe van rechtelijke onafhankelijkheid
Benoemingen
Kwaliteitscontrole
Beginselen van rechterlijke organisatie
- Eenheid van rechtspraak
o De interpretatie en de toepassing van de wetgeving mag niet te veel
verschillen van rechtbank tot rechtbank
o Piramidale opbouw
o Geen stare decis (geen bindende precedentenwerking) maar wel de
facto, in praktijk, precedentenwerking (beslissingen HvC worden
gevolgd)
o Voor coherentie: 1 Hof van Cassatie aan top
- Dubbele aanleg
o Uitgangspunt: steeds mogelijkheid tot hoger beroep
o In principe een zaak kan 2 keer worden voorgelegd (nooit een 3de keer)
o Wel nog is aan HvC (cassatiecontrole) geen volledige herziening
(niet een 3de aanleg)
2
, o Meestal, doch nooit een derde aanleg (art. 617 Ger. W. geschillen
van minder dan 2500€ of 2000€ bij vrederechter)
- Specialisatie
o Organisatie van rechtbanken volgens bepaalde materie: elke rechtbank
is bevoegd voor geschillen in een bepaald domein van het recht
(materiële bevoegdheid)
o VB: jeugdrechtbank, arbeidsrechtbank, familierechtbank, etc.
o Hoe meer specialisatie, hoe beter ingewerkt in een bepaalde materie,
hoe meer effectief en efficiënte werking
o Bijzondere samenstelling: de specialisatie van de rechtbanken laat ook
toe om de samenstelling van de rechtbank aan te passen aan de aard
van de geschillen die ze moet beslechten (VB: een of meer rechters,
beroepsrechters, lakenrechters of een jury)
- Territoriale organisatie
o Geschillen voldoende dicht bij de burger houden
o Kanton arrondissement provincie ressort natie
internationaal
o Rechters maken vonnissen in rechtbanken lagere rechtscollege
(rechtbank=lagere instantie)
o Hof = hogere rechtscollege (geen rechters, maar raadsheren, geen
vonnissen, maar arresten)
o Schaalvergroting voor mobiliteit (meer efficiënt en specialistisch) in
2014
3