Kennismaking met
Onderzoeksmethoden en
Statistiek
Hoorcollege 1: 04-09-2024
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek
1. Empirisch: Gebaseerd op systematische waarnemingen.
2. Controleerbaar: Peer review.
3. Probabilistisch: Uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle gevallen op elk moment
in die tijd.
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
- Ondersteund door data uit wetenschappelijk onderzoek.
- Falsifieerbaar: Een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van verzamelde
gegevens.
- Spaarzaam (parsimonious): Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken.
In wetenschappelijk onderzoek zijn er twee soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic): Om kennis te verzamelen.
2. Toegepast (applied): Praktisch probleem in de realiteit.
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp.
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
Waarom kwalitatief onderzoek?
Voornaamste doel van kwalitatief onderzoek is:
- Sociale fenomenen te begrijpen vanuit hun natuurlijke context.
- Om empirische patronen te vinden.
- Die een startpunt kunnen zijn voor theorievorming.
• Ontwikkeling nieuwe theorie.
• Aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie.
- Patronen in: Gesproken of geschreven teksten, observaties van gedrag en interacties,
beeldmateriaal etc.
Kenmerken kwalitatief onderzoek
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering.
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal.
4. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker:
• De sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit.
• Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande theorieën
aanpassen.
Wat wordt er onderzocht?
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan de volgende elementen:
,SPI(C)E:
- Setting: Waar, in welke context?
- Perspective/Population: Wie?
- Interest: Wat?
- Comparison: Vergeleken met wie/wat?
- Evaluation: Met welk resultaat?
Hoorcollege 2: 05-09-2024
Hoe worden data verzameld?
- Kwalitatief interview of focusgroep.
Het kwalitatief interview: Gesprek waarin de interviewer vragen stelt aan de geïnterviewde over.
- Ideeën, motieven, ervaringen, gedragingen met betrekking tot een sociaal fenomeen.
- Geinterviewde is informant of respondent.
Focusgroep
- Er is interactie tussen de deelnemers.
• Hierin is de onderzoeker vooral geïnteresseerd!
• Dit maakt anonimiteit en vertrouwelijkheid lastig(er) te waarborgen.
- Onderwerp is vaak meer specifiek.
• Er wordt meer gedetailleerd ingegaan op een specifiek onderwerp.
- De interviewer heeft taak van moderator:
• Stelt vragen die de onderzoeker heeft geformuleerd.
• Zorgt ervoor dat het gesprek niet te veel afdwaalt van het bedoelde onderwerp.
• Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt om actief deel te nemen aan het gesprek.
Wie nemen er deel aan focusgroep?
- Groepssamenstelling:
• Moderator.
• 6-10 personen (via één van de genoemde steekproefmethoden).
- Bij voorkeur homogene groep qua achtergrond, wel een breed scala aan ervaringen
(heterogeen).
Het kwalitatief interview:
- De onderzoeker is nadrukkelijk aanwezig bij de dataverzameling.
Soorten interviews
In hoeverre liggen inhoud, volgorde en formulering van vragen en antwoordopties vooraf vast?
- Kwalitatief interview: Ongestructureerd. Bovenstaande aspecten hangen af van verloop en
context van het interview.
- Kwalitatief interview: Semi-gestructureerd. Wel topiclijst, bovenstaande aspecten hangen af
van context van het interview.
- Survey: Gestructureerd. Bovenstaande aspecten worden vooraf vastgelegd door de
interviewer.
Bij wie worden data verzameld?
Populatie -> steekproef -> data -> resultaat.
Steekproeven
- Participanten kunnen op verschillende manieren geselecteerd worden.
- Bijvoorbeeld participanten die:
, • Eenvoudig te bereiken zijn.
• Al een groepje vormen.
• Voldoen aan hele specifieke voorwaarden.
Doelgerichte steekproef (purposive sample): Participanten met specifieke voorwaarden.
- Case study logic: Onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die belangrijke
informatie kunnen geven.
• Elk specifiek verhaal is waardevol en draagt bij aan beter begrip.
- Sample for range: Onderzoeker gaat op zoek naar een zo breed scala aan ervaringen.
Andere steekproeven
- Gemakssteekproef (convenience sample): Participanten die eenvoudig te bereiken zijn.
Quota steekproef: Een doelgerichte of gemakssteekproef met een voorwaarde voor
aantallen binnen groepen.
Sneeuwbal steekproef: Een vorm van doelgerichte steekproef waar de onderzoeker de
deelnemers vraagt een of meer anderen aan te bevelen.
Kwaliteit van het kwalitatief interview/focusgroep
- Verloop van gesprek hangt af van de interviewer/moderator.
• Interviewer/moderator moet zich bewust zijn van eigen rol.
• Bij focusgroep: Moderator moet het gesprek in goede banen leiden.
- Interviewer/moderator kan doorvragen om er achter te komen wat de respondent echt
bedoelt.
- Interviewer/moderator moet zich bewust zijn van non-verbale signalen van de
respondent(en).
• Deze geven informatie over hoe zeker of eerlijk de respondent(en) is/zijn over het gegeven
antwoord.
- Belang van verstandhouding (rapport).
Hoe ziet de verzamelde data eruit?
Vaak wordt het gesprek opgenomen en later volledig uitgetypt in een transcript.
Tijdens het gesprek maakt de onderzoeker field notes:
- Aantekeningen die waardevol kunnen zijn tijdens het analyseren van de data in een later
stadium.
• Met wie wordt er gesproken?
• Locatie van het gesprek.
• Indruk/gedrag van geïnterviewde(n).
• Eerste ideeën van onderzoeker over het gesprek.
• Bij focusgroep: ook aantekeningen over interactie tussen deelnemers!
Hoe worden gegevens verzameld: observeren
Mogelijke alternatieve dataverzamelingsmethode is observatie: Waarnemen en registreren van
gedragingen, gebeurtenissen en interacties.
Typen van observatieonderzoek
1. Participerend vs. niet-participerend.
• Bestudeert de onderzoeker de mensen van buitenaf of wordt de onderzoeker deel van de
groep?
2. Verhuld vs. Onverhuld.
Weten de mensen dat ze geobserveerd/bestudeerd worden?
Onderzoeksmethoden en
Statistiek
Hoorcollege 1: 04-09-2024
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek
1. Empirisch: Gebaseerd op systematische waarnemingen.
2. Controleerbaar: Peer review.
3. Probabilistisch: Uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle gevallen op elk moment
in die tijd.
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
- Ondersteund door data uit wetenschappelijk onderzoek.
- Falsifieerbaar: Een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van verzamelde
gegevens.
- Spaarzaam (parsimonious): Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken.
In wetenschappelijk onderzoek zijn er twee soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic): Om kennis te verzamelen.
2. Toegepast (applied): Praktisch probleem in de realiteit.
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp.
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
Waarom kwalitatief onderzoek?
Voornaamste doel van kwalitatief onderzoek is:
- Sociale fenomenen te begrijpen vanuit hun natuurlijke context.
- Om empirische patronen te vinden.
- Die een startpunt kunnen zijn voor theorievorming.
• Ontwikkeling nieuwe theorie.
• Aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie.
- Patronen in: Gesproken of geschreven teksten, observaties van gedrag en interacties,
beeldmateriaal etc.
Kenmerken kwalitatief onderzoek
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering.
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal.
4. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker:
• De sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit.
• Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande theorieën
aanpassen.
Wat wordt er onderzocht?
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan de volgende elementen:
,SPI(C)E:
- Setting: Waar, in welke context?
- Perspective/Population: Wie?
- Interest: Wat?
- Comparison: Vergeleken met wie/wat?
- Evaluation: Met welk resultaat?
Hoorcollege 2: 05-09-2024
Hoe worden data verzameld?
- Kwalitatief interview of focusgroep.
Het kwalitatief interview: Gesprek waarin de interviewer vragen stelt aan de geïnterviewde over.
- Ideeën, motieven, ervaringen, gedragingen met betrekking tot een sociaal fenomeen.
- Geinterviewde is informant of respondent.
Focusgroep
- Er is interactie tussen de deelnemers.
• Hierin is de onderzoeker vooral geïnteresseerd!
• Dit maakt anonimiteit en vertrouwelijkheid lastig(er) te waarborgen.
- Onderwerp is vaak meer specifiek.
• Er wordt meer gedetailleerd ingegaan op een specifiek onderwerp.
- De interviewer heeft taak van moderator:
• Stelt vragen die de onderzoeker heeft geformuleerd.
• Zorgt ervoor dat het gesprek niet te veel afdwaalt van het bedoelde onderwerp.
• Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt om actief deel te nemen aan het gesprek.
Wie nemen er deel aan focusgroep?
- Groepssamenstelling:
• Moderator.
• 6-10 personen (via één van de genoemde steekproefmethoden).
- Bij voorkeur homogene groep qua achtergrond, wel een breed scala aan ervaringen
(heterogeen).
Het kwalitatief interview:
- De onderzoeker is nadrukkelijk aanwezig bij de dataverzameling.
Soorten interviews
In hoeverre liggen inhoud, volgorde en formulering van vragen en antwoordopties vooraf vast?
- Kwalitatief interview: Ongestructureerd. Bovenstaande aspecten hangen af van verloop en
context van het interview.
- Kwalitatief interview: Semi-gestructureerd. Wel topiclijst, bovenstaande aspecten hangen af
van context van het interview.
- Survey: Gestructureerd. Bovenstaande aspecten worden vooraf vastgelegd door de
interviewer.
Bij wie worden data verzameld?
Populatie -> steekproef -> data -> resultaat.
Steekproeven
- Participanten kunnen op verschillende manieren geselecteerd worden.
- Bijvoorbeeld participanten die:
, • Eenvoudig te bereiken zijn.
• Al een groepje vormen.
• Voldoen aan hele specifieke voorwaarden.
Doelgerichte steekproef (purposive sample): Participanten met specifieke voorwaarden.
- Case study logic: Onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die belangrijke
informatie kunnen geven.
• Elk specifiek verhaal is waardevol en draagt bij aan beter begrip.
- Sample for range: Onderzoeker gaat op zoek naar een zo breed scala aan ervaringen.
Andere steekproeven
- Gemakssteekproef (convenience sample): Participanten die eenvoudig te bereiken zijn.
Quota steekproef: Een doelgerichte of gemakssteekproef met een voorwaarde voor
aantallen binnen groepen.
Sneeuwbal steekproef: Een vorm van doelgerichte steekproef waar de onderzoeker de
deelnemers vraagt een of meer anderen aan te bevelen.
Kwaliteit van het kwalitatief interview/focusgroep
- Verloop van gesprek hangt af van de interviewer/moderator.
• Interviewer/moderator moet zich bewust zijn van eigen rol.
• Bij focusgroep: Moderator moet het gesprek in goede banen leiden.
- Interviewer/moderator kan doorvragen om er achter te komen wat de respondent echt
bedoelt.
- Interviewer/moderator moet zich bewust zijn van non-verbale signalen van de
respondent(en).
• Deze geven informatie over hoe zeker of eerlijk de respondent(en) is/zijn over het gegeven
antwoord.
- Belang van verstandhouding (rapport).
Hoe ziet de verzamelde data eruit?
Vaak wordt het gesprek opgenomen en later volledig uitgetypt in een transcript.
Tijdens het gesprek maakt de onderzoeker field notes:
- Aantekeningen die waardevol kunnen zijn tijdens het analyseren van de data in een later
stadium.
• Met wie wordt er gesproken?
• Locatie van het gesprek.
• Indruk/gedrag van geïnterviewde(n).
• Eerste ideeën van onderzoeker over het gesprek.
• Bij focusgroep: ook aantekeningen over interactie tussen deelnemers!
Hoe worden gegevens verzameld: observeren
Mogelijke alternatieve dataverzamelingsmethode is observatie: Waarnemen en registreren van
gedragingen, gebeurtenissen en interacties.
Typen van observatieonderzoek
1. Participerend vs. niet-participerend.
• Bestudeert de onderzoeker de mensen van buitenaf of wordt de onderzoeker deel van de
groep?
2. Verhuld vs. Onverhuld.
Weten de mensen dat ze geobserveerd/bestudeerd worden?