Binding verwijst naar de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of
familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat.
Er zijn vier soorten bindingen:
- Sociaal-economische bindingen: mensen zijn van elkaar afhankelijk doordat schaarse
noodzakelijke goederen geproduceerd en gedistribueerd moeten worden.
- Politieke bindingen: mensen moeten allerlei collectieve problemen eventueel onder
dwang van een overheid oplossen.
- Cognitieve bindingen: mensen hebben elkaar nodig om zich te vormen, ontspannen en
te scholen.
- Affectieve bindingen: mensen hebben liefde en genegenheid nodig.
Kernconcept sociale cohesie
Sociale cohesie is het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal
kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, de
mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn en de mate waarin anderen daar ook
beroep op kunnen doen.
Er zijn drie verklaringen voor het tot stand komen van sociale cohesie in onze moderne
samenleving:
1. Wederzijdse afhankelijkheid of eigenbelang van mensen: mensen kunnen niet alleen
leven, maar beseffen goed dat ze elkaar nodig hebben om zelf te kunnen overleven.
2. Dwang en macht door mensen: mensen worden via controle gedwongen om rekening
met elkaar te houden op straffe van hoge formele en informele sancties.
3. Saamhorigheidsbesef: mensen hebben gedeelde waarden en normen en vinden het
daarom fijn om bij elkaar te horen.
Het kernconcept sociale cohesie wordt via twee dimensies geoperationaliseerd.
- Mate van participatie: kwantiteit van bindingen en relaties.
- Informele sociale contacten: banden of netwerken met elkaar aangaan en hoe vaak men
elkaar hulp en steun verleent.
- Maatschappelijke participatie: betaald werken, passief of actief lid van vereniging.
- Mate van vertrouwen: kwaliteit van bindingen en relaties.
- Sociaal vertrouwen: het vertrouwen dat mensen zeggen te hebben in andere mensen.
- Maatschappelijk/sociaal institutioneel vertrouwen: het vertrouwen dat mensen hebben in
organisaties, zoals het leger, en de mate waarin mensen zich daarmee verbonden voelen.
, Sterke sociale cohesie: als beide dimensies in ruime mate aanwezig zijn.
Zwakke sociale cohesie: als beide dimensies niet in ruime mate aanwezig zijn.
Sociaal kapitaal: hulpbronnen bij een sterke sociale cohesie.
- Interne cohesie / bonding: sociale cohesie dat betrekking heeft op de eigen maatschappelijke
homogene groep, de in-group.
- Externe cohesie / bridging: sociale cohesie dat betrekking heeft op de relaties tussen
meerdere maatschappelijke groepen, de out-group.
Je hebt bonding en bridging nodig voor een sterke sociale cohesie, maar je moet ook niet te
veel hebben.
Te veel bonding zorgt voor wij-zij denken en vergroot het wantrouwen en het buitensluiten
van buitenstaanders.
Te veel bridging zorgt voor een allemansvriend die zich nergens thuis voelt.
Politieke cohesie: cohesie tussen de politieke bindingen.
Er is sprake van politieke cohesie als er politiek vertrouwen en politieke participatie is.
Politieke participatie: zijn de activiteiten van burgers gericht op de verschillende fasen van het
overheidsbeleid. Er zijn drie vormen van politieke participatie:
1. Electorale participatie (stemmen)
2. Conventionele participatie (vergaderen in politieke partij, lobbyen)
3. Protest participatie (demonstreren)
Het politieke vertrouwen of de politieke steun bestaat uit 5 indicatoren
1. Nederlanders hebben een gevoel bij elkaar te horen.
2. Er is een nationale identiteit, een eigen cultuur die zich uit in nationale trots.
3. Er is grote steun voor democratische kernwaarden.
4. Tevredenheid met het feitelijk functioneren van de besluitvorming.
5. De steun die er onder de bevolking is voor de zittende machthebbers en hun beleid.
Mate van vertrouwen
Politieke cohesie Weinig Enigszins Veel
Mate van
Weinig Onverschilligen Gezagsgetrouwen
participatie Sceptici
Veel Ontevredenen Geïnvolveerde
Er zijn drie probleemgebieden die betrekking hebben op de politieke cohesie.
1. De politieke betrokkenheid, de binding van de burgers aan de politiek.
2. De bestuurlijke schaalvergroting, de politie, de gezondheid etc. gaat de gemeentelijke
schaal te boven.