BELANGRIJKE PUNTEN
OPENBARE PLAATS
1. OPENBARE WEG: STRAAT, PAD, BRUG, AUTOSNELWEG..
2. OPENBAAR TERREIN: PARKING ZIEKENHUIS, BENZINESTATION
➔ We komen er enkel als we er voor iets moeten zijn
3. NIET-OPENBAAR TERREIN: OEFENTERREIN RIJSCHOOL,
FABRIEKSPARKING…
➔ Enkel rijden met speciale toelating of vergunning
OPENBARE WEG
- Alle/sommige voertuigen (ook voetgangers, trek-, last- of rijdieren en vee)
- Enkel hier geldt het verkeersreglement: Overtreding = bekeuring
(Op (niet-)openbaar terrein kan je nog steeds beboet of strafrechtelijk
vervolgd worden)
- Ook een aardeweg en een straat kunnen samenkomen en zijn beide
openbare wegen.
, - Bij een privaatweg waar ‘privaat terrein’ staat, spreken we niet van
openbare weg en dus gelden de verkeersregels hier niet (behalve als de
privaatweg door iedereen mag worden gebruikt met toestemming van de
eigenaar)
- Wanneer er twee of drie rijbanen zijn (gescheiden door een verschil in
niveau, een voor rijtuigen niet-toegankelijke ruimte…): Enkel de rechter
rijbaan (basically: niet spookrijden)
- Wanneer de laatste meters van een aardeweg verhard zijn met klinkers,
asfalt of beton dan blijft het toch een aardeweg en wordt het geen rijbaan.
- Wanneer tramsporen op de openbare weg liggen, moeten trambestuurders
de verkeersregels niet volgen.
Bestaat uit:
LES 1: DE RIJBAAN
= verharde deel van de openbare weg waar we met de voertuigen mogen rijden.
➔ Geen fietspad? Dan mogen bromfietsers en fietsers ook op de rijbaan
(ook voetgangers wanneer er geen berm/voetpad is)
Snelheid op de rijbaan:
Opmerkingen:
- Bestuurders moeten rechts op de rijbaan rijden (niet in het midden)
- Witte lijnen aan de buitenkant van de rijbaan tonen aan waar de rijbaan
eindigt, maar heeft geen verdere betekenis.
Te snel rijden (meer dan 40 km/uur boven de max):
1. Met een rijbewijs B: verval van het recht tot besturen van een
motorvoertuig (8 dagen – 5 jaar)
2. Voorlopig rijbewijs B: opnieuw theorie- en praktijkexamen
,Middenrijbaan:
= Voor gemotoriseerd verkeer
➢ Herkenbaar door evenwijdige, witte, onderbroken strepen
➢ Snelheid op een middenrijbaan:
De zijdelingse strook = de strook naast de middenrijbaan.
➢ Is geen deel van de rijbaan, de auto mag hier niet rijden/parkeren
➢ Voor fietser, speedpedelecs, tweewielige bromfietsen A1, bestuurders van
niet ingespannen trekdieren, last- of rijdieren en vee
➢ Auto’s mogen stilstaan op de zijdelingse strook als de berm niet breed
genoeg is.
➢ Als auto’s willen kruisen of inhalen, mogen ze uitwijken naar de zijdelingse
strook.
LES 2: DE RIJSTROKEN
➔ Rijbaan wordt onderverdeeld in rijstroken door wegmarkeringen
(onderbroken, witte strepen)
➔ Pijlen op de rijstrook geven aan in welke richting het voertuig moet
gaan.
Opmerkingen:
- Normale omstandigheden: op de rechterrijstrook rijden
- Algemene maximumsnelheid: 70 km/uur, tenzij anders aangegeven
- Als persoon voor je trager rijdt, mag je het voertuig inhalen (als er een
witte, onderbroken streep is): Langs de linkerrijstrook!
➔ Tenzij er een verbodsbord aanwezig is!
- Witte doorlopende streep: Mag je niet over rijden
- Witte doorlopen en doorbroken streep naast elkaar: Bestuurder langs de
onderbroken streep mag inhalen en moet daarna opnieuw op de originele
rijstrook
1
Maximum 25 km/u
, Rijstrookvermindering:
= Aantal rijstroken vermindert
= rijstrookvermindering langs links
= rijstrookvermindering langs rechts
Ritsen:
Voorwaarden verplicht ritsen:
1. Er moeten meerdere rijstroken zijn
2. Er moet een vermindering van rijstroken zijn
3. Er moet druk verkeer/file zijn
➔ Rijden tot de plaats waar de rijstrook daadwerkelijk wegvalt.
➔ Daarna beurtelings op de vrije rijstrook
Rijbaan met 3 rijstroken, waarbij en links en rechts wegvalt:
Persoon op de vrije rijstrook moet voorrang geven aan de bestuurder aan rechts
en vervolgens aan de bestuurder links, dan mag hij zelf.
Busstrook:
= Geen onderdeel van de rijbaan, dus auto mag hier niet rijden, stilstaan of
parkeren
➔ Uitzondering: laatste meters voor een kruispunt, waar je links of rechts
wil afslaan.
➔ Als andere bestuurders wel op de busstrook mogen, staat dit op
onderborden: