ARBEID EN BEVALLING 1: OPVOLGING
Inhoudsopgave
Arbeid en bevalling 1: CTG … 2
Arbeid en bevalling 1: Geboorteplan & fasen … 6
Arbeid en bevalling 1: Partogram … 8
Arbeid en bevalling 1: Controle en onderzoek placenta … 10
Arbeid en bevalling 1: Baringspijn, gedrag, begeleiding … 13
Arbeid en bevalling 1: Onmiddellijk postpartum … 17
1
,Arbeid en bevalling 1: CTG
● Cardio = foetale hartactiviteit
● Toco = maternale contracties
● Grafie = schrijven
● Doel: Beoordelen van de foetale conditie tijdens zwangerschap en arbeid
(hypoxie).Hoe gaat het met de baby? Pas na 25 weken kan hartactiviteit
geregistreerd worden. Vroeger dachten ze adhv CTG om zuurstofgebrek op te
sporen. Daardoor voerden ze toen te snel keizersnedes uit?
→ CTG heeft ENKEL EN ALLEEN NUT als het JUIST wordt geïnterpreteerd.
● Resultaten: Hoog foutpositief percentage (60%). Geen aantoonbare
verbetering in het aantal kinderen metcerebrale parese of perinatale sterfte.
Toename van intrapartum keizersnede en geassisteerde vaginale bevallingen.
● Periodieke (intermitterende) auscultatie
- doptone (kan gebruikt worden vanaf 14 weken, vroeger is moeilijk
omdat de foetus en baarmoeder nog te klein zijn)
- stethoscoop van Pinard
- De guidelines bevelen periodieke auscultatie (met Pinard stethoscoop
ofDoptone) aan om het foetale hartritme te monitoren tijdens de
actieve ontsluitingsfase bij zwangere vrouwen zonder complicaties.
- Cardiotocografie moet worden overwogen in geval van klinische
redenen (complicaties) of op verzoek van de vrouw.
* Antepartum factoren: vrouw voldoet aan deze factoren doptone
gebruik
● Interpretatie
2
, - Onder de 50 en boven de 120
→ niet op papier (pathologie)
- TOCO: tocografie van de druk
van de baarmoeder
- IUP: intra uteriene pressure,
elektrode aan de binnenkant
van de baarmoeder (bijna
nooit gebruikt)
- 1 cm = 1 minuut
● STAP 1: basishartfrequentie
- gemiddelde FHF bij registratie die vrij
stabiel is
- gedurende een periode van 10 minuten
- uitsluiting van acceleraties en
deceleraties
- waarden i.f.v. een voldragen foetus
- lagere BHF bij ‘oudere’ foetus
* Het hartritme van de foetus wordt in
belangrijke mate beïnvloed door het
autonome zenuwstelsel, nl de ortho- en
parasympatische zenuwen. Orthosympatische stimuli bewerkstelligen
activatie van de cardiovasculaire respons en dus een verhoging van het
hartritme. Parasympathische effecten hebben een relaxerende invloed en
dus een verlaging van het hartritme.
* Hoe jonger de foetus, hoe hoger de foetale hartslagfrequentie
● STAP 2: variabiliteit
- slag-tot-slag variabiliteit
- korte termijn variabiliteit
- kan veranderen in de loop van de tijd
(slaap <-> activiteit)
* Het autonome zenuwstelsel is nooit in rust
en oefent een constante invloed uit op het
hart en vaatstelsel met variaties van
seconde tot seconde. Die variaties zorgen
voor een constante verandering van het
cardiale basisritme, de zogenaamde slag –
tot – slag variabiliteit. Premature baby’s hebben een lagere variabiliteit,
naarmate het autonome zenuwstelsel ontwikkelt zal de variabiliteit
toenemen.
* Volledig verlies = preterminaal
Amplitude = normaal tussen 5 - 25 slagen per minuut
* Belangrijkste parameter
3
Inhoudsopgave
Arbeid en bevalling 1: CTG … 2
Arbeid en bevalling 1: Geboorteplan & fasen … 6
Arbeid en bevalling 1: Partogram … 8
Arbeid en bevalling 1: Controle en onderzoek placenta … 10
Arbeid en bevalling 1: Baringspijn, gedrag, begeleiding … 13
Arbeid en bevalling 1: Onmiddellijk postpartum … 17
1
,Arbeid en bevalling 1: CTG
● Cardio = foetale hartactiviteit
● Toco = maternale contracties
● Grafie = schrijven
● Doel: Beoordelen van de foetale conditie tijdens zwangerschap en arbeid
(hypoxie).Hoe gaat het met de baby? Pas na 25 weken kan hartactiviteit
geregistreerd worden. Vroeger dachten ze adhv CTG om zuurstofgebrek op te
sporen. Daardoor voerden ze toen te snel keizersnedes uit?
→ CTG heeft ENKEL EN ALLEEN NUT als het JUIST wordt geïnterpreteerd.
● Resultaten: Hoog foutpositief percentage (60%). Geen aantoonbare
verbetering in het aantal kinderen metcerebrale parese of perinatale sterfte.
Toename van intrapartum keizersnede en geassisteerde vaginale bevallingen.
● Periodieke (intermitterende) auscultatie
- doptone (kan gebruikt worden vanaf 14 weken, vroeger is moeilijk
omdat de foetus en baarmoeder nog te klein zijn)
- stethoscoop van Pinard
- De guidelines bevelen periodieke auscultatie (met Pinard stethoscoop
ofDoptone) aan om het foetale hartritme te monitoren tijdens de
actieve ontsluitingsfase bij zwangere vrouwen zonder complicaties.
- Cardiotocografie moet worden overwogen in geval van klinische
redenen (complicaties) of op verzoek van de vrouw.
* Antepartum factoren: vrouw voldoet aan deze factoren doptone
gebruik
● Interpretatie
2
, - Onder de 50 en boven de 120
→ niet op papier (pathologie)
- TOCO: tocografie van de druk
van de baarmoeder
- IUP: intra uteriene pressure,
elektrode aan de binnenkant
van de baarmoeder (bijna
nooit gebruikt)
- 1 cm = 1 minuut
● STAP 1: basishartfrequentie
- gemiddelde FHF bij registratie die vrij
stabiel is
- gedurende een periode van 10 minuten
- uitsluiting van acceleraties en
deceleraties
- waarden i.f.v. een voldragen foetus
- lagere BHF bij ‘oudere’ foetus
* Het hartritme van de foetus wordt in
belangrijke mate beïnvloed door het
autonome zenuwstelsel, nl de ortho- en
parasympatische zenuwen. Orthosympatische stimuli bewerkstelligen
activatie van de cardiovasculaire respons en dus een verhoging van het
hartritme. Parasympathische effecten hebben een relaxerende invloed en
dus een verlaging van het hartritme.
* Hoe jonger de foetus, hoe hoger de foetale hartslagfrequentie
● STAP 2: variabiliteit
- slag-tot-slag variabiliteit
- korte termijn variabiliteit
- kan veranderen in de loop van de tijd
(slaap <-> activiteit)
* Het autonome zenuwstelsel is nooit in rust
en oefent een constante invloed uit op het
hart en vaatstelsel met variaties van
seconde tot seconde. Die variaties zorgen
voor een constante verandering van het
cardiale basisritme, de zogenaamde slag –
tot – slag variabiliteit. Premature baby’s hebben een lagere variabiliteit,
naarmate het autonome zenuwstelsel ontwikkelt zal de variabiliteit
toenemen.
* Volledig verlies = preterminaal
Amplitude = normaal tussen 5 - 25 slagen per minuut
* Belangrijkste parameter
3