Jurisprudentie verbintenissenrecht
Week 1:
- Baris/Riezenkamp:
Een contractspartij mag in beginsel afgaan op (de juistheid van)
mededelingen van de wederpartij en dat onderhandelingen worden
beheerst door de redelijkheid en billijkheid.
- Quint/Te Poel:
Een verbintenis hoeft niet per se uit de wet te volgen maar om van
een verbintenis te kunnen spreken mag ook sprake zijn van een in
de wet geregelde gevallen.
- Plas/Valburg:
Het staat onderhandelende partijen vrij om onderhandelingen te
beëindigen. Onder omstandigheden kan afbreken naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn als partijen over
en weer mochten vertrouwen dat een overeenkomst zou volgen.
Wanneer er dan toch wordt afgebroken, pleegt de afbrekende partij
een onrechtmatige daad ex art. 6:162 BW en moet
schadevergoeding betaald worden. Er zijn drie fases in de
onderhandelingen:
Fase 1: vrij afbreken toegestaan.
Fase 2: de wederpartij moet schadeloosgesteld worden voor de
in het kader van de onderhandelingen gemaakte kosten.
Fase 3: positief contract belang dient vergoed te worden (komt
zelden voor).
- Geurtzen/Kampstaal:
Je kunt niet op grond van art. 6:233 aanhef onder b BW jo. 6:234 BW
vernietigen wanneer de wederpartij met de AV bekend was of geacht
was ermee bekend te zijn:
1) Eerdere terhandstelling bij eerdere overeenkomst.
2) Een duidelijk zichtbaar exoneratiebord in bijvoorbeeld stomerij of
zwembad.
- CBB/JPO:
Ieder van de partijen is vrij om de onderhandelingen af te breken,
tenzij dit op grond van gerechtvaardigd vertrouwen van de
wederpartij of i.v.m. andere omstandigheden onaanvaardbaar zou
zijn. Er dient rekening te worden gehouden met:
Mate waarin en de wijze waarop afbrekende partij heeft
bijgedragen aan het ontstaan van het vertrouwen.
De gerechtvaardigde belangen van deze partij.
Eventuele onvoorziene omstandigheden tijdens
onderhandelingen.
- De Treek/Dexia:
Er kan een bijzondere precontractuele zorgplicht aanwezig zijn onder
bepaalde omstandigheden.
, - First Data/KPN:
Voor art. 6:234 lid 1 BW is vereist dat de AV ter hand worden
gesteld. Je kunt als gebruiker dus niet zeggen “Google maar”.
- Slachtafvallen van de haas:
Groothandelaren zijn dienstverrichters in de zin van de
Dienstenrichtlijn en AV moeten voor de afnemer gemakkelijk
elektronisch toegankelijk zijn op een door de dienstverrichter
meegedeeld adres. Daarvoor moet het makkelijk vindbaar zijn op de
website.
Week 2:
- Offringa/Vinck:
De mededelingsplicht gaat voor op de onderzoeksplicht in situaties
waarin beide belangrijk zijn. De één sluit de ander echter niet uit.
- Esmilo/Mediq:
Als de strekking van een overeenkomst in strijd is met de wet, moet
gekeken worden naar:
1. Welke belangen spelen een rol?
2. Zijn er fundamentele beginselen in het geding?
3. Waren partijen zich bewust van de inbreuk?
4. Voorziet de regel zelf al in een sanctie?
- De Treek/Dexia:
Schending bijzondere zorgplicht kan leiden tot verplichting tot
schadevergoeding.
- Vano
Door beroep op dwaling gaat de overeenkomst teniet en kan er dus
geen beroep worden gedaan op schadevergoeding op grond van
tekortkoming in de nakoming (wanprestatie). Er moet dus een
andere grond worden aangevoerd, bijvoorbeeld onrechtmatige daad.
- BP/Benschop:
Voor partiële nietigheid moet beoordeeld worden of instandhouding
van de rechtshandeling al dan niet voldoende rechtvaardiging
bestaat. De wegingsfactoren zijn:
a. Aard, inhoud en strekking van de rechtshandeling.
b. De mate waarin de onderdelen (het nietige deel en het overige)
met elkaar verband houden.
c. Hetgeen partijen met de rechtshandeling hebben beoogd.
d. De belangen van de betrokken partijen. Is het restant nog zinvol
voor beide partijen waarmee de nagestreefde doeleinden althans
gedeeltelijk worden gerealiseerd.
e. De overige omstandigheden van het geval.
Week 1:
- Baris/Riezenkamp:
Een contractspartij mag in beginsel afgaan op (de juistheid van)
mededelingen van de wederpartij en dat onderhandelingen worden
beheerst door de redelijkheid en billijkheid.
- Quint/Te Poel:
Een verbintenis hoeft niet per se uit de wet te volgen maar om van
een verbintenis te kunnen spreken mag ook sprake zijn van een in
de wet geregelde gevallen.
- Plas/Valburg:
Het staat onderhandelende partijen vrij om onderhandelingen te
beëindigen. Onder omstandigheden kan afbreken naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn als partijen over
en weer mochten vertrouwen dat een overeenkomst zou volgen.
Wanneer er dan toch wordt afgebroken, pleegt de afbrekende partij
een onrechtmatige daad ex art. 6:162 BW en moet
schadevergoeding betaald worden. Er zijn drie fases in de
onderhandelingen:
Fase 1: vrij afbreken toegestaan.
Fase 2: de wederpartij moet schadeloosgesteld worden voor de
in het kader van de onderhandelingen gemaakte kosten.
Fase 3: positief contract belang dient vergoed te worden (komt
zelden voor).
- Geurtzen/Kampstaal:
Je kunt niet op grond van art. 6:233 aanhef onder b BW jo. 6:234 BW
vernietigen wanneer de wederpartij met de AV bekend was of geacht
was ermee bekend te zijn:
1) Eerdere terhandstelling bij eerdere overeenkomst.
2) Een duidelijk zichtbaar exoneratiebord in bijvoorbeeld stomerij of
zwembad.
- CBB/JPO:
Ieder van de partijen is vrij om de onderhandelingen af te breken,
tenzij dit op grond van gerechtvaardigd vertrouwen van de
wederpartij of i.v.m. andere omstandigheden onaanvaardbaar zou
zijn. Er dient rekening te worden gehouden met:
Mate waarin en de wijze waarop afbrekende partij heeft
bijgedragen aan het ontstaan van het vertrouwen.
De gerechtvaardigde belangen van deze partij.
Eventuele onvoorziene omstandigheden tijdens
onderhandelingen.
- De Treek/Dexia:
Er kan een bijzondere precontractuele zorgplicht aanwezig zijn onder
bepaalde omstandigheden.
, - First Data/KPN:
Voor art. 6:234 lid 1 BW is vereist dat de AV ter hand worden
gesteld. Je kunt als gebruiker dus niet zeggen “Google maar”.
- Slachtafvallen van de haas:
Groothandelaren zijn dienstverrichters in de zin van de
Dienstenrichtlijn en AV moeten voor de afnemer gemakkelijk
elektronisch toegankelijk zijn op een door de dienstverrichter
meegedeeld adres. Daarvoor moet het makkelijk vindbaar zijn op de
website.
Week 2:
- Offringa/Vinck:
De mededelingsplicht gaat voor op de onderzoeksplicht in situaties
waarin beide belangrijk zijn. De één sluit de ander echter niet uit.
- Esmilo/Mediq:
Als de strekking van een overeenkomst in strijd is met de wet, moet
gekeken worden naar:
1. Welke belangen spelen een rol?
2. Zijn er fundamentele beginselen in het geding?
3. Waren partijen zich bewust van de inbreuk?
4. Voorziet de regel zelf al in een sanctie?
- De Treek/Dexia:
Schending bijzondere zorgplicht kan leiden tot verplichting tot
schadevergoeding.
- Vano
Door beroep op dwaling gaat de overeenkomst teniet en kan er dus
geen beroep worden gedaan op schadevergoeding op grond van
tekortkoming in de nakoming (wanprestatie). Er moet dus een
andere grond worden aangevoerd, bijvoorbeeld onrechtmatige daad.
- BP/Benschop:
Voor partiële nietigheid moet beoordeeld worden of instandhouding
van de rechtshandeling al dan niet voldoende rechtvaardiging
bestaat. De wegingsfactoren zijn:
a. Aard, inhoud en strekking van de rechtshandeling.
b. De mate waarin de onderdelen (het nietige deel en het overige)
met elkaar verband houden.
c. Hetgeen partijen met de rechtshandeling hebben beoogd.
d. De belangen van de betrokken partijen. Is het restant nog zinvol
voor beide partijen waarmee de nagestreefde doeleinden althans
gedeeltelijk worden gerealiseerd.
e. De overige omstandigheden van het geval.