Week 1:
- Blaauboer/Berlips
Verschil tussen opvolging onder algemene titel en onder bijzondere titel.
Bij opvolging onder algemene titel gaan alle kosten en baten mee over.
Bij opvolging onder bijzondere titel (overdracht) niet en dus gaan overeenkomsten
over ee goed niet mee over op de nieuwe eigenaar.
- Dépex/curatoren
Twee criteria voor de vraag of er sprake is van bestanddeelvorming:
1. Afstemmingscriterium:
Zijn het gebouw en de installatie in constructief opzicht op elkaar afgestemd?
(Denk aan: speciale maten, bijzondere bouwvormen, etc.)
2. Incompleedheidscriterium:
Is het gebouw zonder de installatie incompleet/onvoltooid als gebouw te
beschouwen?
(Denk aan: deuren, ramen, dak etc.)
Gaat om de functie van het gebouw, niet van het (prodcutie)proces wat er in
het gebouw gaande is.
- Portacabin
Iets is duurzaam met de grond verenigd indien:
1. Het goed naar aard en inrichting is bestemd is om duurzaam (voor langere tijd) ter
plaatse te blijven en dit niet naar buiten toe kenbaar te zijn (derden).
2. Technische mogelijkheid van verplaatsing is niet relevant!
De verkeersopvattingen kunnen niet worde gebruikt als maatstaf voor de
beoordeling van de vraag of een zaak roerend of onroerend is.
- Mesdag II
De verkoper (die niet rechthebbende is) kan enkel de beschikkingsbevoegdheid (in de
zin van art. 3:84 BW) ten aanzien van het goed ontlenen aan de in de
consignatieovereenkomst opgenomen opdracht tot verkoop.
De verkoper is dus slechts beschikkingsbevoegd voor zover dat uit de overeenkomst
volgt.
Hierdoor is een beroep op derdenbescherming mogelijk ex art. 3:86 BW.
- Zalco/Glencore I
Schade van betekenis uit art. 3:4 lid 2 gaat over fysieke gevolgen voor de zaak en geen
vermogensrechtelijke/economische gevolgen.
- Eigendom digitale goederen
Digitale documenten zijn geen zaken. Het zijn niet voor menselijke vatbare stoffelijke
objecten ex art. 5:1 jo. 3:2 BW. Eigendom van deze data is niet mogelijk. Een analoge
toepassing is ook niet mogelijk want dit is in strijd met het gesloten
goederenrechtelijke stelsel in Nederland.
, Week 2:
- Mulder/Texeira de Mattos
Voor revindicatie bij oneigenlijke vermenging is identificeerbaarheid vereist. De
houder wordt vermoed bezitter te zijn en de bezitter wordt vermoed rechthebbende
te zijn.
- WUH/Emmerig
Toekomstige vordering: vordering waarbij het ontstaan afhankelijk is van toekomstige,
vooralsnog onzekere omstandigheden.
- Hollanders Kuikenboerderij
Drie conclusies uit dit arrest:
1. Een kuiken is niet per se een vrucht maar vormen een nieuwe zaak.
2. Voor zaakvorming is menselijke arbeid vereist, maar machinaal gebruik van
natuurkrachten voldoet ook.
3. Eigendomsvoorbehoud vervalt na zaakvorming, omdat dwingend recht zich tegen
een verlengd eigendomsvoorbehoud verzet.
- Zalco/Glencore II
Bij sprake van vermenging ex art. 5:15 jo. 5:14 lid 2 BW waar geen hoofdzaak meer is
aan te wijzen gaat een oud pandrecht teniet ex art. 3:81 lid 2 sub e BW.
Maar: er ontstaat van rechtswege een nieuw pandrecht ten gunste van de voorheen
pandhouder op een aandeel in de door vermenging ontstaande nieuwe zaak ter
grootte van het oude deel dat is vermengd en waar wel een pandrecht op rustte.
- Coface/intergamma
Als uitgangspunt geldt dat bedingen die de overdraagbaarheid van een
vorderingsrecht beperken, alleen verbintenisrechtelijke werking hebben. Tenzij uit de
naar objectieve maatstaven uit te leggen formulering daarvan blijkt dat daarmee
goederenrechtelijke werking is beoogd.
- Landjepik
Verkrijgende verjaring op grond van art. 3:105 BW kan de grondslag vormen voor een
onrechtmatige daad waardoor het goed teruggekregen kan worden via
schadevergoeding in natura (art. 6:103 BW).
- Rabobank/Ten Berge
Een beding als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW, dat de overdraagbaarheid van een
vorderingsrecht met geoderenrechtelijke werking uitsluit, leidt ook tot
onverpandbaarheid van dat vorderingsrecht.
- Telecom Vastgoed/KPN
Een vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te
gebruiken en daarvan de vruchten te genieten volgt uit art. 3:201 BW. De vruchten
kunnen worden geïnd en niet het goed dat aan het vruchtgebruik is onderworpen.
- Blaauboer/Berlips
Verschil tussen opvolging onder algemene titel en onder bijzondere titel.
Bij opvolging onder algemene titel gaan alle kosten en baten mee over.
Bij opvolging onder bijzondere titel (overdracht) niet en dus gaan overeenkomsten
over ee goed niet mee over op de nieuwe eigenaar.
- Dépex/curatoren
Twee criteria voor de vraag of er sprake is van bestanddeelvorming:
1. Afstemmingscriterium:
Zijn het gebouw en de installatie in constructief opzicht op elkaar afgestemd?
(Denk aan: speciale maten, bijzondere bouwvormen, etc.)
2. Incompleedheidscriterium:
Is het gebouw zonder de installatie incompleet/onvoltooid als gebouw te
beschouwen?
(Denk aan: deuren, ramen, dak etc.)
Gaat om de functie van het gebouw, niet van het (prodcutie)proces wat er in
het gebouw gaande is.
- Portacabin
Iets is duurzaam met de grond verenigd indien:
1. Het goed naar aard en inrichting is bestemd is om duurzaam (voor langere tijd) ter
plaatse te blijven en dit niet naar buiten toe kenbaar te zijn (derden).
2. Technische mogelijkheid van verplaatsing is niet relevant!
De verkeersopvattingen kunnen niet worde gebruikt als maatstaf voor de
beoordeling van de vraag of een zaak roerend of onroerend is.
- Mesdag II
De verkoper (die niet rechthebbende is) kan enkel de beschikkingsbevoegdheid (in de
zin van art. 3:84 BW) ten aanzien van het goed ontlenen aan de in de
consignatieovereenkomst opgenomen opdracht tot verkoop.
De verkoper is dus slechts beschikkingsbevoegd voor zover dat uit de overeenkomst
volgt.
Hierdoor is een beroep op derdenbescherming mogelijk ex art. 3:86 BW.
- Zalco/Glencore I
Schade van betekenis uit art. 3:4 lid 2 gaat over fysieke gevolgen voor de zaak en geen
vermogensrechtelijke/economische gevolgen.
- Eigendom digitale goederen
Digitale documenten zijn geen zaken. Het zijn niet voor menselijke vatbare stoffelijke
objecten ex art. 5:1 jo. 3:2 BW. Eigendom van deze data is niet mogelijk. Een analoge
toepassing is ook niet mogelijk want dit is in strijd met het gesloten
goederenrechtelijke stelsel in Nederland.
, Week 2:
- Mulder/Texeira de Mattos
Voor revindicatie bij oneigenlijke vermenging is identificeerbaarheid vereist. De
houder wordt vermoed bezitter te zijn en de bezitter wordt vermoed rechthebbende
te zijn.
- WUH/Emmerig
Toekomstige vordering: vordering waarbij het ontstaan afhankelijk is van toekomstige,
vooralsnog onzekere omstandigheden.
- Hollanders Kuikenboerderij
Drie conclusies uit dit arrest:
1. Een kuiken is niet per se een vrucht maar vormen een nieuwe zaak.
2. Voor zaakvorming is menselijke arbeid vereist, maar machinaal gebruik van
natuurkrachten voldoet ook.
3. Eigendomsvoorbehoud vervalt na zaakvorming, omdat dwingend recht zich tegen
een verlengd eigendomsvoorbehoud verzet.
- Zalco/Glencore II
Bij sprake van vermenging ex art. 5:15 jo. 5:14 lid 2 BW waar geen hoofdzaak meer is
aan te wijzen gaat een oud pandrecht teniet ex art. 3:81 lid 2 sub e BW.
Maar: er ontstaat van rechtswege een nieuw pandrecht ten gunste van de voorheen
pandhouder op een aandeel in de door vermenging ontstaande nieuwe zaak ter
grootte van het oude deel dat is vermengd en waar wel een pandrecht op rustte.
- Coface/intergamma
Als uitgangspunt geldt dat bedingen die de overdraagbaarheid van een
vorderingsrecht beperken, alleen verbintenisrechtelijke werking hebben. Tenzij uit de
naar objectieve maatstaven uit te leggen formulering daarvan blijkt dat daarmee
goederenrechtelijke werking is beoogd.
- Landjepik
Verkrijgende verjaring op grond van art. 3:105 BW kan de grondslag vormen voor een
onrechtmatige daad waardoor het goed teruggekregen kan worden via
schadevergoeding in natura (art. 6:103 BW).
- Rabobank/Ten Berge
Een beding als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW, dat de overdraagbaarheid van een
vorderingsrecht met geoderenrechtelijke werking uitsluit, leidt ook tot
onverpandbaarheid van dat vorderingsrecht.
- Telecom Vastgoed/KPN
Een vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te
gebruiken en daarvan de vruchten te genieten volgt uit art. 3:201 BW. De vruchten
kunnen worden geïnd en niet het goed dat aan het vruchtgebruik is onderworpen.