Aardrijkskunde Samenvatting H2
2.1 De geologische tijdschaal
Leerdoelen
1. Je weet wat de geologische tijdschaal is
2. Je kunt de geologische geschiedenis van de aarde in grote lijnen beschrijven
3. Je kunt uitleggen wat het actualiteitsprincipe is
Leerdoel 1; Je weet wat de geologische tijdschaal is
De aarde is 4,6 miljard jaar oud. De geschiedenis van de aarde → geologische tijdschaal→ 4
grote tijdperken
Leerdoel 2; Je kunt de geologische geschiedenis van de aarde in grote
lijnen beschrijven
Elke periode wordt ingedeeld door:
- geologische gebeurtenissen
- opvallende klimatologische omstandigheden
- voorkomen van bepaalde levensvormen
Carboon
- dichtst bij evenaar
- tropisch laaglandmoeras → dikke pakketten veen + afzettingen → dieper in zee +
temperatuur → steenkool (ontstaan uit veen) + ontstaan aardgas
- continenten convergent naar elkaar bewegen → hoge gebergten (bv. Ardennen)
Perm
- 2 continenten aan elkaar vast → supercontinent Pangea
- grote temperatuurverschillen
- Nederland (zoutwoestijn) aan rand van ondiepe zee → zee overstroomt → dikke
pakketten zout
- uitstervingsgolf → 96% diersoorten in zee en 75% op land uitgestorven
- kwam vooral door grootschalige vulkaanuitbarstingen
Mesozoïcum
- tijdperk van dinosaurussen
, - 3 perioden: Trias, Jura en Krijt
- Trias
- Supercontinent Pangea valt uit elkaar (kleinere continenten)
- Tijdens Krijt
- temperaturen veel hoger dan nu
- Nederland → hoogte van Spanje en in ondiepe zee
- Einde van Krijt
- grote asteroïde (inslag) → vloedgolven en stof in atmosfeer geblazen →
temperatuur daalt → 75% van diersoorten stierf uit (ook dinosaurussen)
Kenozoïcum
- Tertiair en Kwartair
- dieren en planten van nu
- laatste periode van Kenozoïcum → moderne mens
- Nederlandse landschap → gevormd in Kwartair
- oprukkende landijs → stuwwallen, later wind laat zand en löss achter +
zee/rivieren laten zand en klei achter → Nederland gevormd (sedimenten liggen
nog aan oppervlak van Nederland)
Leerdoel 3; Je kunt uitleggen wat het actualiteitsprincipe is
Wetenschappers houden zich bezig met paleogeografie en geomorfologie
Paleogeografie → beweging aardplaten + ontstaan gebergten en oceanen
Geomorfologie → processen en verschijnselen die verschillende landschappen vormgeven
(bv. bewegende aardplaten of vulkanisme)
Actualiteitsprincipe = wat nu zo gebeurt, is waarschijnlijk vroeger ook zo gebeurd (dus op
dezelfde manier). (mentaliteit van wetenschappers)
2.2 Platentektoniek
Leerdoelen
1. Je kent de lagen waaruit de aarde is opgebouwd
2. Je kent drie soorten plaatgrenzen
3. Je kunt plaatbewegingen verklaren
Leerdoel 1; Je kent de lagen waaruit de aarde is opgebouwd
Aardkern: hoogste dichtheid
2.1 De geologische tijdschaal
Leerdoelen
1. Je weet wat de geologische tijdschaal is
2. Je kunt de geologische geschiedenis van de aarde in grote lijnen beschrijven
3. Je kunt uitleggen wat het actualiteitsprincipe is
Leerdoel 1; Je weet wat de geologische tijdschaal is
De aarde is 4,6 miljard jaar oud. De geschiedenis van de aarde → geologische tijdschaal→ 4
grote tijdperken
Leerdoel 2; Je kunt de geologische geschiedenis van de aarde in grote
lijnen beschrijven
Elke periode wordt ingedeeld door:
- geologische gebeurtenissen
- opvallende klimatologische omstandigheden
- voorkomen van bepaalde levensvormen
Carboon
- dichtst bij evenaar
- tropisch laaglandmoeras → dikke pakketten veen + afzettingen → dieper in zee +
temperatuur → steenkool (ontstaan uit veen) + ontstaan aardgas
- continenten convergent naar elkaar bewegen → hoge gebergten (bv. Ardennen)
Perm
- 2 continenten aan elkaar vast → supercontinent Pangea
- grote temperatuurverschillen
- Nederland (zoutwoestijn) aan rand van ondiepe zee → zee overstroomt → dikke
pakketten zout
- uitstervingsgolf → 96% diersoorten in zee en 75% op land uitgestorven
- kwam vooral door grootschalige vulkaanuitbarstingen
Mesozoïcum
- tijdperk van dinosaurussen
, - 3 perioden: Trias, Jura en Krijt
- Trias
- Supercontinent Pangea valt uit elkaar (kleinere continenten)
- Tijdens Krijt
- temperaturen veel hoger dan nu
- Nederland → hoogte van Spanje en in ondiepe zee
- Einde van Krijt
- grote asteroïde (inslag) → vloedgolven en stof in atmosfeer geblazen →
temperatuur daalt → 75% van diersoorten stierf uit (ook dinosaurussen)
Kenozoïcum
- Tertiair en Kwartair
- dieren en planten van nu
- laatste periode van Kenozoïcum → moderne mens
- Nederlandse landschap → gevormd in Kwartair
- oprukkende landijs → stuwwallen, later wind laat zand en löss achter +
zee/rivieren laten zand en klei achter → Nederland gevormd (sedimenten liggen
nog aan oppervlak van Nederland)
Leerdoel 3; Je kunt uitleggen wat het actualiteitsprincipe is
Wetenschappers houden zich bezig met paleogeografie en geomorfologie
Paleogeografie → beweging aardplaten + ontstaan gebergten en oceanen
Geomorfologie → processen en verschijnselen die verschillende landschappen vormgeven
(bv. bewegende aardplaten of vulkanisme)
Actualiteitsprincipe = wat nu zo gebeurt, is waarschijnlijk vroeger ook zo gebeurd (dus op
dezelfde manier). (mentaliteit van wetenschappers)
2.2 Platentektoniek
Leerdoelen
1. Je kent de lagen waaruit de aarde is opgebouwd
2. Je kent drie soorten plaatgrenzen
3. Je kunt plaatbewegingen verklaren
Leerdoel 1; Je kent de lagen waaruit de aarde is opgebouwd
Aardkern: hoogste dichtheid