100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting bacteriologie en serologie: bacteriën (deel 1 )

Rating
-
Sold
-
Pages
17
Uploaded on
11-12-2024
Written in
2024/2025

Een volledige samenvatting van de eerste powerpoint/cursus (bacteriën) van bacteriologie en serologie. Deze samenvatting is gemaakt m.b.v. de cursus en eigen lesnotities (academiejaar ).

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 11, 2024
File latest updated on
January 9, 2025
Number of pages
17
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Deel 1: Bacteriën
Groep 1: Orde des Spirochaetales
→ Het zijn spirochaeten (spiralen)

Er zijn 3 belangrijke geslachten binnen de Orde des Spirochaetales:
1. Geslacht Treponema → T. pallidum veroorzaakt Syfilis
2. Geslacht Borrelia → B. burgdorferi sensu lato veroorzaakt de ziekte van Lyme
3. Geslacht Leptospira → L. interrogans veroorzaakt de ziekte van Well


Treponema pallidum:
▪ Is een strikt menselijke parasiet → wordt niet gezien bij dieren of in de omgeving

▪ Veroorzaakt Syfilis of Lues

▪ Is zeer gevoelig aan temperatuurveranderingen
→ De optimale temperatuur voor de groei ligt tussen 35 – 40°C (lichaamstemperatuur)
→ Als de temperatuur buiten dit bereik valt (vooral bij afkoeling) wordt T. pallidum snel
inactief en niet meer levensvatbaar

▪ Overdracht:
➢ Via seksueel contact (SOA)
➢ Congenitaal → overdracht van moeder op kind
➢ Via een bloedtransfusie → is uiterst zeldzaam!

▪ Pathogeen vermogen:
➢ De seksueel verworven vorm verloopt in 3 stadia
1) Primaire syfilis
­ 2 à 4 weken na seksueel contact ontstaat er een zweer of ulcus
→ De boorden van deze zweer zijn stevig (= harde sjanker)
­ De sjanker is meestal pijnloos + geneest spontaan zonder behandeling
­ Is een zeer besmettelijke fase!
­ De randen van de zweer zijn heel rijk aan T. pallidum
→ Dit is zeer besmettelijk
→ In theorie is T. pallidum microscopisch aantoonbaar
→ In de praktijk wordt het microscopisch niet meer echt aangetoond

2) Secundaire syfilis
­ 1 à 2 maanden na het eerste stadia treden er veralgemeende infecties op
→ Rash (huiduitslag) op o.a. de handpalmen + voetzolen,
lymfeklierzwellingen met lichte koorts en hoofdpijn
­ De bacteriën hebben hun originele plaats verlaten via de bloedbaan
­ Het aantal T. pallidum is nog toegenomen (in het bloed)
→ Zeer besmettelijk bij contact met bloed
→ Ze zijn zichtbaar onder een donkerveldmicroscoop

, 3) Tertiaire syfilis
­ Dit stadia is tegenwoordig uiterst zeldzaam + is zeer weinig besmettelijk
­ Treedt alleen op als de vroege stadia niet behandeld is met antibiotica
­ Na de secundaire syfilis kan de infectie overgaan in een latente fase
waarin er geen zichtbare symptomen zijn
→ Deze fase kan jaren duren, maar de bacterie blijft in het lichaam
aanwezig
→ Bij sommige patiënten ontwikkelen er late verwikkelingen:
◦ Chronische granulomateuse ontsteking (gumma)
◦ Cardiovasculaire lues → kan leiden tot scheuren in de aorta
◦ Neurosyfilis (degeneratie van het ruggemerg)

➢ De congenitale vorm (van moeder op kind doorheen de placenta)
→ Gevolgen:
­ Dood van de vrucht
­ Symptomen tijdens de eerste levensjaren van het kind
→ Grote lever, botaandoeningen, …
­ Symptomen tijdens de kleuterleeftijd
→ Ontwikkelingsstoornissen, doofheid, afwijkingen, CZS, …

➢ Syfilis t.g.v. een bloedtransfusie
→ Is uiterst zeldzaam omwille van 2 redenen:
­ Temperatuurgevoeligheid van T. pallidum
→ Bloed voor transfusies wordt meestal bewaard bij ± 4°C, wat te koud
is voor T. pallidum om te overleven
---> Hierdoor wordt het risico op overdracht via bloedproducten
aanzienlijk verminderd
­ Screening van bloeddonoren
→ Donoren worden grondig gescreend op besmettelijke ziekten,
waaronder syfilis
---> Hierdoor is het risico op overdracht via een bloedtransfusie
vrijwel uitgesloten

▪ Labo-diagnose:
➢ Microscopie (wordt NIET meer toegepast in routine)
➢ Cultuur (wordt NIET meer toegepast in routine)
➢ Serologische diagnose van:
1) Specifieke antistoffen
→ Zijn gericht tegen specifieke T. pallidum antigenen
→ Ontstaan het eerst + verdwijnen het traagst na behandeling
2) Niet-specifieke antistoffen
→ Zijn gericht tegen cardiolipine-cholesterol-lecithine antigenen
→ Ontstaan later in het verloop van de infectie + verdwijnen het snelst na
behandeling

, ▪ Technieken/testen voor het aantonen van de specifieke AS:
1) Fluorescent Treponemal Antibody (FTA):
➢ Maakt gebruik van fluorescentie om de aanwezigheid van AS tegen T. pallidum
aan te tonen
→ De fluorescentie wordt onder de microscoop bekeken
➢ Er treedt geen agglutinatie op!
2) Treponemal pallidum haemagglutionation (TPHA):
➢ Is de meest gebruikte techniek voor het aantonen van specifieke AS
➢ De techniek is een haemagglutinatie (AG worden in een reagenspotje
gebonden aan RBC, na reactie met AS ontstaat er agglutinatie van de RBC)


▪ Technieken voor het aantonen van niet-specifieke AS:
1) Venereal Disease Research Laboratory (VDRL)
Beide agglutinatietesten
2) Rapid Plasma Reagin (RPR)


▪ Interpretatie van de serologische diagnose:
➢ Na een succesvolle behandeling moeten niet-specifieke AS negatief worden
→ Bij primaire syfilis na 1 jaar
→ Bij secundaire syfilis na 2 jaar
➢ Specifieke AS blijven vaak levenslang positief (= serologisch litteken)
→ Bij een heel vroegtijdige behandeling kan soms een negativatie optreden
➢ Na re-infectie is er een duidelijke titerstijging van de niet-specifieke AS
➢ Een overzicht:
Specifieke AS Niet-specifieke AS Interpretatie
– – Geen syfilis
+ – Zeer recente syfilis OF laat behandelde syfilis
+ + Syfilis
– + Vals positief
→ Neg/Neg = geen syfilis maar dit kan ook betekenen dat je nog maar in de incubatiefase zit
En dus nog een AS hebt geproduceerd
→ Vals-positief want:
Niet-specifieke testen meten AS die niet specifiek zijn voor syfilis en die dus ook
door andere omstandigheden kunnen worden geproduceerd (bij 1-2% van de bevolking)
---> O.a. na immunisatie, tijdens de zwangerschap, auto-immuunziekten, …
---> Daarom wordt een positieve uitslag in een niet-specifieke test altijd bevestigd
met een specifieke test die specifiek kijkt naar antilichamen tegen T. pallidum

➢ Het prozone-fenomeen = als er zoveel AS zijn dat de test zegt dat het negatief is
→ Hoge antistoftiters interfereren met de agglutinatie van AG-AS complex
met als gevolg een negatieve agglutinatiereactie
→ Dit zorgt voor vals negatieve resultaten
→ Vnl. in het secundaire stadium

▪ Behandeling: Penicilline (eerste keus)

▪ Preventie: er is geen vaccin beschikbaar → dus gebruik van condooms (“safer sex”)

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
nimarnatin Plantijn Hogeschool van de provincie Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
34
Member since
2 year
Number of followers
7
Documents
73
Last sold
1 month ago

4.5

21 reviews

5
17
4
1
3
1
2
0
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions