hele samenvatting kind en ontwikkeling

INHOUDSTAFEL
0. Introductie
1. Anamnese en klinisch onderzoek
2. Adaptatie geboorte
3. Ontwikkelingsdomeinen
4. Adaptatie geboorte (zie hoofdstuk 2)
5. Inleiding tot dysmorfologie
6. Exantheem ziekten en vaccins
7. Embryologie
8. Inleiding farmacodynamiek bij het kind
9. Circulatoire veranderingen bij de geboorte
10. Ontwikkeling van de nierfunctie
11. Icterus
12. Evaluatie van de ontwikkeling
13. Fysiologie en functie maag-darm-leverstelsel
14. Semiologie – GI aanlegstoornissen
15. Groei
16. Gastro-enteritis, persisterende diarree, borstvoeding
17. Voeding van het gezonde kind
18. Wat als het misloopt in de ontwikkeling?
19. Zindelijksheidsproblemen
20. Chirurgische aanpak van congenitale afwijkingen van urogenitaalstelsel
21. Metabole screening van pasgeborene
22. Puberteit
23. Slaap-waakpatroon kinderen
24. De pathogenese van acute hoest

,ANAMNESE EN LICHAMELIJK ONDERZ.
CASUS:

 Recurrente koorts: 38,8°C
 Anorexie
o Wilt niet meer eten
 Neusloop en hoesten
 Rash
o Rode wangen




ANAMNSE
WAT IS BELANGRIJK BIJ ANAMNESE?

Aanpak? Structuur voor ondervraging!

 Setting = Situation
 In kindergeneeskunde hangt het van af hoe je je gedraagt bij een baby of puber bij de
ondervraging
 Alles moet aangepast zijn aan de situatie

Stijl– Vaardigheden (skills)

 Verbaal
 Niet verbale communicatie: lichaamstaal is heel belangrijk

Leeftijd aangepast!

taalgebruik als lichaamstaal moet
leeftijd aangepast zijn:
1. Zuigeling: Als men het heeft
over een zuigeling = infant. Binnen deze
groep zijn de baby’s die minder dan 4
weken zijn noemen we neonaten.
2. Peuter
3. Kleuter
4. Lagere schoolkind
5. Adolescent

Safety

 Wassen?
 Alcogel!
o Bij kindergeneeskunde komen ze veel in contact met stoelgang en urine  handen
wassen
 Geen lange mouwen, geen horloges, geen ringen
 Elke dag een verse doktersjas

,INHOUD
 Verwelkoming = ID
o Jezelf!
o Patiënt
o Begeleider van de patiënt
 Huidig probleem ondervragen
o Wat kan ik voor u doen?
 Reden van de komst te weten komen
o Extraheer de hoofdklacht (max 3 )
o Extraheer de hulpvraag

CASUS:

 Recurrente koorts
 Anorexie
o Wilt niet meer eten
 Neusloop en hoesten
 Rash

Wat is de hoofdklacht? Recurrente koorts



LANDSCHAP

Als men de hoofdklacht heeft ontdekt  landschap vormen voor die hoofdklacht

 Landschap anorexie = heel groot
 Landschap koorts = landschap wordt kleiner maar nog altijd heel groot
 Landschap hoest = men zoemt al in in een bepaalde ziekte
 Landschap rash = heel klein landschap

OORZAKEN

Grote groepen oorzaken van afwijkingen

 Aangeboren?
o Anatomische fout?
o Functioneel fout? Welk orgaansysteem?
o Genetisch?
 Verworven?
o Infectie
o Intoxicatie
o Functioneel fout? Welk orgaansysteem?
o Trauma
 Combinatie: verworven op voorafbestaande

Waarom doet men dit? Tijdens anamnese kunnen we onderscheidt gaan maken tussen die
groepen en dan wordt het landschap kleiner.

, WIE IS DIT KIND?
Structuur = historisch verloop van het kind boven water te krijgen  = voorgescheidenis

Begint bij de conceptie van de baby

 Waarom wilt men dit weten? Genetische afwijkingen,…..  men wilt kijken of het kind van
genetisch verwand is met de begeleider die mee is naar het ziekenhuis
o Kan ook via een donor gaan  dit is belangrijk
 Hoe gaat men dit vragen? Is dit eerste kindje? + is dit eerste zwangerschap?
 G P A
o Gravida: hoeveelheid zwangerschappen
o Partus: hoe was de bevalling en hoeveel kinderen heeft men al op de wereld gebracht
o Abortus
 Vlot verloop van de zwangerschap?
o Afwezigheid/ aanwezigheid van complicaties
o termijn zwangerschap? (40 weken of korter of
langer)
o eclampsie  hoe ondervragen? opgenomen
geweest OF magnesium bakster gehad  bij
eclampsie krijgt men magnesium)
 vragen of er ooit iets gezien is op de echo tijdens de
zwangerschap
 er zijn heel veel verschillende dingen die kunnen gebeuren
tijdens de zwangerschap en invloed kunnen hebben op de
baby

Partus: items?

 Hoe lang moeten blijven in het ziekenhuis na de bevalling
 Was de baby op tijd?
o Hoeveel weken was je zwanger?
o Hoeveel weegt de baby?
 Apgar score: geeft het idee of de overgang van intra uterien naar extra uterien goed is verlopen




 Biometrie: hoe lang baby + hoeveel weegt hij + hoofdomtrek

Zuigeling/Peuter/ Kleuter: items?

 Voeding
 Vaccineren
 Groeien
 Ontwikkelen