Samenvatting Bio H5: voortplanting
Paragraaf 1: voortplanting en hormonen
Hormonen regelen veel bijv. groei/ontwikkeling lichaam/hartslag. (Zelfde bij mannen en vrouwen)
- Voortplantingsstelsel (bij mannen en vrouwen verschillend) ook aangestuurd door hormonen. De
geslachtshormonen zijn dus anders.
- Hormoonklieren maken hormonen in het hormoonstelsel.
Geslachtshormonen verantwoordelijk voor ontwikkeling van specifieke mannelijke/vrouwelijke
geslachtskenmerken (daaraan herken je of het een jongen/meisje is)
- Klier in de hersenen, de hypofyse, produceert hormonen die de productie van geslachtscellen
aanstuurt. Bij manzaadcellen, bij vrouweicellen
Geslachtskenmerken: bij mannen (groei baard- en borsthaar en
geslachtsdelen) bij vrouwen (lichaamsvorm, aansturen menstruatiecyclus
en geslachtsdelen)
- Primair: vanaf de geboorte aanwezig
- Secundair ontstaan vanaf je 10e jaar (borsthaar)
Waardoor: je komt in de puberteit en door hormonen
(regelen allerlei processen in je lichaam) verander je.
- Lichamelijke veranderingen
- Sociale veranderingen
Naast je ouders nu ook vrienden van invloed
- Geestelijke veranderingen
Seksualiteit, volwassen worden (over andere dingen nadenken)
Paragraaf 2: mannelijk voortplantingsstelsel
- Inwendige en uitwendige organen (penis en
balzak met daarin 2 teelballen).
- Als jongen in puberteit komt gaan teelballen
(eigen bijbal en zaadleider) gezonde zaadcellen
maken, daarom hangt de balzak buiten het
lichaam voor een temp. iets lager dan 37
graden.
Zaadcellen gevormd in de zaadbuisjes in de teelballen
1. Bijballen slaan dit op.
2. Via zaadleiders verlaten zaadcellen het lichaam
zwemmend door zaadvocht
3. Sperma= zaadcellen+ zaadvocht (vocht en voedingsstoffen). Het prostaat en het zaadblaasje voegen
zaadvocht toe aan de zaadcellen.
4. Zaadleiders komen uit bij de urinebuis (buis binnen de penis). Hier verlaten sperma en urine het
lichaam.
5. Spier achter blaas zorgt ervoor dat er geen urine in de urinebuis komt tijdens zaadlozing.
6. Als sperma het lichaam uit wil moet penis in erectie zijn. Er wordt dan bloed in de sponsachtige
zwellichamen gepompt.
7. Zaadcel heeft een zweepstaart, dat is een staartje die die heen en weer kan bewegen om te
zwemmen in de kop zit de celkern en daarin zit erfelijk materiaal, de celkern van de man
gaat naar de eicel van de vrouw en zo geeft je vader half en je moeder half. In elke zaadcel
zit ander erfelijk materiaal want anders zouden alle broers en zussen hetzelfde zijn. Je vader
bepaalt of je een jongen of meisje bent.
, Paragraaf 3: vrouwelijk voortplantingsstelsel
Eicellen worden gevormd in de twee eierstokken
- Eierstokken met eicellen altijd al aanwezig
bij vrouw nog niet volgroeid
- Vanaf pubertijd start hypofyse met
produceren van hormonen zorgen ervoor
dat één van de cellen verder ontwikkelt en
rijpt. (gebeurt hierna elke maand)
Route eicel:
- Eicel die ontwikkelt wordt omgeven door cellen (beschermen en
voeden) follikel
- Op een moment barst de follikel eicel komt in eileider (noem je
ovulatie/eisprong)
- Niet bevrucht: sterft eicel na een dag
- Wel bevrucht:
Bevruchting in eileider (samensmelting zaadcel +eicel vormt
erfelijk materiaal) de zaadcellen van de man moeten naar de
eileider waar de eicel zit. De helft is zaadcelkern en de helft is
eicelkern, daardoor is iedereen uniek. Het klompje cellen gaat
delen en de celdelingen gaan zich verplaatsen naar de
baarmoeder. Ze gaan zich vastmetselen in de trilharen in de baarmoederwand.
Baarmoederslijmvlies (voeding).
Verplaatsing eicel trilhaartjes aan binnenkant van eileider (richting baarmoeder)
Baarmoeder hol orgaan met gespierde wand
- Hierin groeit de bevruchte eicel uit tot baby
- Kleine opening aan onderzijde= baarmoedermond en aan de andere kant zit vagina
(geboortekanaal) via hier wordt de baby geboren.
- Opening van vagina naar buiten= vulva (bedekt door schaamlippen voor bescherming)
- Hierboven zit kleinere opening voor urine, gevoelige clitoris ligt hier net boven.
Man Vrouw
Miljoenen zaadcellen 1 eicel
Leven lang productie zaadcellen Productie eicellen tot overgang
Gedeeltelijk buiten lichaam: teelballen Alle onderdelen binnen lichaam
Erg gevoelig voor prikkels Mindergevoelig voor prikkels
Man produceert vanaf de puberteit zaadcellen Vrouw heeft al hele leven eicel, alleen moet in
de puberteit gaan rijpen.
Paragraaf 4: menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus maandelijkse cyclus van de baarmoeder (klaarmaken voor zwangerschap)
- Zodra eicel in eileider terechtkomt, ondergaat baarmoeder veranderingen
- Slijmvlieslaag in baarmoeder wordt dikker. Voor eventuele zwangerschap
- Tijdens zwangerschap blijft de laag dik. Geen bevruchte eicel sterft de slijmvlieslaag af.
Dit gebeurt in de vorm van menstruele bloeding.
Paragraaf 1: voortplanting en hormonen
Hormonen regelen veel bijv. groei/ontwikkeling lichaam/hartslag. (Zelfde bij mannen en vrouwen)
- Voortplantingsstelsel (bij mannen en vrouwen verschillend) ook aangestuurd door hormonen. De
geslachtshormonen zijn dus anders.
- Hormoonklieren maken hormonen in het hormoonstelsel.
Geslachtshormonen verantwoordelijk voor ontwikkeling van specifieke mannelijke/vrouwelijke
geslachtskenmerken (daaraan herken je of het een jongen/meisje is)
- Klier in de hersenen, de hypofyse, produceert hormonen die de productie van geslachtscellen
aanstuurt. Bij manzaadcellen, bij vrouweicellen
Geslachtskenmerken: bij mannen (groei baard- en borsthaar en
geslachtsdelen) bij vrouwen (lichaamsvorm, aansturen menstruatiecyclus
en geslachtsdelen)
- Primair: vanaf de geboorte aanwezig
- Secundair ontstaan vanaf je 10e jaar (borsthaar)
Waardoor: je komt in de puberteit en door hormonen
(regelen allerlei processen in je lichaam) verander je.
- Lichamelijke veranderingen
- Sociale veranderingen
Naast je ouders nu ook vrienden van invloed
- Geestelijke veranderingen
Seksualiteit, volwassen worden (over andere dingen nadenken)
Paragraaf 2: mannelijk voortplantingsstelsel
- Inwendige en uitwendige organen (penis en
balzak met daarin 2 teelballen).
- Als jongen in puberteit komt gaan teelballen
(eigen bijbal en zaadleider) gezonde zaadcellen
maken, daarom hangt de balzak buiten het
lichaam voor een temp. iets lager dan 37
graden.
Zaadcellen gevormd in de zaadbuisjes in de teelballen
1. Bijballen slaan dit op.
2. Via zaadleiders verlaten zaadcellen het lichaam
zwemmend door zaadvocht
3. Sperma= zaadcellen+ zaadvocht (vocht en voedingsstoffen). Het prostaat en het zaadblaasje voegen
zaadvocht toe aan de zaadcellen.
4. Zaadleiders komen uit bij de urinebuis (buis binnen de penis). Hier verlaten sperma en urine het
lichaam.
5. Spier achter blaas zorgt ervoor dat er geen urine in de urinebuis komt tijdens zaadlozing.
6. Als sperma het lichaam uit wil moet penis in erectie zijn. Er wordt dan bloed in de sponsachtige
zwellichamen gepompt.
7. Zaadcel heeft een zweepstaart, dat is een staartje die die heen en weer kan bewegen om te
zwemmen in de kop zit de celkern en daarin zit erfelijk materiaal, de celkern van de man
gaat naar de eicel van de vrouw en zo geeft je vader half en je moeder half. In elke zaadcel
zit ander erfelijk materiaal want anders zouden alle broers en zussen hetzelfde zijn. Je vader
bepaalt of je een jongen of meisje bent.
, Paragraaf 3: vrouwelijk voortplantingsstelsel
Eicellen worden gevormd in de twee eierstokken
- Eierstokken met eicellen altijd al aanwezig
bij vrouw nog niet volgroeid
- Vanaf pubertijd start hypofyse met
produceren van hormonen zorgen ervoor
dat één van de cellen verder ontwikkelt en
rijpt. (gebeurt hierna elke maand)
Route eicel:
- Eicel die ontwikkelt wordt omgeven door cellen (beschermen en
voeden) follikel
- Op een moment barst de follikel eicel komt in eileider (noem je
ovulatie/eisprong)
- Niet bevrucht: sterft eicel na een dag
- Wel bevrucht:
Bevruchting in eileider (samensmelting zaadcel +eicel vormt
erfelijk materiaal) de zaadcellen van de man moeten naar de
eileider waar de eicel zit. De helft is zaadcelkern en de helft is
eicelkern, daardoor is iedereen uniek. Het klompje cellen gaat
delen en de celdelingen gaan zich verplaatsen naar de
baarmoeder. Ze gaan zich vastmetselen in de trilharen in de baarmoederwand.
Baarmoederslijmvlies (voeding).
Verplaatsing eicel trilhaartjes aan binnenkant van eileider (richting baarmoeder)
Baarmoeder hol orgaan met gespierde wand
- Hierin groeit de bevruchte eicel uit tot baby
- Kleine opening aan onderzijde= baarmoedermond en aan de andere kant zit vagina
(geboortekanaal) via hier wordt de baby geboren.
- Opening van vagina naar buiten= vulva (bedekt door schaamlippen voor bescherming)
- Hierboven zit kleinere opening voor urine, gevoelige clitoris ligt hier net boven.
Man Vrouw
Miljoenen zaadcellen 1 eicel
Leven lang productie zaadcellen Productie eicellen tot overgang
Gedeeltelijk buiten lichaam: teelballen Alle onderdelen binnen lichaam
Erg gevoelig voor prikkels Mindergevoelig voor prikkels
Man produceert vanaf de puberteit zaadcellen Vrouw heeft al hele leven eicel, alleen moet in
de puberteit gaan rijpen.
Paragraaf 4: menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus maandelijkse cyclus van de baarmoeder (klaarmaken voor zwangerschap)
- Zodra eicel in eileider terechtkomt, ondergaat baarmoeder veranderingen
- Slijmvlieslaag in baarmoeder wordt dikker. Voor eventuele zwangerschap
- Tijdens zwangerschap blijft de laag dik. Geen bevruchte eicel sterft de slijmvlieslaag af.
Dit gebeurt in de vorm van menstruele bloeding.