STEROÏDHORMONEN (EXAMEN)
A. WAARTOE BEHOORT HET GM?
- Receptoren: GM die inwerken op transcriptie-gerelateerde receptoren > intracellulaire receptoren
- Steroïdreceptoren > steroïdhormonen
B. WERKINGSMECHANISME
- Boodschappermolecule, nl. steroïdehormoon gaat doorheen het celmembraan en bindt op
steroïdereceptor
› Steroïdereceptor heeft 3 bindingsplaatsen, nl:
Bindingsplaats voor ligand (C-terminaal)
Bindingsplaats voor heat shock proteïne
Bindingsplaats voor DNA
› Complexatie van receptor met zink (opgevouwen structuur) = DNA-bindend domein =
Zinkvingers
- Heat shock proteïne koppelt zich los van het complex
› Dit is het signaal voor het complex om zich naar de celkern te verplaatsen
- DNA wordt naar mRNA omgezet wat in het cytosol vertaald wordt naar een proteïne
- OPM: Trage signaaltransductie GCPR (snelste effect) en ionenkanalen (relatief snel effect)
Pagina 1 van 91
,INTRACELLULIARE RECEPTOREN
C. STRUCTUUR-ACTIVTEITSRELATIE
SAR precursor
- Steraan = cyclopentanoperhydrofenantreen (Nummering
kennen!)
- Verknopingen in ring zorgt voor verschillende structuren en
weinig/ geen draaibare verbindingen (starre structuur)
› Anti en syn:
o Vb. A/B: kijken naar de binding van ring B die
ring A en C verbinden met elkaar (binding 9-
10)
o Vb. B/C: kijken naar de binding van ring C die ring B en D met elkaar verbinden
(binding 8-14)
o Anti wanneer 2 H-atomen aan verschillende kanten van het vlak staan (de ene boven
en de andere onder het vlak) Syn wanneer 2 H-atomen aan dezelfde kant van het
vlak staan
› Trans en cis:
o Kijken naar de gemeenschappelijk binding tussen 2 ringen
o Vb. A/B: kijken naar binding tussen 5-10
o Vb. B/C: 8-9
o Vb. C/D: 13-14
› Cholestaan:
A/B trans-anti
B/C trans-anti
C/D trans
› Coprostaan:
A/B cis
B/C trans
C/D trans
Pagina 2 van 91
,INTRACELLULIARE RECEPTOREN
› Cardenolide
A/B cis
B/C trans
C/D cis
- Stereomeren
› Epi: isomeer op 1 chirale koolstof (1 van de oorspronkelijke chirale centra is veranderd)
› Retro: vicinale diastereomeer (meer dan 1 van de oorspronkelijke chirale centra is veranderd)
› Allo: epimeer op C5
- Menselijke steroïdhormonen (structuren kennen!)
› Oestrane:
Bijkomende substituent op C13, nl. een extra methylgroep (= C18)
basisskelet voor oestradiol
› Andostrane:
Basisskelet voor testosteron
Bijkomende substituent op C13, nl. een extra methylgroep (= C18)
Bijkomend substituent op C10 , nl. extra methylgroep (= C19)
› Pregnane:
Bijkomende substituent op C13, nl. een extra methylgroep (= C18)
Bijkomend substituent op C10, nl. extra methylgroep (= C19)
Bijkomend substituent op C17, nl. extra ethylgroep (= C20 en C21)
Pagina 3 van 91
, INTRACELLULIARE RECEPTOREN
- Biosynthese menselijke steroïdhormonen
› Gemaakt door koolstoffen weg te halen (contradictorisch!)
› Pregnane zal dus eerder gemaakt worden dan androstane en oestrane
› Gebeurt door CYP450 enzymes (oxidatieve reacties)
D. THERAPEUTISCH GEBRUIK
Algemeen gebruik
/
E. ZUUR-BASE EIGENSCHAPPEN
/
F. EXTRA INFORMATIE
Structuren die te kennen zijn:
Progesteron Testosteron
C18, C19
C18, C19, C20 en C21
C20 is secundair alcohol geworden
C20 : carbonyl zuurstof op gebonden
C21 is weg
Oestradiol Hydrocortisone
Pagina 4 van 91