100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting jeugd- en strafrecht

Rating
-
Sold
3
Pages
87
Uploaded on
26-12-2019
Written in
2019/2020

Dit is een volledige samenvatting voor het vak jeugd- en strafrecht gegeven door Annemie Borms. Ik behaalde met deze samenvatting 19/20

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 26, 2019
Number of pages
87
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Jeugd- en strafrecht
DEEL STRAFRECHT
Inleiding
Twee subtakken van strafrecht:

1) Materieel strafrecht (strafrecht in de strikte zin) = geheel van rechtsregels die bepalen:

 Welke gedragingen strafbaar worden gesteld
 Met welke strafrechtelijke sancties daarop kan worden gereageerd

 Richt zich tot de burger en bestaat uit verbodsbepalingen.
Regels hieruit worden door de gemeenschap als ‘vanzelfsprekend’ ervaren, d.w.z. in
overeenstemming met je eigen ‘rechtsgevoel’.

2) Formeel strafrecht (= strafprocesrecht): bepaalt hoe daders van misdrijven worden opgespoord,
vervolgd en berecht. Het zijn procedurele spelregels die gericht zijn tot de overheid, die ze moet
toepassen.
Wanneer een regel uit het strafprocesrecht wordt overschreden leidt dit tot een sanctie die verschilt
naargelang de norm die werd overtreden, bv. de nietigheid van het proces of de onontvankelijkheid
van de strafvordering.
De regels uit het strafprocesrecht worden veel minder begrepen door de publieke opinie.

Strafprocesrecht
2. De twee fasen van een strafproces

2.1. De fase van het vooronderzoek

 In handen van het openbaar ministerie (opsporingsonderzoek) of van de onderzoeksrechter
(gerechtelijk onderzoek).

Bedoeling:

 Verdachte identificeren
 Te onderzoeken of er tegen hem voldoende bezwaren bestaan om hem voor de rechter te
brengen.

De fase heeft een inquisitoir karakter:

 Het vooronderzoek is geheim: geen publiek toegelaten en ook de verdachte en het
slachtoffer worden niet betrokken bij de onderzoeksverrichtingen.
 Het vooronderzoek is niet-tegensprekelijk: de verdachte mag nog niet de tegen hem
verzamelde bewaren weerleggen of verweermiddelen aanvoeren.

2.2. De fase van de terechtzitting (= fase van het onderzoek ten gronde)

 In handen van de vonnisrechter (de politierechtbank, de correctionele rechtbank, het Hof van
Assisen)

Bedoeling uitspraak te doen over volgende vragen:

 Heeft de verdachte het misdrijf inderdaad gepleegd?


1

,  En zo ja, verdient hij dan een straf en zo ja, welke?

Deze fase heeft een accusatoir karakter:

 Openbaar: publiek is toegelaten op de terechtzitting
 Tegensprekelijk: de verdachte mag, wat men tegen hem aanvoert, trachten te weerleggen.

3. De hoofdrolspelers in het strafprocesrecht

3.1. De verdachte

Verdachte (ruime zin) = verzamelnaam voor alle personen tegen wie een strafzaak loopt.
 Maar verschillende ‘statuten’ afhankelijk van onder andere de fase van het strafproces:

 Tijdens de fase van het vooronderzoek:
- Verdachte (strikte zin) = persoon tegen wie een vooronderzoek loopt, in het begin
vaak een onbekende.
Recht: minimumrechten bij ondervraging.
- Inverdenkinggestelde = verdachte aan wie officieel is meegedeeld dat hij wordt
verdacht van een misdrijf. Dit kan enkel binnen een gerechtelijk vooronderzoek.
Recht: vlottere inzage, vragen van onderzoeksdaden, zuivering nietigheden (=
bezwarend materiaal die onrechtmatig is verkregen uit het dossier halen)
 Tijdens de fase van de terechtzitting:
- Beklaagde = verdachte die voor de politierechtbank of voor de correctionele
rechtbank moet verschijnen.
Recht: alle rechten van een procespartij: inzage, tegenspraak
- Beschuldigde = verdachte die voor het Hof van Assisen moet verschijnen.
Recht: alle rechten van een procespartij: inzage, tegenspraak
- Veroordeelde = persoon die door het vonnisgerecht uiteindelijk schuldig werd
bevonden en werd veroordeeld tot een straf, er is dus geen vermoeden van onschuld
meer.

Verschil tussen inverdenkingstelling en inbeschuldigingstelling:

Inverdenkingstelling Inbeschuldigingstelling
Door wie?  onderzoeksrechter Door wie?  Kamer van Inbeschuldigingstelling
(K.I.)
Gevolg?  extra rechten Gevolg?  doorverwezen naar Hof van Assisen

3.2. Het Openbaar Ministerie

= parket of staande magistratuur

3.2.1. Structuur van het Openbaar Ministerie

Er zijn lokale parketten met een Procureur des Konings en substituten.

3.2.2. De rol van het Openbaar Ministerie in strafzaken

A. Het Openbaar Ministerie is geen rechter, maar partij

 Kan geen straffen uitspreken maar vertegenwoordigt de maatschappij en treedt op in haar naam.
Het Openbaar Ministerie kan en mag wel bepaalde zaken buitengerechtelijk afhandelen.




2

,B. Het Openbaar Ministerie stelt (al dan niet) de strafvordering in

 Enige instantie die bevoegd is om een strafzaak voor de rechter te brengen (= aanhangig maken),
met het oog op bestraffing. Dit wordt ook ‘het instellen van de strafvordering’ genoemd. Ze gaat dus
in naam van de maatschappij een straf vragen voor de verdachte aan de rechter.

Het Openbaar Ministerie is niet verplicht een zaak voor de rechter te brengen. Ze kan de zaak ook
seponeren of buitengerechtelijk afhandelen.
Seponeren = zaak niet voor de rechter brengen.
Opm.: Het slachtoffer kan ook een strafprocedure op gang zetten door een burgerlijke partijstelling in
te dienen die de onderzoeksrechter dwingt een vooronderzoek te starten  gericht op het bekomen
van een schadevergoeding.

C. Het Openbaar Ministerie draagt de bewijslast

Het vermoeden van onschuld is een belangrijk principe in het Belgisch strafprocesrecht. De verdachte
wordt onschuldig geacht, tot zijn schuld afdoende wordt bewezen.
 implicaties voor de bewijslast = wie moet bewijzen in een strafprocedure.
Het is het Openbaar Ministerie die de schuld van de verdachte moet aantonen en dus het vermoeden
van onschuld moet trachten te weerleggen.

D. Het Openbaar Ministerie neemt het initiatief tot de uitvoering van een (door de rechter)
uitgesproken straf

Wanneer de vonnisrechter oordeelt dat de verdachte schuldig is aan een misdrijf, en hem een straf
oplegt, is het aan het Openbaar Ministerie om die straf te doen uitvoeren.

3.3. Het slachtoffer

 Geen noodzakelijke partij in het strafproces. Er zijn misdrijven zonder rechtstreekse slachtoffers
en ook wanneer het slachtoffer zich geen burgerlijke partij stelt is hij geen partij in het strafproces.

Meerdere statuten:

 Slachtoffer in het algemeen = iedere persoon en zijn nabestaanden aan wie materiële,
morele en/of lichamelijke schade is toegebracht ten gevolge van een misdrijf.
 Burgerlijke partij = een slachtoffer dat zich inschrijft in een strafproces, met de bedoeling
vergoeding te bekomen voor de geleden schade.
Het is een manier om een burgerlijke vordering in te stellen. Het gebeurt door een verklaring
voor de onderzoeksrechter, de raadkamer of de vonnisrechter.
 Benadeelde = een slachtoffer dat zich niet burgerlijke partij stelt en dus geen partij is in het
proces, maar wel verklaart schade te hebben geleden door het misdrijf. Dit gebeurt bij het
parket.

De rechten zijn verschillend naargelang het statuut:

 Burgerlijke partij: wordt mee partij in strafproces en heeft recht op een schadevergoeding als
hij kan aantonen dat hij schade heeft geleden door de fout van de verdachte.
 Benadeelde: geen partij in het strafproces en geen recht op schadevergoeding. Zijn rechten
bestaan in het krijgen en geven van informatie: mag documenten doen toevoegen aan het
strafdossier en wordt ingelicht over het verder verloop van de zaak.




3

, 3.4. De rechters in een strafproces: onderzoeksrechters, onderzoeksgerechten, vonnisgerechten,
strafuitvoeringsrechtbanken/strafuitvoeringsrechters

Onderzoeksrechters = rechters die optreden tijdens het vooronderzoek, voor zover het gaat om een
gerechtelijk (voor)onderzoek. Ze spreken zich niet uit over de grond van de zaak en leggen dus geen
straffen op, ze hebben enkel een onderzoeksfunctie.

! Niet verwarren met onderzoeksgerechten = de Raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling
De raadkamer bestaat uit een alleenzetelend rechter, de Kamer van Inbeschuldigingstelling is
samengesteld uit 3 raadsheren. Ze hebben beide een rol te vervullen op het einde van de fase van
het vooronderzoek. Omwille van het geheim karakter van het vooronderzoek zetelen ze achter
gesloten deuren.

Vonnisgerechten = de politierechtbank, de correctionele rechtbank en het Hof van Assisen, alsook de
strafkamer bij het Hof van Beroep.
Vonnisrechters = vellen een eindoordeel in de fase van de terechtzitting, hun zittingen zijn openbaar.

Het Hof van Assisen is een bijzonder vonnisgerecht: het bestaat uit 3 beroepsrechters, maar ook uit
12 lekenrechters (jury). De jury wordt door een omslachtige procedure door het lot aangeduid.

Strafuitvoeringsrechtbanken = bevoegd om beslissingen te nemen die een wezenlijke wijziging
inhouden van de duur of de aard van een vrijheidsstraf. Een eerder uitgesproken straf kan hier dus
worden gewijzigd.
! Enkel bevoegd voor veroordeelden die een straf van meer dan 3 jaar hebben opgelopen.
De strafuitvoeringsrechtbanken zijn sinds de invoering van de herziene interneringswet van 2014 ook
bevoegd voor de verdere opvolging van interneringsmaatregelen.

3.5. Justitiehuizen

 Bestaan uit een centrale dienst, 14 justitiehuizen en het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht.

Ze hebben een aantal opdrachten in het kader van de strafprocedure:

 Belangrijke rol bij de opvang en begeleiding van slachtoffers
 Spelen een rol bij de buitengerechtelijke afhandeling van misdrijven (bemiddeling strafzaken)
 Begeleiden, controleren en rapporteren over personen die door een rechter aan
‘voorwaarden’ zijn onderworpen, personen die:
- In voorlopige hechtenis zaten, maar vrijheid onder voorwaarden hebben gekregen
- Probatie-uitstel of probatie-opschorting hebben gekregen
- Een autonome probatiestraf hebben gekregen
- Voorwaardelijk in vrijheid zijn gesteld of beperkte detentie hebben gekregen
- Geïnterneerd waren, maar vrij zijn op proef
 Zij begeleiden, controleren en rapporteren over personen die een werkstraf hebben
gekregen
 Begeleiden en rapporteren over personen die onder elektronisch toezicht zijn geplaatst.




4
$4.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
meredithhuyghebaert Katholieke Hogeschool VIVES
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
40
Member since
6 year
Number of followers
29
Documents
16
Last sold
2 months ago

4.0

4 reviews

5
3
4
0
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions