hulpverleners in een woongroep worden gewaarborgd?’’
Sociale Veiligheid en de organisatie ‘Dagelijks-Leven’
Adviesrapport
Toets 3Z.1.4 Sociale Veiligheid
Social Work
Naam
Studentennummer
Klas
InHolland Rotterdam
2318S3Z14A
Datum
,Inhoudsopgave
Inleiding 3
H1.Definitie vraagstuk 4
1.1 Organisatie: ‘Dagelijks-Leven’ 4
1.2 Doelgroep 4
1.3 Missie organisatie 5
1.4 Visie organisatie 5
1.5 Casus 5
H2. Analyse 7
2.1 De factoren op objectieve- en subjectieve sociale veiligheid 7
2.1.1 Sociaal maatschappelijke factoren 7
2.1.2 Individueel psychische factoren 7
2.1.3 Biologische factoren 8
2.1.4 Groepsdynamische factoren 8
2.2 Wensen, zorgen, belangen en oplossingsmogelijkheden 9
2.2.1 Huidige situatie 9
2.2.2 Zorgen 9
2.2.3 Gewenste situatie 9
2.2.4 Oplossingsmogelijkheden 9
H3. Oplossingsscenario's en voorlopig advies 10
3.1 Adequaat handelen in KBS 10
3.2 Mogelijke voorstellen 11
3.3 Interview 13
H4.Onderbouwde keuze voor specifieke oplossing 15
4.1 Veilig teamklimaat 15
H5. Discussie 16
Literatuurlijst 17
2
, Inleiding
Voor deze toets wordt er een presentatie van vijftien minuten verzorgd, waarin er in woord en beeld een
advies wordt gegeven aan cliënten, medewerkers/ organisatie, burgers of een gemeente over wat zij of
het sociaal werk kunnen doen om de sociale veiligheid in de dagelijks leef/werksituatie te vergroten.
Hierbij gaat het om een complexe beroepssituatie, waarin sprake is van grensoverschrijdend en moeilijk
te begrijpen gedrag in een residentiële setting. Aansluitend aan de presentatie wordt er een
groepsgesprek met medestudenten en vertegenwoordigers uit het werkveld gehouden, waarin vragen
gesteld kunnen worden over het onderzoek en advies. Hierbij wordt laten zien, dat het advies
verantwoord kan worden.
Hiermee wordt aangetoond dat er samen met de mensen om wie het gaat een vraagstuk in beeld
kunnen worden gebracht, dit kan worden geanalyseerd en een passende bijdrage geleverd kan worden
aan de oplossing van het vraagstuk.
3