ZSO 11: Pentosefosfaat pathway – glycosaminoglycanen en glycoproteïne
1. Pentosefosfaat pathway (PPP) en nicotinamide adenine dinucleotide fosfaat
PPP
= hexose monofosfaat shunt
In cytosol
Bevat irreversibele oxidatieve fase gevolgd door reversibele suiker-fosfaat omzettingen
o Oxidatieve fase C1 van G-6-P w vrijgelaten als CO2 en 1 pentose suikerfosfaat en 2
gereduceerde nicotinamide adenine dinucleotide fosfaat (NADPH) w geproduceerd
Pentose fosfaat pathway zorgt voor grootste deel NADPH van lichaam en produceert
ribose 5-fosfaat
o Nodig voor nucleotide biosynthese
o Zorgt voor omzetting van pentosesuikers naar triose en hexose intermediairen van
glycolyse
ATP wordt niet direct gebruikt of geproduceerd
Irreversibele oxidatieve reacties
Bestaat uit 3 irreversibele reacties
Vorming ribulose 5-fosfaat, CO2 en 2 moleculen NADPH / geoxideerd G-6-P molecule
Vooral belangrijk in
1. De lever, lacterende melkklieren en vetweefsel NADPH-dependent biosynthese van
vetzuren.
2. Testes, ovaria, placenta en adrenale cortex: NADPH-dependent biosynthese van steroïd
hormonen.
3. Rode bloedcellen (RBC’s): NADPH-dependent reduction of glutathione (nodig om glutathione
gereduceerd te houden)
A. Dehydrogenatie van glucose 6-fosfaat
Glucose 6-fosfaat 6-fosfogluconolactone
- Door Glucose 6-fosfaat dehydrogenase (G6PD)
- Oxidatie
- Verbruik H2O
- Reductie van NADP+ NADPH
- Snelheidsbepalende stap (rate-limiting step) en
regulerende stap
- Met NADPH competitieve inhibitor van G6PD en hoog NADPH/NADP +-ratio inhibeert het
enzym
o Bij stijgende vraag naar NADPH: ratio ↓ G6PD-activiteit↑ flux doorheen
cyclus↑
- Insuline stimuleert gen voor G6PD
, B. Vorming van ribulose 5-fosfaat
6-fosfogluconolactone 6-fosfogluconaat.
- Door 6-fosfogluconolactone hydrolase
- Hydrolyse
6-fosfogluconaat ribulose 5-fosfaat
- 6-fosfogluconaat dehydrogenase
- Oxidatieve decarboxylatie
- Irreversibel
- Vorming van CO2 en NADPH
Reversibele non-oxidatieve reacties
Vinden plaats in cellen die nucleotiden en nucleïnezuren synthetiseren.
Reversibel
De reacties converteren ribulose 5-fosfaat in:
ribose 5-fosfaat (nodig voor nucleotide synthese)
intermediairen van glycolyse.
Cellen die reducerende biosynthese reacties uitvoeren hebben meer
NADPH nodig dan dat ze ribose 5-fosfaat nodig hebben.
o Daarom zullen transaldolase (transfereert 3 koolstofunits) en transketolase
(transfereert 2 koolstof-units in een thiamine pyrofosfaat [TPP]-requiring reactie)
ribose 5-fosfaat omzetten naar glycolytische intermediairen (F-6-P en Glyceraldehyde
3-fosfaat)
o Bij een hogere nood aan ribose zullen de intermediairen terug omgezet worden.
NADPH gebruik
NADPH verschilt van NADH door aanwezigheid van een fosfaatgroep op één van de
ribose-units.
A. Reductieve biosynthese
NADPH = energierijk molecule
De elektronen van NADPH worden gebruikt in reductieve biosynthese en niet voor transfer
naar zuurstof zoals bij NADH (ETK). In de pentose fosfaat pathway wordt een deel van de energie van
glucose 6-fosfaat opgeslagen in NADPH gebruikt als elektrondonor bij bijv. vetzuursynthese,
cholesterol en steroïd hormoonsynthese
B. Reductie van waterstofperoxide (H 2O2)
H2O2
Is een reactive oxygen species (ROS)
Gevormd door de partiële reductie van zuurstof. (zie FIGA)
Continu gevormd als bijproduct van het aerobe metabolisme oxidatieve stress.
Kunnen schade aan DNA veroorzaken, eiwitten en niet-gesatureerde lipiden en kunnen
leiden tot celdood.
1. Pentosefosfaat pathway (PPP) en nicotinamide adenine dinucleotide fosfaat
PPP
= hexose monofosfaat shunt
In cytosol
Bevat irreversibele oxidatieve fase gevolgd door reversibele suiker-fosfaat omzettingen
o Oxidatieve fase C1 van G-6-P w vrijgelaten als CO2 en 1 pentose suikerfosfaat en 2
gereduceerde nicotinamide adenine dinucleotide fosfaat (NADPH) w geproduceerd
Pentose fosfaat pathway zorgt voor grootste deel NADPH van lichaam en produceert
ribose 5-fosfaat
o Nodig voor nucleotide biosynthese
o Zorgt voor omzetting van pentosesuikers naar triose en hexose intermediairen van
glycolyse
ATP wordt niet direct gebruikt of geproduceerd
Irreversibele oxidatieve reacties
Bestaat uit 3 irreversibele reacties
Vorming ribulose 5-fosfaat, CO2 en 2 moleculen NADPH / geoxideerd G-6-P molecule
Vooral belangrijk in
1. De lever, lacterende melkklieren en vetweefsel NADPH-dependent biosynthese van
vetzuren.
2. Testes, ovaria, placenta en adrenale cortex: NADPH-dependent biosynthese van steroïd
hormonen.
3. Rode bloedcellen (RBC’s): NADPH-dependent reduction of glutathione (nodig om glutathione
gereduceerd te houden)
A. Dehydrogenatie van glucose 6-fosfaat
Glucose 6-fosfaat 6-fosfogluconolactone
- Door Glucose 6-fosfaat dehydrogenase (G6PD)
- Oxidatie
- Verbruik H2O
- Reductie van NADP+ NADPH
- Snelheidsbepalende stap (rate-limiting step) en
regulerende stap
- Met NADPH competitieve inhibitor van G6PD en hoog NADPH/NADP +-ratio inhibeert het
enzym
o Bij stijgende vraag naar NADPH: ratio ↓ G6PD-activiteit↑ flux doorheen
cyclus↑
- Insuline stimuleert gen voor G6PD
, B. Vorming van ribulose 5-fosfaat
6-fosfogluconolactone 6-fosfogluconaat.
- Door 6-fosfogluconolactone hydrolase
- Hydrolyse
6-fosfogluconaat ribulose 5-fosfaat
- 6-fosfogluconaat dehydrogenase
- Oxidatieve decarboxylatie
- Irreversibel
- Vorming van CO2 en NADPH
Reversibele non-oxidatieve reacties
Vinden plaats in cellen die nucleotiden en nucleïnezuren synthetiseren.
Reversibel
De reacties converteren ribulose 5-fosfaat in:
ribose 5-fosfaat (nodig voor nucleotide synthese)
intermediairen van glycolyse.
Cellen die reducerende biosynthese reacties uitvoeren hebben meer
NADPH nodig dan dat ze ribose 5-fosfaat nodig hebben.
o Daarom zullen transaldolase (transfereert 3 koolstofunits) en transketolase
(transfereert 2 koolstof-units in een thiamine pyrofosfaat [TPP]-requiring reactie)
ribose 5-fosfaat omzetten naar glycolytische intermediairen (F-6-P en Glyceraldehyde
3-fosfaat)
o Bij een hogere nood aan ribose zullen de intermediairen terug omgezet worden.
NADPH gebruik
NADPH verschilt van NADH door aanwezigheid van een fosfaatgroep op één van de
ribose-units.
A. Reductieve biosynthese
NADPH = energierijk molecule
De elektronen van NADPH worden gebruikt in reductieve biosynthese en niet voor transfer
naar zuurstof zoals bij NADH (ETK). In de pentose fosfaat pathway wordt een deel van de energie van
glucose 6-fosfaat opgeslagen in NADPH gebruikt als elektrondonor bij bijv. vetzuursynthese,
cholesterol en steroïd hormoonsynthese
B. Reductie van waterstofperoxide (H 2O2)
H2O2
Is een reactive oxygen species (ROS)
Gevormd door de partiële reductie van zuurstof. (zie FIGA)
Continu gevormd als bijproduct van het aerobe metabolisme oxidatieve stress.
Kunnen schade aan DNA veroorzaken, eiwitten en niet-gesatureerde lipiden en kunnen
leiden tot celdood.