Creativiteitstchnieken
• Denken: “processen” / verwerken van informatie
• Denkpatronen: clusters van gegevens volgens een welbepaalde/
gekende weg
• Denkpatronen bouw je op = ervaring
• Creatief denken = denkpatronen doorbreken
• 5 basisvaardigheden
1) Stel je oordeel uit
o Behoud je verwondering
o Vermijd vooroordelen
o Zeg niet altijd ‘ja maar….’
o Bouw verder op ideeën van anderen
o Zoek naar goede en bruikbare elementen in een idee
o Stel vragen ipv te oordelen
o Hou een positieve attitude
o Bekijk het door een andere bril
o Verplaats je in een ander
2) Denk in alternatieven
o Wees niet tevreden met één antwoord
o Er is altijd een andere/betere oplossing
o Zoek nar varianten
o Ga voor veel ideeën (quantity breeds quality)
o Leg de lat hoger
o Zet door, geef niet te snel op
o Maak er een wedstrijd van
o Probeer de vraagstelling alternatief te benaderen
1
, 3) Maak verbindingen
o Zoek naar persoonlijke associaties (dit laat me denken aan…)
o Maak een associatieketting of bloemassociatie
o Kijk wat je kan “stelen uit andere sectoren
o Zoek naar rijmwoorden
o Volg je eerste ingeving
o Verbind “onverbindbare dingen” (forced connection)
o Wees niet bang om gek te doen
4) Observeer beter
o Vergeet wat je al weet
o Kijk opnieuw met een frisse blik
o Neem afstand en bekijk het vanuit een andere dimensie of
hoogte
o Probeer een ander perspectief
o Geef het een andere functie of definitie
o Gebruik AL je zintuigen
o Focus op details
o Blijf vragen stellen (zoals een kind)
5) Gebruik je verbeelding
o Durf te dromen
o Durf speels te zijn
o Verbeeld je de toekomst
o Alles kan en mag
o Denk alle obstakels weg
o Durf risico’s te nemen door hoger te vliegen, gekker te denken
o Denk in beelden, klanken, geuren, kleuren,…
o Ga zover je kan en nog verder
o Ga wamen met anderen uit de bol
2
• Denken: “processen” / verwerken van informatie
• Denkpatronen: clusters van gegevens volgens een welbepaalde/
gekende weg
• Denkpatronen bouw je op = ervaring
• Creatief denken = denkpatronen doorbreken
• 5 basisvaardigheden
1) Stel je oordeel uit
o Behoud je verwondering
o Vermijd vooroordelen
o Zeg niet altijd ‘ja maar….’
o Bouw verder op ideeën van anderen
o Zoek naar goede en bruikbare elementen in een idee
o Stel vragen ipv te oordelen
o Hou een positieve attitude
o Bekijk het door een andere bril
o Verplaats je in een ander
2) Denk in alternatieven
o Wees niet tevreden met één antwoord
o Er is altijd een andere/betere oplossing
o Zoek nar varianten
o Ga voor veel ideeën (quantity breeds quality)
o Leg de lat hoger
o Zet door, geef niet te snel op
o Maak er een wedstrijd van
o Probeer de vraagstelling alternatief te benaderen
1
, 3) Maak verbindingen
o Zoek naar persoonlijke associaties (dit laat me denken aan…)
o Maak een associatieketting of bloemassociatie
o Kijk wat je kan “stelen uit andere sectoren
o Zoek naar rijmwoorden
o Volg je eerste ingeving
o Verbind “onverbindbare dingen” (forced connection)
o Wees niet bang om gek te doen
4) Observeer beter
o Vergeet wat je al weet
o Kijk opnieuw met een frisse blik
o Neem afstand en bekijk het vanuit een andere dimensie of
hoogte
o Probeer een ander perspectief
o Geef het een andere functie of definitie
o Gebruik AL je zintuigen
o Focus op details
o Blijf vragen stellen (zoals een kind)
5) Gebruik je verbeelding
o Durf te dromen
o Durf speels te zijn
o Verbeeld je de toekomst
o Alles kan en mag
o Denk alle obstakels weg
o Durf risico’s te nemen door hoger te vliegen, gekker te denken
o Denk in beelden, klanken, geuren, kleuren,…
o Ga zover je kan en nog verder
o Ga wamen met anderen uit de bol
2