Part 2 -The active membrane, the
efect of neuronal morphology on
fring patterns, and the propagation
of action potentials in axons
Q1
A
In het algemeen is de afspraak dat buiten de cel de omgeving op nul wordt gezet en dat
binnen de cel de omgeving negatef iss en positeve membraanstroom is dan als positeve
ionen naar buiten difunderens
B
Als er bij de situate waarbij in de cel een rustpotentaal is, dan heef natrium buiten de cel
een hogere concentrate dan binnen de cel en kalium heef binnen de cel een hogere
concentrate dan buiten de cels
Bij een actepotentaal heef natrium binnen de cel een hogere concentrate van buiten de
cel en kalium heef buiten de cel een hogere concentrate dan binnen de cels
Dit mechanisme wordt geregeld met behulp van de natrium-kaliumpomps
C
In dit geval wordt deze situate vanuit buiten de cel bekekens Natrium stroomt binnen in de
cel en dit wordt weergegeven als een negateve waardes Kalium stroomt naar buiten en dit
wordt weergegeven met een positeve waardes
Q2
r wordt gebruik gemaakt van onderstaande formule voor Q2:
i m= ǵ L ( V −EL ) + ǵ K n4 ( V −E K ) + ǵ Na m3 h(V −E Na )
A
De variabelen m en h hebben invloed op de stroom van natrium-ionens Dit is te zien in
bovenstaande vergelijkings