Samenvatting Artrosis Deformans heup

Atrosis Deformans (heup)

Casus ‘Atrosis Deformans (heup)’
Naam: Mevr. S

Geslacht: V

Diagnose: Atrosis Deformans Heup rechts, graag je hulp

Korte beschrijving aandoening
Bij gezonde gewrichten werkt het kraakbeen als een soort schokdemper: wanneer het gewricht wordt
belast wordt het vocht uit het kraakbeen geperst, tijdens de ontspanning in het gewricht neemt het
kraakbeen het vocht weer op.
Doordat kraakbeen zeer slecht doorbloed is, is het een kwetsbare structuur. Door deze doorbloeding
is de aanvoer van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen ook sterk beperkt, daarom is het
belangrijk om gewrichten te blijven bewegen zodat tijdens de compressiefase de afvalstoffen
afgevoerd kunnen worden en de voedingstoffen tijdens de ontspanningsfase opgenomen kunnen
worden.

Bij atrose is het gewrichtskraakbeen en het onderliggende subchondrale bot aangetast. De normale
samenstelling van het kraakbeen en het subchondrale bot is verstoord, uiteindelijk kan het kraakbeen
zelfs helemaal verdwijnen.

Als reactie op de verminderde kraakbeen bescherming gaat het bot zijn dragende oppervlak vergroten
om de druk op het gewricht te verminderen. Het gewricht kan daardoor osteofyten vormen.

Ook gaat het bot verharden. De holtes die in gezond bot aanwezig zijn om schokken op te vangen
verdwijnen bij een patiënt met artrose. Het bot veranderd in een veel dichtere structuur waardoor het
minder goed schokken kan absorberen. Als er een beschadiging optreedt in een structuur moeten er
grote hoeveelheden voedingsstoffen en bouwstoffen worden aangevoerd om de schade te herstellen.
Doordat het kraakbeen niet goed doorbloed is zal het herstelproces van de desbetreffende structuur
slecht en zeer langzaam verlopen. Ook door de verminderde beweging van het gewricht raakt het
natuurlijk evenwicht van voedingsstoffen opnemen en afvalstoffen afgeven verstoord wat het
herstelproces belemmert.

Proces artrose:
 Macrofagen (vreetcellen) produceren proteases. Proteases splitsers van eiwitten, ze
kunnen collageen splitsen.
 Die gaan via het synoviaal vloeistof naar de matrix. Bij het splitsen van de eiwitten gaat iets
verkeerd waardoor de proteases via het synoviaal vloeistof bij het kraakbeen komen.
 Metallo-proteases breken macromoleculen af.
 Kraakbeen wordt dunner en gaat kappot. In het kraakbeen krijg je kleine scheurtjes en blaren
(doordat synovia in het bot drukt).
 Stukjes matrix komen in synovia. Die stukjes kraakbeen prikkelen weer de macrofagen die de
proteases weer prikkelen waardoor dit proces nooit stopt.

Veranderingen in structuren bij Artrose:
 Dunner worden en verdwijnen van gewrichtskraakbeen.
 Losse stukjes kraakbeen.
 Subchondrale botcystes, botverdichtingen.
 Ontstoken en verdikt synoviaal membraan.
 Verkort en verdikt gewrichtskapsel.
 Opgerekte mycrofracturen.
 Osteofyten.

, De symptomen van artrose zijn:
 Pijn:
o Deze ontstaat vooral door de reactie van de spieren, banden en het kapsel van het
gewricht.
o Bij heup artrose is de pijn vaak gelokaliseerd in de lies en aan de voor- en laterale
zijde van de heup. De pijn kan ook gelokaliseerd zijn in of uitstralen naar het
bovenbeen en de knie.
 Zwelling:
o Osteofyten benige zwelling.
o Hydrops of synovitis wekedelen of intra-articulaire zwelling.
 Ochtendstijfheid:
o De stijfheid, die altijd hetzelfde is, komt door de veranderingen in het gewricht zelf.
Zowel de startstijfheid en ochtendstijfheid wordt veroorzaakt doordat er in het gewricht
wat meer vocht vrijkomt. Tijdens bewegen zorgt de pompfunctie van het gewricht dat
dit vocht voldoende wordt afgevoerd. Als je stilzit of ligt dan is deze pompfunctie
tijdelijk verminderd waardoor het gewricht wat meer vocht bevat. Als je dan gaat
bewegen is er even een forse stijfheid die vrij snel weer afneemt afhankelijk van de
hoeveelheid vocht en de functie van het gewricht.
 Mobiliteitsbeperking:
o Capsula wordt soms dik en stug.
o Osteofyten.
 Verminderde spierfunctie.
o Gluteus medius en maxiumus
 Crepitaties:
o Deze worden waarschijnlijk veroorzaakt door ruwe gewrichtsoppervlakken en de
benige verdikkingen aan de gewrichtsranden, die langs de ligamenten strijken.
 Slotklachten:
o Dit komt door losse stukjes kraakbeen in het gewricht.

Vaak geen zwelling of roodheid, vaak wel zeurende pijn bij de ontsteking.

Artrose wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:
 Een verminderde afwisseling tussen be- en ontlasting:
o Ouderdomsdegeneratie:
 De syntheseactiviteit van de cellen neemt tijdens het ouder worden af.
Hierdoor treden er veranderingen in de structuren op.
 Gebrek aan positieve fysiologische prikkels die het toenemende gebrek aan
beweging met zich meebrengt.
o Onderbelasting:
 Door onderbelasting wordt het gewrichtskraakbeen niet voldoende gevoed.
Dit heeft een negatief effect op de opbouw en de stabiliteit van het
gewrichtskraakbeen. Door het tekort aan afwisseling van druk worden er niet
voldoende voedingsstoffen aangevoerd dit leidt tot verlies van
grondsubstantie er kan minder water gebonden worden spanning
collageen netwerk neemt af grotere vervormbaarheid van het kraakbeen
sterkere belasting voor collagene fibrillen beschadigingen.
o Overbelasting:
 Overbelasting heeft een traumatiserende werking op het collagene netwerk.
Door een beschadiging van de collagene fibrillen kan de grondsubstantie
plotseling meer water binden omdat ze niet door het collagene netwerk
worden tegen gehouden er vormt een grote opeenhoping van water in de