ANATOMIE EN FYSIOLOGIE BLOK 1.1
Boek: Anatomie en Fysiologie.
Hoofdstuk 7: De bloedsomloop en het lymfestelsel (lymfestelsel niet samengevat).
Les: 18-09-2018 – voorbereiding.
7.1 Inleiding De bloedsomloop en het lymfestelsel:
Soorten bloedvaten:
1. Slagaders (arteriën), bloed stroomt van het hart af (Lat: arteriae).
2. Aders (venen), bloed stroomt naar het hart toe (Lat: venae).
3. Haarvaten (capillairen), allerkleinste bloedvaatjes in de weefsels, hier komen
het bloed en de weefsels nauw met elkaar in contact.
Verdeling 5 liter bloed in de bloedsomloop:
- 1L in de longen.
- 3L in de aders v.d. grote bloedsomloop.
- 1L in de slagaders v.d. grote bloedsomloop in het hart en de haarvaten.
Twee grote slagaders ontspringen uit het hart:
- De Aorta en longslagader.
- Uit de aorta ontspringen slagaders voor alle organen.
- Splitsen in kleinere takken (arteriolen).
- Vertakken in de kleinste bloedvaten Hierdoor wordt het hele lichaam
(haarvaten). van bloed voorzien, dit is een
gesloten systeem.
- Komen weer samen in kleine aders (venulen).
- Komen samen in een grote ader (vene).
- Verzamelen zich tot grotere aders. Een paar grote aders monden
weer uit in het hart.
Het hart (Lat: het cor):
- Ligt centraal in de borstholte (mediastnum).
- De punt van het hart (Lat: de Apex) is naar links gericht.
- De voorzijde van het hart (de voorwand) wordt gevormd door de rechterkamer.
- Tussen de twee kamers in lopen over het hartoppervlak een tak van een
kransslagader.
- De achterzijde en de onderzijde van het hart wordt gevormd door de linkerkamer
en de linkerboezem.
- Vaatsteel: De grote vaten boven het hart, hier hangt het hart aan.
- Het hart rust op het middenrif.
, 7.2.1 Bouw van het hart:
Hartruimtes:
- Het hart bestaat uit twee helfen: de linker en rechterharthelf.
- Dit wordt gescheiden door het tussenschot (Lat: de septa, ev: septum).
- Rechter boezem rechter atria.
- Rechter kamer rechter ventrikel.
- Linker boezem linker atria.
- Linker kamer linker ventrikel.
- In de boezems monden de aders uit, ze ontvangen het bloed uit het lichaam.
- Uit de kamers ontspringen de slagaders, ze pompen het bloed het lichaam in.
Figuur 7.7 De linker- en de
rechterharthelf pompen bloed,
elk in een eigen bloedsomloop.
1. Rechterboezem
2. Rechterventrikel
3. Linkerboezem
4. Linkerventrikel
5. Holle aders
6. Longslagaders
7. Longaders
8. Grote lichaamsslagaders
Hartkleppen:
- De rechterboezemkamerklep – Tricuspidalisklep:
Overgang tussen rechterboezem en rechterkamer.
Bekend onder de naam: drieslippige klep (lat: de valva tricuspidalis).
- De aorta klep (Lat: de valvulae semilunares aortae):
Overgang van de linkerkamer naar de grote lichaamsslagader.
Bekend onder de naam: drie halvemaanvormige klepjes
(Lat: de Valvulae semilunares aortae).
- De longslagaderklep – Pulmonalisklep:
Overgang van de rechterkamer in de longslagader (lat: de valva trunci
pulmonalis).
- De linkerboezemkamer klep – Mitralisklep:
Overgang tussen linkerboezem en de linkerkamer.
Bekend onder de naam: mitralisklep (Lat: de valva mitralis).
Boek: Anatomie en Fysiologie.
Hoofdstuk 7: De bloedsomloop en het lymfestelsel (lymfestelsel niet samengevat).
Les: 18-09-2018 – voorbereiding.
7.1 Inleiding De bloedsomloop en het lymfestelsel:
Soorten bloedvaten:
1. Slagaders (arteriën), bloed stroomt van het hart af (Lat: arteriae).
2. Aders (venen), bloed stroomt naar het hart toe (Lat: venae).
3. Haarvaten (capillairen), allerkleinste bloedvaatjes in de weefsels, hier komen
het bloed en de weefsels nauw met elkaar in contact.
Verdeling 5 liter bloed in de bloedsomloop:
- 1L in de longen.
- 3L in de aders v.d. grote bloedsomloop.
- 1L in de slagaders v.d. grote bloedsomloop in het hart en de haarvaten.
Twee grote slagaders ontspringen uit het hart:
- De Aorta en longslagader.
- Uit de aorta ontspringen slagaders voor alle organen.
- Splitsen in kleinere takken (arteriolen).
- Vertakken in de kleinste bloedvaten Hierdoor wordt het hele lichaam
(haarvaten). van bloed voorzien, dit is een
gesloten systeem.
- Komen weer samen in kleine aders (venulen).
- Komen samen in een grote ader (vene).
- Verzamelen zich tot grotere aders. Een paar grote aders monden
weer uit in het hart.
Het hart (Lat: het cor):
- Ligt centraal in de borstholte (mediastnum).
- De punt van het hart (Lat: de Apex) is naar links gericht.
- De voorzijde van het hart (de voorwand) wordt gevormd door de rechterkamer.
- Tussen de twee kamers in lopen over het hartoppervlak een tak van een
kransslagader.
- De achterzijde en de onderzijde van het hart wordt gevormd door de linkerkamer
en de linkerboezem.
- Vaatsteel: De grote vaten boven het hart, hier hangt het hart aan.
- Het hart rust op het middenrif.
, 7.2.1 Bouw van het hart:
Hartruimtes:
- Het hart bestaat uit twee helfen: de linker en rechterharthelf.
- Dit wordt gescheiden door het tussenschot (Lat: de septa, ev: septum).
- Rechter boezem rechter atria.
- Rechter kamer rechter ventrikel.
- Linker boezem linker atria.
- Linker kamer linker ventrikel.
- In de boezems monden de aders uit, ze ontvangen het bloed uit het lichaam.
- Uit de kamers ontspringen de slagaders, ze pompen het bloed het lichaam in.
Figuur 7.7 De linker- en de
rechterharthelf pompen bloed,
elk in een eigen bloedsomloop.
1. Rechterboezem
2. Rechterventrikel
3. Linkerboezem
4. Linkerventrikel
5. Holle aders
6. Longslagaders
7. Longaders
8. Grote lichaamsslagaders
Hartkleppen:
- De rechterboezemkamerklep – Tricuspidalisklep:
Overgang tussen rechterboezem en rechterkamer.
Bekend onder de naam: drieslippige klep (lat: de valva tricuspidalis).
- De aorta klep (Lat: de valvulae semilunares aortae):
Overgang van de linkerkamer naar de grote lichaamsslagader.
Bekend onder de naam: drie halvemaanvormige klepjes
(Lat: de Valvulae semilunares aortae).
- De longslagaderklep – Pulmonalisklep:
Overgang van de rechterkamer in de longslagader (lat: de valva trunci
pulmonalis).
- De linkerboezemkamer klep – Mitralisklep:
Overgang tussen linkerboezem en de linkerkamer.
Bekend onder de naam: mitralisklep (Lat: de valva mitralis).