NG
2- Kan het gebruik van FDG bij PET verklaren.
Je kan de glucose stofwisseling in maligne tumoren te bestuderen en zichtbaar te
maken. kunnen metastasen aan het licht komen en kan men tumor onderscheiden van
necrose en fibrose.
- Kan de biodistributie verklaren van FDG.
Tot de cellen met een grote glucoseopname behoren hersencellen in de grijze stof,
spiercellen (afhankelijk van arbeid en van de insulineconcentratie), ontstekingscellen
(macrofagen, plasmacellen, lymfocyten en granulocyten) en de meeste typen
malignetumorcellen. Na intraveneuze toediening wordt FDG door de cel vrijwel niet
onderscheiden van glucose. Het FDG dat niet wordt opgenomen in de cel wordt
uitgescheiden via de urine
- Herkent FDG onderzoek van PET.
Er is een normale uptake in de hersenen, hart, nieren, lever, beenmerg, darmen en
actieve spieren.
- Kan de kwaliteitscontrole ‘Homogeniteit’ verklaren.
=> Intrinsieke homogeniteit (meting zonder
collimator, dus alleen gammacamera)
=> Extrinsieke homogeniteit (meting met
collimator = systeemhomogeniteit)
=> Fouten in weergave
meestal door 1 of meer PMT’s
- PMT defect
- versterking PMT’s onjuist
(hoogspanning)
=> Andere mogelijke oorzaken:
-Schade aan collimator
-Schade aan kristal
-Onjuiste werking elektronica
(plaatsbepaling)
4- Kent de verschillende QC testen.
-Homogeniteit (uniformity)
-Plaatsresolutie (spatial resolution)
-Lineariteit (spatial linearity)
-Pixelgrootte (pixel size)
- Kan de verschillende QC verklaren.
● Plaats Resolutie (spatial resolution): Intrinsieke resolutie (R int)
- Geeft aan hoe nauwkeurig het kristal en de PMT’s het signaal weergeven
Collimator Resolutie (R coll)
- Geeft aan hoe nauwkeurig de collimator het signaal weergeeft
Systeem Resolutie (Rsys)
- Geeft de combinatie van de intrinsieke en collimator resolutie aan Rsys= √R2int + R2coll
● Pixelgrootte (pixel size): Voor het meten van afstanden moet de pixelgrootte bekend
zijn.
● Lineariteit (spatial linearity): metingen over x-as, 2- metingen over y-as
Vertekening door werking PMT’s
, Onjuiste weergave resulteert in inhomogeniteit
6- Kan de volgorden in PET FDG onderzoek verklaren.
● de aanvraag bestuderen= dan weet je wat voor onderzoek je gaat doen
● acquisitiegegevens invoeren
● infuus klaarleggen met alcohol en pleister
● het radiofarmacon klaarleggen
● patiënt uit wachtkamer ophalen
● persoonsgegevens controleren met de aanvraag
● uitleggen aan patiënt wat gaat gebeuren
● ontkledingsinstructies geven
● Glucose meten
● patiënt naar het toilet laten gaan
● het infuus (laten) inbrengen
● Het fdg toedienen
● de patiënt 45min laten liggen
● patiënt uit rustkamer halen
● de patiënt in rugligging laten plaatsnemen
● starten acquisitie
● de reconstructies uitvoeren
● de resultaten beoordelen op kwaliteit en opslaan
● de patiënt terug naar huis sturen.
● alles opruimen
9- Kent de voordelen van PET/CT.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een
PET-scan geeft juist een beeld van de stofwisseling van weefsels. Kortere scantijd en een
lagere stralingsblootstelling van de patiënt dan twee afzonderlijke scans. Daarnaast is een
betere vergelijking van PET- en CT-beelden mogelijk, wat leidt tot betere diagnostiek. je
hoeft het lichaam niet in, het is maar een onderzoek inplaats van 2 aparte, gecoördineerde
afstemming en verbeterd patiëntenbeheer
- Begrijpt de eigenschappen van het PET kristal.
scintillatiekristallen zijn onderverdeeld in rechthoekige kolommen van relatief kleine breedte,
hoge dichtheid, snelle vervaltijd, kwaliteit resolutie en snelle en fel oplichtende
16- Kan verklaren welke werkzaamheden in een hotlab plaatsvinden.
elueren, labelen en het controleren van radiofarmica
ECHO
1- De topografische anatomie van de pancreas beschrijven;
2- Kan het gebruik van FDG bij PET verklaren.
Je kan de glucose stofwisseling in maligne tumoren te bestuderen en zichtbaar te
maken. kunnen metastasen aan het licht komen en kan men tumor onderscheiden van
necrose en fibrose.
- Kan de biodistributie verklaren van FDG.
Tot de cellen met een grote glucoseopname behoren hersencellen in de grijze stof,
spiercellen (afhankelijk van arbeid en van de insulineconcentratie), ontstekingscellen
(macrofagen, plasmacellen, lymfocyten en granulocyten) en de meeste typen
malignetumorcellen. Na intraveneuze toediening wordt FDG door de cel vrijwel niet
onderscheiden van glucose. Het FDG dat niet wordt opgenomen in de cel wordt
uitgescheiden via de urine
- Herkent FDG onderzoek van PET.
Er is een normale uptake in de hersenen, hart, nieren, lever, beenmerg, darmen en
actieve spieren.
- Kan de kwaliteitscontrole ‘Homogeniteit’ verklaren.
=> Intrinsieke homogeniteit (meting zonder
collimator, dus alleen gammacamera)
=> Extrinsieke homogeniteit (meting met
collimator = systeemhomogeniteit)
=> Fouten in weergave
meestal door 1 of meer PMT’s
- PMT defect
- versterking PMT’s onjuist
(hoogspanning)
=> Andere mogelijke oorzaken:
-Schade aan collimator
-Schade aan kristal
-Onjuiste werking elektronica
(plaatsbepaling)
4- Kent de verschillende QC testen.
-Homogeniteit (uniformity)
-Plaatsresolutie (spatial resolution)
-Lineariteit (spatial linearity)
-Pixelgrootte (pixel size)
- Kan de verschillende QC verklaren.
● Plaats Resolutie (spatial resolution): Intrinsieke resolutie (R int)
- Geeft aan hoe nauwkeurig het kristal en de PMT’s het signaal weergeven
Collimator Resolutie (R coll)
- Geeft aan hoe nauwkeurig de collimator het signaal weergeeft
Systeem Resolutie (Rsys)
- Geeft de combinatie van de intrinsieke en collimator resolutie aan Rsys= √R2int + R2coll
● Pixelgrootte (pixel size): Voor het meten van afstanden moet de pixelgrootte bekend
zijn.
● Lineariteit (spatial linearity): metingen over x-as, 2- metingen over y-as
Vertekening door werking PMT’s
, Onjuiste weergave resulteert in inhomogeniteit
6- Kan de volgorden in PET FDG onderzoek verklaren.
● de aanvraag bestuderen= dan weet je wat voor onderzoek je gaat doen
● acquisitiegegevens invoeren
● infuus klaarleggen met alcohol en pleister
● het radiofarmacon klaarleggen
● patiënt uit wachtkamer ophalen
● persoonsgegevens controleren met de aanvraag
● uitleggen aan patiënt wat gaat gebeuren
● ontkledingsinstructies geven
● Glucose meten
● patiënt naar het toilet laten gaan
● het infuus (laten) inbrengen
● Het fdg toedienen
● de patiënt 45min laten liggen
● patiënt uit rustkamer halen
● de patiënt in rugligging laten plaatsnemen
● starten acquisitie
● de reconstructies uitvoeren
● de resultaten beoordelen op kwaliteit en opslaan
● de patiënt terug naar huis sturen.
● alles opruimen
9- Kent de voordelen van PET/CT.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een
PET-scan geeft juist een beeld van de stofwisseling van weefsels. Kortere scantijd en een
lagere stralingsblootstelling van de patiënt dan twee afzonderlijke scans. Daarnaast is een
betere vergelijking van PET- en CT-beelden mogelijk, wat leidt tot betere diagnostiek. je
hoeft het lichaam niet in, het is maar een onderzoek inplaats van 2 aparte, gecoördineerde
afstemming en verbeterd patiëntenbeheer
- Begrijpt de eigenschappen van het PET kristal.
scintillatiekristallen zijn onderverdeeld in rechthoekige kolommen van relatief kleine breedte,
hoge dichtheid, snelle vervaltijd, kwaliteit resolutie en snelle en fel oplichtende
16- Kan verklaren welke werkzaamheden in een hotlab plaatsvinden.
elueren, labelen en het controleren van radiofarmica
ECHO
1- De topografische anatomie van de pancreas beschrijven;