plantengezondheid

Plantengezondheid
Leeractiviteit 3
Britt van der Stap - 16 Oktober 2020


Ziekten en plagen
Er bestaan verschillende soorten plantenziektes. Dit kan veroorzaakt worden
door verschillende soorten organismen. De beschadiging door bacteriën,
virussen, schimmels en nematoden worden ziekten genoemd. De aanslag door
mijten, insecten of andere dergelijke dieren zoals volgels, noemt men plagen.
Een plaag is een grote hoeveelheid schadelijke beestjes. Of waar duizenden
nakomelingen uit kan komen.

Nematoden worden meestal aaltjes genoemd. Zij, aaltjes behoren ook tot de
nematoden. Nematoden ook wel bekend als rondwormen, leven in een grote
stam en zijn zeer algemeen voorkomende wormen.

Dierlijke beschadigers
De meest voorkomende plaagdieren bij planten is de spint en de bladluis.
Bladluis veroorzaakt schade. Schade kan ontstaan
doordat deze beestjes sappen uit de bladeren zuigen,
hierdoor afvalstoffen achter laten. Of deze beestjes
vreten het blad direct aan.

De spintmijt is een super klein beestje wat wel meer dan
100 eitjes kan leggen. Een spintmijt behoort tot de
spinachtige, het zijn net als spinnen geleedpotige dieren. Deze diertjes zijn
zeer klein worden ogeneer 0.2 tot 0.5 millimeter. De spint onttrekt sap en
veroorzaakt daardoor beschadigt hierbij het weefsel van plant waardoor het
bladgroen verdwijnt en zelfs kan afsterven.

- Biologische bestrijding (of terwijl de natuurlijke vijand) is een methode om
ongedierte in de land- en tuinbouw te bestrijden door
natuurlijke vijanden van ongedierte te introduceren.
Wanneer je de natuurlijke vijanden verspreid in het
gewas, maken ze de plaag onschadelijk.

Bij de bladluis is de biologische bestrijding de sluipwesp.
De sluipwesp is slechts 2 mm groot. De sluipwesp gebruikt de
bladluis om zich voort te planten. Hij legt als het ware zijn eitje in de bladluis.
In enkele dagen zwelt de bladluis op omdat het eitje binnen in de bladluis
groeit. Hierdoor sterft de bladluis.




1

, - Bij de spint is de biologische bestrijding de roofmijt. De roofmijt dood zijn
prooi doormiddel van de spint te spreken en leeg te zuigen.

Schimmels
Een hele hoop schimmels zijn goedaardig maar slechts 5% kunnen levende
organismen aantasten. Deze schimmels noem je parasitaire schimmels. Van
de 5% leeft een deel op planten, de waardeplant van de plant. De schimmels
die dus op planten leven noem je plantenziektenverwekkende of
plantenparasitaire schimmels.

Sommige schimmels leven op dood organisch materiaal, deze schimmels
noem je saprofieten. Deze saprofieten zijn nuttig want ze zorgen voor het
verteren van dood organisch materiaal (plantaardig en dierlijk).

De meest voorkomende schimmel op planten is de mycorrhiza. Dit is een
mantel van schimmeldraden die de haarwortels van planten omhult.

Schimmels kunnen op elke plek of ruimte groeien, als de omstandigheden er
daartoe doen. Maar het best groeien ze vooral goed in vochtige en benauwde
ruimtes. Schimmels zie je daarom ook het meest in natte zomers. Schimmels
planten zich voort via sporen, deze sporen verspreiden zich via de lucht. Deze
sporen noem je schimmeldraden of terwijl Hyfen. Dit vormt vaak een heel
netwerk. Dit netwerk wordt ook wel schimmelpluis of mycelium. Schimmels
verspreiden zich via onslachtelijke en geslachtelijke sporen. Ze kunnen het
best groeien in vochtige omstandigheden.

De meest voorkomende zijn:
- Roestschimmel: oranje schimmel op balderen. Komt vooral voor bij
stokroos.
- Meeldauw: dit is een dunne, oppervlakkige schimmelaantasting bij planten.
Dit komt voor op diverse plantendelen. Het uit zich in wit of grijze




schimmelpluis.
- Roetdauw: gele en zwarte vlekken op het blad, uiteindelijk valt het blad uit.
- Sneeuwschimmel: deze schimmel komt voor in de winter of het voorjaar. Als
je bij deze schimmel niet snel ingrijpt kan dit leiden tot afsterven.

Bacteriën




2