Diversiteit van bouwplannen
Er bestaan 32 grote fyla van levende meercellige dieren
Fylum: verzameling van organismen met een duidelijk te onderscheiden bouwplan dat verschilt van
alle andere fyla
Deze 32 fyla zijn de overlevenden van
de +/- 100 fyla die verschenen tijdens
de Cambrische explosie
De Cambrische explosie
De meest belangrijke evolutionaire gebeurtenis i/d geologische geschiedenis v/h leven
In deze explosie werden vrijwel alle grote bouwplannen ontwikkeld
Examenvraagje
= Belangrijkste onderscheidingen i/h
bouwplan
, Bouwplannen Animalia (=dier)
Animalia/dier: meercellige heterotrofe eukaryoten
een organisme dat O2 verbruikt en CO2 uitstoot
Bevatten een grote diversiteit in vormen (= bouwplannen)
Hebben verschillende organisatieniveaus
Voorbeeld examenvraag:
Hoe verwarm je een huis en tuin zonder extra CO2 uit te stoten?
Je plant een boom: deze wal CO2 uit de lucht halen en bij verbranding die weer uitstoten
Eencellige protozoa
Protozoa: de eenvoudigste eucaryote organismen
BEHOREN NIET TOT DE ANIMALIA (zijn niet meercellig)
Protoplasmatisch niveau van organisatie: alle basisfuncties liggen binnen de grenzen van 1
cel
Meercellige Metazoa
Metazoa: organismen die niet op zichzelf kunnen leven en cellen hebben die gespecialiseerd zijn voor
verschillende delen v/h lichaam
Cellulaire niveau van organisatie:
Eenvoudigste meercelligen
Cellen tonen arbeidsverdeling, maar ze zijn niet sterk georganiseerd om samen
een specifieke functie uit te voeren
Opm.: de spons is een randgeval (cellen werken wel goed samen)
Andere organisati eniveaus
Weefsel niveau van organisatie:
De cellen zijn gegroepeerd
De cellen voeren veelgebruikte functies uit als eenheid (weefsel)
weefsel: een groep cellen die dezelfde functie vervullen in het lichaam
Weefsel- orgaanniveau v/d organisatie
Weefsels vormen samen grotere functionele eenheden (organen)
Orgaan: een geheel van weefsels met een of meerdere functies
Orgaan-systeem niveau van organisatie
Hoogste niveau van organisatie
Organen werken samen aan een gemeenschappelijke functie
Symmetrie
Asymmetrie: er zijn geen symmetrie-assen
vb.: sponzen
Sferische symmetrie: elke doorsnede vormt 2 spiegelbeelden
= bolsymmetrie
is zeldzaam: