Chordata
Chordadieren
bezit van chorda (chorda dorsalis of notochord)
bekend sinds einde pre-cambrium
‘slechts’ 52.000 soorten, maar grote
verscheidenheid in bouwplan, grootte,…
Van kleine wormachtige mariene dieren, tot gigantische landdieren (dinosauriërs, …)
Sommige chordadieren zijn ongewerveld
o bilaterale symmetrie
o Anterio-posterior as
o coeloom
o segmentatie
o cefalisatie
Verwantschappen
,Bouwplan
5 kenmerken v/d chordata
1. Chorda dorsalis (=notochord)
2. Dorsale holle zenuwbuis
3. Faryngeale spleten
4. Endostyl (= schildklier)
5. Gespierde post-anale saart
1. Chorda darsolais = notochord
Lange flexibele buis onder zenuwbuis: met
vocht gevulde cellen in hard omhulsel
Ondersteunende functie (in afwezigheid van benig skelet)
aanhechting spieren
Aanwezig in alle chordate embryo’s (eerste van endoskelet) en in sommige adulte chordaten
Bij Vertebraten wordt die vervangen door een benig skelet
2. Dorsale holle zenuwbuis
Ontstaat uit instulping van dorsale ectoderm in
vroege embryo
Ontwikkelt tot centraal zenuwstelsel
ruggenmerg en hersenen
3. Faryngeale spleten
= kieuwspleten
niet altijd een kieuwfunctie (!)
Vormen door de instulping van het ectoderm en het
evaginatie van endoderm in embryonale farynx of
slokdarm
In invertebrate chordaten: groeien uit tot filterapparaat
Bij vissen: kieuwspleten
Bij landvertebraten: oorsprong van oor
4. Endostyl = schildklier
Slechts recent beschouwd als kenmerk voor chordaten
Endostyle: een longitudinale gecilieerde groef aan de
ventrale wand van de keelholte, die slijm produceert voor
verzamelen voedsel deeltjes
Endostyl of zijn derivaat, de schildklier, worden gevonden in
alle chordadieren
Sommige cellen in endostyl scheiden jodiumhoudende eiwitten af die homoloog zijn met de
schildklier van de volwassen prikken en alle andere gewervelde dieren
5. Gespierde post-anale staart
Achter anus: gespierd staartstuk
bij zakpijpen larvaal, Amphioxus en vissen om te zwemmen.
, Diende oorspronkelijke als voortstuwing i/h water
nu: andere functies (balans, grijpen,…) of gereduceerd
Vaak gereduceerd tijdens ontwikkeling (bv: menselijke staartbeen)
VerwantschappenSubfyl
Subfylum Cephalochordata
Amphioxus het lancetvisje
de basischordaat
Vrijzwemmende larven met alle chordatenkenmerken: planktonvoeders
Adulten graven zich in zeebodem, tot 5 cm groot
Filtervoeders: cirri veroorzaken waterstroom die wordt gefilterd over gespleten farynx
Beperkte zwemcapaciteit met gesegmenteerde spieren (lijkt op beweging van vissen),
elastische notochord zorgt voor tegenspanning
Spieren ontstaan uit gesegmeneerde somieten langsheen notochord in embryo