Samenvatting Waugh, A. & Grant, A. (2012) Ross en Wilson Anatomie en fysiologie in gezondheid en ziekte.
H-6 Het lymfoïde systeem
Lymfe en lymfevaten
Lymfe
Lymfe is helder, waterig vocht, waarvan de samenstelling lijkt op die van plasma, afgezien van de plasma-
eiwitten, en dezelfde is als die van het interstitieel vocht.
Lymfe:
- Vervoert plasma-eiwitten die uit capillairbedden sijpelen terug naar de bloedstroom.
- Voert grotere deeltjes af (bacteriën en celafval) die vervolgens door lymfeklieren wordt vernietigd.
- Bevat lymfocyten, die in het lymfoide systeem circuleren en zo het gehele lichaam beschermen.
- In de chylusvaten van de dunne darm ziet de lymfe er dankzij de geabsorbeerde vetten melkachtig uit.
, Lymfecapillairen
Beginnen als blind eindigende vaten in de interstitiële ruimten.
- Hebben dezelfde structuur als bloedcapillairen=
enkelvoudige laag endotheelcellen.
- Wanden zijn meer permeabel voor alle bestanddelen
van interstitieel vocht (proteïnen en celafval)
- Kleine lymfecapillairen vormen samen grotere
lymfevaten.
- Bijna alle weefsels bevatten een netwerk van
lymfevaten, behalve centraal zenuwstelsel, cornea in
oog, botten en bovenste huidlagen.
Grotere lymfevaten
Lymfevaten bevinden zich vaak langs de arteriën en venen die
het gebied van bloed voorzien
Wanden even dik als die van de kleine aderen en bezitten
dezelfde weefsellagen: deklaag van bindweefsel, middenlaag van
glas spierweefsel, een elastisch weefsel en een binnenlaag van
endotheel.
- Bevatten talloze semilunaire kleppen zodat de lymfe
slechts 1 kant op kan stromen naar de thorax.
- Geen pomp die lymfe voortstuwtà spierlaag in wanden
heeft intrinsieke vermogen om ritmische samen te
trekken= lymfepomp.
- Ook door activiteit in naastgelegen structuren
samengedrukt= melkbeweging
- Lymfevaten worden groter naarmate zij zich bundelen en
ze vormen uiteindelijk 2 hoofdlymfegangen= ductus
thoracicus en ductus lymphaticus dexterà voeren lymfe
af naar respectievelijk de vena subclavia sinistra en de vena subclavia dextra.
Ductus thoracicus
- Begint bij de cisterna chyli.
- 40 cm lang
- Mond uit in de linker vena subclavia onder aan de hals.
- Voert lymfe af uit beide benen, bekkenholte en buikholte, linkerhelft van thorax en linker
hoofdhalsgebied en linkerarm.
Ductus lymphaticus dexter
- Verwijd lymfevat van 1cm lengte.
- Ligt onder aan de hals en mond uit in de rechter vena subclavia.
- Voert lymfe a uit rechterhelft van thora, rechter hoofdhalsgebied en rechterarm.
H-6 Het lymfoïde systeem
Lymfe en lymfevaten
Lymfe
Lymfe is helder, waterig vocht, waarvan de samenstelling lijkt op die van plasma, afgezien van de plasma-
eiwitten, en dezelfde is als die van het interstitieel vocht.
Lymfe:
- Vervoert plasma-eiwitten die uit capillairbedden sijpelen terug naar de bloedstroom.
- Voert grotere deeltjes af (bacteriën en celafval) die vervolgens door lymfeklieren wordt vernietigd.
- Bevat lymfocyten, die in het lymfoide systeem circuleren en zo het gehele lichaam beschermen.
- In de chylusvaten van de dunne darm ziet de lymfe er dankzij de geabsorbeerde vetten melkachtig uit.
, Lymfecapillairen
Beginnen als blind eindigende vaten in de interstitiële ruimten.
- Hebben dezelfde structuur als bloedcapillairen=
enkelvoudige laag endotheelcellen.
- Wanden zijn meer permeabel voor alle bestanddelen
van interstitieel vocht (proteïnen en celafval)
- Kleine lymfecapillairen vormen samen grotere
lymfevaten.
- Bijna alle weefsels bevatten een netwerk van
lymfevaten, behalve centraal zenuwstelsel, cornea in
oog, botten en bovenste huidlagen.
Grotere lymfevaten
Lymfevaten bevinden zich vaak langs de arteriën en venen die
het gebied van bloed voorzien
Wanden even dik als die van de kleine aderen en bezitten
dezelfde weefsellagen: deklaag van bindweefsel, middenlaag van
glas spierweefsel, een elastisch weefsel en een binnenlaag van
endotheel.
- Bevatten talloze semilunaire kleppen zodat de lymfe
slechts 1 kant op kan stromen naar de thorax.
- Geen pomp die lymfe voortstuwtà spierlaag in wanden
heeft intrinsieke vermogen om ritmische samen te
trekken= lymfepomp.
- Ook door activiteit in naastgelegen structuren
samengedrukt= melkbeweging
- Lymfevaten worden groter naarmate zij zich bundelen en
ze vormen uiteindelijk 2 hoofdlymfegangen= ductus
thoracicus en ductus lymphaticus dexterà voeren lymfe
af naar respectievelijk de vena subclavia sinistra en de vena subclavia dextra.
Ductus thoracicus
- Begint bij de cisterna chyli.
- 40 cm lang
- Mond uit in de linker vena subclavia onder aan de hals.
- Voert lymfe af uit beide benen, bekkenholte en buikholte, linkerhelft van thorax en linker
hoofdhalsgebied en linkerarm.
Ductus lymphaticus dexter
- Verwijd lymfevat van 1cm lengte.
- Ligt onder aan de hals en mond uit in de rechter vena subclavia.
- Voert lymfe a uit rechterhelft van thora, rechter hoofdhalsgebied en rechterarm.