PSYCHIATRIE
INHOUDSTAFEL
PSYCHIATRISCHE ZIEKTELEER ...................................................................................................................................... 2
PSYCHIATRISCHE ANAMNESE ................................................................................................................................... 12
CASUISTIEK PSYCHIATRISCHE SYMPTOMATOLOGIE .................................................................................................. 23
ORGANISATIE GGZ EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG .................................................................................................... 28
KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE ............................................................................................................................... 38
CONTEXT EN PSYCHOPATHOLOGIE ........................................................................................................................... 65
DEPRESSIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN ................................................................................................................. 66
CASUÏSTIEK DEPRESSIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN .............................................................................................. 82
BIPOLAIRE STEMMINGSSTOORNISSEN ..................................................................................................................... 86
CASUÏSTIEK BIPOLAIRE STOORNISSEN .................................................................................................................... 101
PSYCHOSESPECTRUMSTOORNISSEN ....................................................................................................................... 102
CASUÏSTIEK PSYCHOSE ............................................................................................................................................ 125
ANGST- EN DWANGSTOORNISSEN .......................................................................................................................... 129
OUDERENPSYCHIATRIE ........................................................................................................................................... 151
CASUÏSTIEK DELIRIUM ............................................................................................................................................ 156
ZIEKENHUISPSYCHIATRIE ........................................................................................................................................ 165
SOMATISCH-SYMPTOOMSTOORNIS EN VERWANTE STOORNISSEN ........................................................................ 168
NAGEBOOTSTE STOORNIS (NIET OP EXAMEN, KORT BEKEKEN) .............................................................................. 180
EETSTOORNISSEN ................................................................................................................................................... 183
SLAAP-WAAKSTOORNISSEN ................................................................................................................................... 194
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS: INLEIDING .............................................................................................................. 204
INLEIDING IN DE PSYCHOTHERAPIE ........................................................................................................................ 220
PSYCHOTRAUMAGERELATEERDE STOORNISSEN ..................................................................................................... 228
AANPASSINGSSTOORNISSEN .................................................................................................................................. 234
PSYCHIATRIE EN RECHT .......................................................................................................................................... 238
INLEIDING IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE .......................................................................................................... 249
ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN BIJ VOLWASSENEN................................................................................................ 263
MIDDELGERELATEERDE EN VERSLAVINGSSTOORNISSEN ........................................................................................ 271
PRAKTISCHE PSYCHOFARMACOLOGIE .................................................................................................................... 289
Psychiatrie 1
, PSYCHIATRISCHE ZIEKTELEER
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE VAN PSYCHIATRISCHE AANDOENINGEN
Anamnese: brengt de psychiatrische symptomen in kaart, belang heteroanamnese (doordat de meeste
psychiatrische patiënten geen ziekte-inzicht hebben)
Diagnostische hulpmiddelen
- Labo: bloedname op bepaalde aandoeningen uit te sluiten
- Beeldvorming van het brein: neurologische zaken uitsluiten die aanleiding geven tot psychiatrische
toestandsbeeld.
- → Vnl ter uitsluiting van somatische aandoeningen en oorzaken
DSM SYSTEEM
DSM-systeem: Categoriaal classificatiesysteem met alle verschillende psychiatrische aandoeningen. En
waarin criteria gedefinieerd worden adhv een diagnose.
Voordeel van DSM: het systeem laat toe om een uniforme classificatie te maken over de verschillende
psychiatrische aandoeningen
- DSM-5: syndromen (disorders): samenhangend geheel van klachten en symptomen; + beloop (bv
schizofrenie; depressieve stoornis; ADHD)
- Ziekte: syndroom + pathogenese + etiologie (bv delirium; dementie; aandoeningen t.g.v. een
somatische oorzaak)
DSM-5 = diagnostic and statistical manual of mental disorders 5de editie
- Standaard classificatie van psychische stoornissen uitgegeven door APA
- Toepasbaar voor verschillende situaties
o Kliniek/research; verschillende ‘richtingen; settings; disciplines
- Zoveel mogelijk gebaseerd op empirische gegevens en/of consensus
o Daarom: geen ‘Neurose’, ‘Homoseksualiteit’
- Voortdurend in ontwikkeling
- Omvat:
o Classificatie van psychische stoornissen met codes
o Diagnostische criteria
o Informatie over prevalentie, familiair voorkomen, leeftijds-, sekse- en cultuurspecifieke
aspecten
- Doel: bevorderen van communicatie tussen professionals in GGZ (gemeenschappelijke taal)
Uitgangspunten DSM-5:
- Descriptieve, atheoretische benadering
o Zowel een voor- als nadeel! → heel discriptief, zonder uit te gaan van oa de oorzaak
- Diagnostische criteria
o Zijn objectiveerbaar (bv uren per nacht slapen)
- Systematische beschrijving
- Diagnostische regels als info niet toereikend
Psychiatrie 2
, - Beslisbomen voor differentiaaldiagnose
Categorieën
1. Neurocognitieve stoornissen
2. Psychosespectrumstoornissen
3. Bipolaire stoornissen
4. Depressieve stoornissen
5. Angststoornissen
6. Obsessieve-compulsieve stoornissen
7. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
8. Dissociatieve stoornissen
9. Somatisch-symptoomstoornissen
10. Eetstoornissen
11. Slaap-waakstoornissen
12. Seksuele disfuncties
13. Genderdysforie
14. Drangstoornissen
15. Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
16. Persoonlijkheidsstoornissen
17. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Grootste kritiek op het DSM systeem is dat het zeer categoriaal is → 0 of 1 systeem: heeft de patiënt de
diagnose ja of neen
Men wil van categoriële naar dimensionele diagnoses gaan, want categoriele diagnoses suggereren
duidelijke aflijning tussen diagnoses, echter:
- Diagnoses gebaseerd op symptoompresentatie, niet op onderliggende etiologie (cfr ‘koorts-
syndroom’)
- Afhankelijk van bijkomende symptomen ‘verspringt’ diagnose
- Doorheen de tijd verandert ziektebeeld soms
- Grijszones tussen diagnoses: ‘artefact’ diagnoses
- Patienten krijgen veranderende diagnoses afhankelijk van presentatie bij opname
Ipv aparte categoriën willen we de verschillende diagnosen in een spectrum gaan plaatsen:
Andere tendens: kijken naar symptoomclusters (andere dimensionele benadering)
Dit maakt dat je de verschillende symptoomclusters kan behandelen
Psychiatrie 3
, Verschil tussen classificatie en diagnose
- Diagnose:
o =>vastleggen van de oorzaak of aard van een ziekte door evaluatie van
▪ Tekens
▪ Symptomen
▪ Ondersteunende testen
- Classificatie
o Onderbrengen in categorie op basis van aan/afwezigheid van criteria
o Geen uitspraak etiologie/pathogenese
Psychiatrie 4
INHOUDSTAFEL
PSYCHIATRISCHE ZIEKTELEER ...................................................................................................................................... 2
PSYCHIATRISCHE ANAMNESE ................................................................................................................................... 12
CASUISTIEK PSYCHIATRISCHE SYMPTOMATOLOGIE .................................................................................................. 23
ORGANISATIE GGZ EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG .................................................................................................... 28
KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE ............................................................................................................................... 38
CONTEXT EN PSYCHOPATHOLOGIE ........................................................................................................................... 65
DEPRESSIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN ................................................................................................................. 66
CASUÏSTIEK DEPRESSIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN .............................................................................................. 82
BIPOLAIRE STEMMINGSSTOORNISSEN ..................................................................................................................... 86
CASUÏSTIEK BIPOLAIRE STOORNISSEN .................................................................................................................... 101
PSYCHOSESPECTRUMSTOORNISSEN ....................................................................................................................... 102
CASUÏSTIEK PSYCHOSE ............................................................................................................................................ 125
ANGST- EN DWANGSTOORNISSEN .......................................................................................................................... 129
OUDERENPSYCHIATRIE ........................................................................................................................................... 151
CASUÏSTIEK DELIRIUM ............................................................................................................................................ 156
ZIEKENHUISPSYCHIATRIE ........................................................................................................................................ 165
SOMATISCH-SYMPTOOMSTOORNIS EN VERWANTE STOORNISSEN ........................................................................ 168
NAGEBOOTSTE STOORNIS (NIET OP EXAMEN, KORT BEKEKEN) .............................................................................. 180
EETSTOORNISSEN ................................................................................................................................................... 183
SLAAP-WAAKSTOORNISSEN ................................................................................................................................... 194
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS: INLEIDING .............................................................................................................. 204
INLEIDING IN DE PSYCHOTHERAPIE ........................................................................................................................ 220
PSYCHOTRAUMAGERELATEERDE STOORNISSEN ..................................................................................................... 228
AANPASSINGSSTOORNISSEN .................................................................................................................................. 234
PSYCHIATRIE EN RECHT .......................................................................................................................................... 238
INLEIDING IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE .......................................................................................................... 249
ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN BIJ VOLWASSENEN................................................................................................ 263
MIDDELGERELATEERDE EN VERSLAVINGSSTOORNISSEN ........................................................................................ 271
PRAKTISCHE PSYCHOFARMACOLOGIE .................................................................................................................... 289
Psychiatrie 1
, PSYCHIATRISCHE ZIEKTELEER
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE VAN PSYCHIATRISCHE AANDOENINGEN
Anamnese: brengt de psychiatrische symptomen in kaart, belang heteroanamnese (doordat de meeste
psychiatrische patiënten geen ziekte-inzicht hebben)
Diagnostische hulpmiddelen
- Labo: bloedname op bepaalde aandoeningen uit te sluiten
- Beeldvorming van het brein: neurologische zaken uitsluiten die aanleiding geven tot psychiatrische
toestandsbeeld.
- → Vnl ter uitsluiting van somatische aandoeningen en oorzaken
DSM SYSTEEM
DSM-systeem: Categoriaal classificatiesysteem met alle verschillende psychiatrische aandoeningen. En
waarin criteria gedefinieerd worden adhv een diagnose.
Voordeel van DSM: het systeem laat toe om een uniforme classificatie te maken over de verschillende
psychiatrische aandoeningen
- DSM-5: syndromen (disorders): samenhangend geheel van klachten en symptomen; + beloop (bv
schizofrenie; depressieve stoornis; ADHD)
- Ziekte: syndroom + pathogenese + etiologie (bv delirium; dementie; aandoeningen t.g.v. een
somatische oorzaak)
DSM-5 = diagnostic and statistical manual of mental disorders 5de editie
- Standaard classificatie van psychische stoornissen uitgegeven door APA
- Toepasbaar voor verschillende situaties
o Kliniek/research; verschillende ‘richtingen; settings; disciplines
- Zoveel mogelijk gebaseerd op empirische gegevens en/of consensus
o Daarom: geen ‘Neurose’, ‘Homoseksualiteit’
- Voortdurend in ontwikkeling
- Omvat:
o Classificatie van psychische stoornissen met codes
o Diagnostische criteria
o Informatie over prevalentie, familiair voorkomen, leeftijds-, sekse- en cultuurspecifieke
aspecten
- Doel: bevorderen van communicatie tussen professionals in GGZ (gemeenschappelijke taal)
Uitgangspunten DSM-5:
- Descriptieve, atheoretische benadering
o Zowel een voor- als nadeel! → heel discriptief, zonder uit te gaan van oa de oorzaak
- Diagnostische criteria
o Zijn objectiveerbaar (bv uren per nacht slapen)
- Systematische beschrijving
- Diagnostische regels als info niet toereikend
Psychiatrie 2
, - Beslisbomen voor differentiaaldiagnose
Categorieën
1. Neurocognitieve stoornissen
2. Psychosespectrumstoornissen
3. Bipolaire stoornissen
4. Depressieve stoornissen
5. Angststoornissen
6. Obsessieve-compulsieve stoornissen
7. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
8. Dissociatieve stoornissen
9. Somatisch-symptoomstoornissen
10. Eetstoornissen
11. Slaap-waakstoornissen
12. Seksuele disfuncties
13. Genderdysforie
14. Drangstoornissen
15. Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
16. Persoonlijkheidsstoornissen
17. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Grootste kritiek op het DSM systeem is dat het zeer categoriaal is → 0 of 1 systeem: heeft de patiënt de
diagnose ja of neen
Men wil van categoriële naar dimensionele diagnoses gaan, want categoriele diagnoses suggereren
duidelijke aflijning tussen diagnoses, echter:
- Diagnoses gebaseerd op symptoompresentatie, niet op onderliggende etiologie (cfr ‘koorts-
syndroom’)
- Afhankelijk van bijkomende symptomen ‘verspringt’ diagnose
- Doorheen de tijd verandert ziektebeeld soms
- Grijszones tussen diagnoses: ‘artefact’ diagnoses
- Patienten krijgen veranderende diagnoses afhankelijk van presentatie bij opname
Ipv aparte categoriën willen we de verschillende diagnosen in een spectrum gaan plaatsen:
Andere tendens: kijken naar symptoomclusters (andere dimensionele benadering)
Dit maakt dat je de verschillende symptoomclusters kan behandelen
Psychiatrie 3
, Verschil tussen classificatie en diagnose
- Diagnose:
o =>vastleggen van de oorzaak of aard van een ziekte door evaluatie van
▪ Tekens
▪ Symptomen
▪ Ondersteunende testen
- Classificatie
o Onderbrengen in categorie op basis van aan/afwezigheid van criteria
o Geen uitspraak etiologie/pathogenese
Psychiatrie 4