Week 1)
Wet milieubeheer → tot en met 31-12-2023
• Veel milieuregels worden op Europees niveau vastgesteld.
• De Europese milieuregels worden in het Nederlandse rechtssysteem geïmplementeerd.
• Een belangrijke implementatie van milieuwetgeving is te vinden in de Wet Milieubeheer.
Wet Milieubeheer
Juridische instrumenten om het milieu te beschermen.
Belangrijke aspecten Wet milieubeheer:
• Milieuvergunningen voor bedrijven
• Voorschriften die het milieu moeten beschermen
• Plannen van overheidswege om het milieu te beschermen
• Welk overheidsorgaan verleent welke milieuvergunning
• Milieueffectrapportage
• Inrichtingen
• Afvalstoffen
• Geluid
• Procedures omtrent vergunningen
Overheidsverplichtingen:
• De Provincie moet een milieuverordening opstellen (art. 1.2. Wmb).
• Provincie is dus een belangrijk orgaan betreffende het milieu.
• Provincie kan andere bestuursorganen de bevoegdheid geven ontheffingen te verlenen via
bijvoorbeeld een vergunning (art. 1.3. Wmb).
Milieuplannen:
• Nationaal niveau (Art. 4.3 Wmb).
• Provinciaal Niveau (Art. 4.9 Wmb)
• Gemeentelijk Niveau Art. 4.16 Wmb)
- Bijzondere variant: Rioleringsplan (Art. 4.22 Wmb).
Plannen zijn relevant omdat die inzicht geven in de criteria waaraan moet worden voldaan om
bepaalde vergunningen, ontheffingen, toestemmingen, etc te krijgen.
2
,Milieukwaliteitseisen:
• De Rijksoverheid kan, ter bescherming van het milieu, eisen stellen aan de kwaliteit van
bepaalde onderdelen van milieu (art. 5.1 lid 1 Wmb).
• Denk aan de stikstof-eisen. Maximale uitstoot op een bepaald moment.
• De milieukwaliteitseisen zijn afgeleid van Europese richtlijnen en verordeningen.
• Kwaliteitseisen worden afgestemd op de stand van de techniek (art. 5.1 lid 2 Wmb).
1. Grenswaarden → moeten worden bereikt en in stand worden gehouden.
2. Richtwaarden → moeten zoveel mogelijk worden bereikt
Milieueffectrapportage (M.E.R.)
• Grootschalige projecten kunnen grote (nadelige) gevolgen voor het milieu hebben.
• Hoofdstuk 7 Wmb geeft de overheid een instrument om grote projecten te kunnen
monitoren → Milieueffectrapportage.
• Rapportage dat vooraf de effecten op het milieu weergeeft.
• Het zijn grootschalige rapporten waarvan de kosten veelal rond de EUR 200.000,- liggen.
• De kosten doen vermoeden dat niet alle activiteiten een M.E.R. verplichting hebben
M.E.R. Verplichting:
• Art. 7.2 lid 1 sub a en sub b Wmb.
‘’Bij algemene maatregel van bestuur worden activiteiten aangewezen die’’:
A. Nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu
B. Waarvan onderzocht wordt of een M.E.R. nodig is.
Sub a → M.E.R. verplichting!
Sub b→ geen verplichting van rechtswege maar kan toch worden opgelegd.
In welke AMvB (Algemene maatregelen van bestuur) staat dan welke activiteiten M.E.R. plichtig zijn?
➔ Dit staat in Art. 7.2 lid 1 sub a jo lid 3 Wmb.
Besluit Milieueffectrapportage → (AMvB als bedoeld in art. 7.2. lid 1 en 3 Wmb):
Artikel 2 besluit MER.
• Lid 1 → verwijzing art. 7.2. lid 1 sub a Wmb → M.E.R. plicht.
M.E.R. plichtige activiteiten zijn opgenomen in bijlage C van het Besluit MER.
• Lid 2 → verwijzing art. 7.2. lid 1 sub b Wmb → M.E.R. niet verplicht.
Die activiteiten zijn opgenomen in bijlage D van het Besluit MER.
Dus:
➔ Staat jouw activiteit in bijlage C dan moet een M.E.R. worden gemaakt.
➔ Staat jouw activiteit in bijlage D dan beoordeelt het bestuursorgaan óf een M.E.R. in die
situatie nodig wordt geacht.
3
, Inrichtingen in de Wet milieubeheer:
• Hoofdstuk 8 van de Wm gaat over ‘’inrichtingen’’
• Hoofdstuk 8 is bijna leeg. De regels omtrent de inrichtingen zijn overgeheveld naar de Wabo
omdat daartoe een specifieke vergunning nodig is.
• Artikel 8.40 Wm verwijst naar een AMvB = Activiteitenbesluit (“BARIM”).
• Barim bevat regels die inrichtingen los van de vergunning in acht moeten nemen.
Activiteitenbesluit → (Barim)
Type inrichting A,B en C
• Type A: heeft weinig tot geen nadelige gevolgen voor het milieu
• Type B: meer kans op nadelige gevolgen voor het milieu
• Type C: kan ernstige nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken.
Artikel 1.2 Barim → Definitie Type A,B en C
• Type A: geen vergunningplicht + allemaal vereisten die geen gevaar voor het milieu vormen.
• Type B: geen vergunning maar geen Type A → dus meer risico voor het milieu.
• Type C: vergunningplichtig (aangewezen in artikel 1.1. lid 3 Wabo, zie dia 18).
Activiteiten besluit / Barim:
• De Barim bevat regels waar een type A, B en/of C moet voldoen. Ook een Type A
inrichting is aan regels gebonden. Die regels staan in de Barim. Per hoofdstuk, afdeling of
paragraaf wordt aangegeven voor welke type inrichting(en) het hoofdstuk, de afdeling of
paragraaf geldt.
Voorbeeld:
- Afdeling 1.2. ‘melding’.
- Artikel 1.9b Barim: Deze afdeling is van toepassing op degene die:
- a. een inrichting type B drijft, of
- b. een inrichting type C drijft, voor zover…
Een type B en C hebben dus een meldingsplicht. Een type A kan zonder melding worden
opgericht omdat die geen meldingsplicht heeft.
Barim
• De Barim geeft dus regels over de handelswijze van inrichtingen. Per onderwerp wordt
aangegeven welke regels voor welke type inrichting gelden.
• Een type A inrichting heeft geen meldings- en geen vergunningplicht. Toch is een type A
inrichting gebonden aan de regels die in de Barim op haar van toepassing worden verklaard.
4