De Verzorgingsstaat
1. De Verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat: de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het
welzijn van haar inwoners
- welvaart: mate waarin we onze (materiële) behoeften kunnen vervullen
- welzijn: in hoeverre we ons geestelijk en lichamelijk goed voelen
STEUNT OP
- Het sociale zekerheidsstelstel (uitkering, ziekte, AOW, zorgtoeslag,
huurtoeslag en kinderbijslag)
- goed onderwijs (talenten ontplooien)
- goede gezondheidszorg
2. De geschiedenis van de verzorgingsstaat
5 fases
1. voor de industriële revolutie
2. de industriële revolutie en de geboorte van de verzorgingsstaat
3. de uitbouw van de verzorgingsstaat
4. de voltooide verzorgingsstaat
5. de crisis van de verzorgingsstaat
Fase 1: voor de industriële revolutie
Nachtwakerstaat: rol van e overheid beperkte zich tot het privébezit van de
burgers
- kleine sociale mobiliteit
- naastenliefde
Fase 2: industriële revolutie en het begin van de verzorgingsstaat (>1870)
Slechte arbeidsomstandigheden vragen de roep om sociale wetgeving
- mensen kwetsbaar voor tegenslagen van een ander (epidemie)
- noodzaak goede scholing/ziekenhuizen en woningen met riolering en
waterleiding
- vereniging van arbeiders (stakingen)
1901 Kinderwetje van Van Houten
Fase 3: uitbouw van de verzorgingsstaat
Verzekeringen kwamen op
Beschavingsoffensief: het verheffen van de arbeiders (doel: streven om
arbeiders in te passen in de burgerlijke samenleving)
- geen alcohol en liefdevolle ouders
Theorie van de Swaan
, De overheid helpt mensen niet om de armoede/problemen op te lossen, maar om
de samenleving te beschermen
↓
Mensen zijn steeds afhankelijker van elkaar/gevoeliger voor andermans ellende
- massaproductie (19e eeuw) → urbanisatie → ziekten
- globalisering (21e eeuw)
o getroffenen maken niet altijd de juiste keuze
o samenwerken is niet vanzelfsprekend
Overheid
1. Kan regels opleggen om ellende te voorkomen/verkeerde keuzes
voorkomen
2. Samenwerking afdwingen/meeliften tegengaan
Fase 4: voltooide verzorgingsstaat (1950-1976)
4 functies
1. Verzorgen: hulp aan mensen die niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen
2. Verzekeren: iedereen in de samenleving heeft de zekerheid van een
(minimum) inkomen wanneer het gebruikelijke inkomen wegvalt als gevolg
van ziekte, ouderdom of werkeloosheid
3. Verheffen: mensen wordt de kans geboden om zich te ontplooien en hun
weg te vinden in de samenleving. Verheffing is enerzijds gericht op de
arbeidsmarkt, waardoor kennis en vaardigheden nodig zijn. Anderzijds
heeft verheffing een cultureel aspect, namelijk het aanleren van waarden
en normen
4. Verbinden: het bevorderen van sociale cohesie door het overbruggen van
kloven
Fase 5: de crisis van de verzorgingsstaat (vanaf 1980)
Betaalbaarheid van de verzorgingsstaat
- De sociaal-culturele veranderingen vanaf de jaren ’60 en de hiermee
gepaard gaande veranderingen in waarden
- Demografische veranderingen (vergrijzing en ontgroening)
- De gevolgen van automatisering en globalisering op de arbeidsmarkt
1. De Verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat: de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het
welzijn van haar inwoners
- welvaart: mate waarin we onze (materiële) behoeften kunnen vervullen
- welzijn: in hoeverre we ons geestelijk en lichamelijk goed voelen
STEUNT OP
- Het sociale zekerheidsstelstel (uitkering, ziekte, AOW, zorgtoeslag,
huurtoeslag en kinderbijslag)
- goed onderwijs (talenten ontplooien)
- goede gezondheidszorg
2. De geschiedenis van de verzorgingsstaat
5 fases
1. voor de industriële revolutie
2. de industriële revolutie en de geboorte van de verzorgingsstaat
3. de uitbouw van de verzorgingsstaat
4. de voltooide verzorgingsstaat
5. de crisis van de verzorgingsstaat
Fase 1: voor de industriële revolutie
Nachtwakerstaat: rol van e overheid beperkte zich tot het privébezit van de
burgers
- kleine sociale mobiliteit
- naastenliefde
Fase 2: industriële revolutie en het begin van de verzorgingsstaat (>1870)
Slechte arbeidsomstandigheden vragen de roep om sociale wetgeving
- mensen kwetsbaar voor tegenslagen van een ander (epidemie)
- noodzaak goede scholing/ziekenhuizen en woningen met riolering en
waterleiding
- vereniging van arbeiders (stakingen)
1901 Kinderwetje van Van Houten
Fase 3: uitbouw van de verzorgingsstaat
Verzekeringen kwamen op
Beschavingsoffensief: het verheffen van de arbeiders (doel: streven om
arbeiders in te passen in de burgerlijke samenleving)
- geen alcohol en liefdevolle ouders
Theorie van de Swaan
, De overheid helpt mensen niet om de armoede/problemen op te lossen, maar om
de samenleving te beschermen
↓
Mensen zijn steeds afhankelijker van elkaar/gevoeliger voor andermans ellende
- massaproductie (19e eeuw) → urbanisatie → ziekten
- globalisering (21e eeuw)
o getroffenen maken niet altijd de juiste keuze
o samenwerken is niet vanzelfsprekend
Overheid
1. Kan regels opleggen om ellende te voorkomen/verkeerde keuzes
voorkomen
2. Samenwerking afdwingen/meeliften tegengaan
Fase 4: voltooide verzorgingsstaat (1950-1976)
4 functies
1. Verzorgen: hulp aan mensen die niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen
2. Verzekeren: iedereen in de samenleving heeft de zekerheid van een
(minimum) inkomen wanneer het gebruikelijke inkomen wegvalt als gevolg
van ziekte, ouderdom of werkeloosheid
3. Verheffen: mensen wordt de kans geboden om zich te ontplooien en hun
weg te vinden in de samenleving. Verheffing is enerzijds gericht op de
arbeidsmarkt, waardoor kennis en vaardigheden nodig zijn. Anderzijds
heeft verheffing een cultureel aspect, namelijk het aanleren van waarden
en normen
4. Verbinden: het bevorderen van sociale cohesie door het overbruggen van
kloven
Fase 5: de crisis van de verzorgingsstaat (vanaf 1980)
Betaalbaarheid van de verzorgingsstaat
- De sociaal-culturele veranderingen vanaf de jaren ’60 en de hiermee
gepaard gaande veranderingen in waarden
- Demografische veranderingen (vergrijzing en ontgroening)
- De gevolgen van automatisering en globalisering op de arbeidsmarkt