Algemene orthopedagogie
HOOFDSTUK 1 : DE IDENTITEIT VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK
Pedagogiek vs orthopedagogiek vs ortho-agogiek
Pedagogiek
= wetenschap die de opvoeding bestudeert -> denken over opvoeding (object) centraal
- Opvoeding op het ‘normale’ kind. Kinderen die normale ontwikkeling doorlopen.
- Problemen in de dagdagelijkse opvoeding. Kind wordt boos als die niet fuif mag.
Orthopedagogiek
= wetenschap die de bijzondere opvoeding als object heeft
- Ortho = grieks voor ‘de goede manier/ recht/ normaal’
- Ped = pais grieks voor ‘kind’
- Agogiek = agogein grieks voor ‘iets leiden, sturen richting iets’
= ‘kinderen begeleiden om ze op de juiste weg te houden/ brengen’ of ‘de (fout gelopen)
opvoeding weer recht trekken.
= sturen van kinderen in de juiste weg
- Beschouwd als specialisatie van de pedagogiek
- Handelen in moeilijke opvoedingssituaties
- Letterlijk: ‘rechttrekken van wat scheef loopt id opvoeding’, ombuigen naar het gewenste’
- Onderzoeken welke factoren er belemmerd zijn tijdens het opvoedingsproces? Wat zorgt
ervoor dat de opvoeding beetje wordt verstoord? Bv. kindje met autisme, kind pia ->
medicijn.
Ondersteunen van personen om zich optimaal te ontplooien zodat men zo zelfstandig mogelijk
kan functioneren
Algemene orthopedagogiek = algemene thema’s: problemen die gemeenschappelijk zijn aan alle
beperkingen, handicaps, die een algemeen karakter hebben (overkoepelende ideeën)
Bv. elke beperking is er bijvoorbeeld een verwerkingsproces bij de ouders
Bijzondere orthopedagogiek = specifieke problematieken, beperkingen en handicaps centraal
(specifieke doelgroep). Bijzonder staat dus voor persoon met handicap of stoornis
Bv. kinderen met een autismestoornis
Orthoagogiek
, - Werken met volwassenen (ouders, personen met handicap, ouderen, …) -> vertrekt niet van
het ‘(her)opvoeden’
- Legt meer nadruk op de relatie tussen een begeleider en volwassene
Orthopedagogie vs orthopedagogieK
- Orthopedagogie : handelen, hulp verlenen = praktijk gedeelte
- Orthopedagogiek = de wetenschap, de theorieën = theorie gedeelte
Orthopedagogiek als wetenschap
praktijktheorie
praktijkkennis theoretische kennis
EVIDENCE-BASED
- Praktijkkennis = kennis die je opdoet door zelf in de praktijk de staan subjectief en
persoonlijk (niet-wetenschappelijk)
- Praktijktheorie = praktijkkennis die getoetst is door te reflecteren / te bespreken / kritisch te
bekijken (klopt dat wat ik zeg?)
- Theoretische kennis = beschrijving van de werkelijkheid -> evidence based (gebaseerd op
bewijzen/ wetenschappelijk onderzoek) -> nodig om je job goed te kunnen doen.
Orthopedagogie is een …
Praktijkwetenschap
Geen wetenschap op zich, maar kennis nodig om de job correct uit te voeren.
Dialoog gestuurde wetenschap:
-> deskundigheidsmodel = wij weten wat u nodig heeft
-> dialoog gestuurd
, - gelijkwaardigheid tussen cliënt en hulpverlener (ied zijn inbreng is even belangrijk)
- u weet het meeste over u eigen leven (ervaringsdeskundigheid/ insiderperspectief)
- we hebben elk onze eigen deskundigheid (dialoog)
Eclectische wetenschap
= uit verschillende theorieën/ methoden informatie halen en combineren om dan zo een concrete
behandeling te vinden en onze cliënten goed te kunnen helpen
Integratieve wetenschap
= kaders samenvoegen zodat ze een (nieuw) geheel vormen
Handelingswetenschap
- gericht op het handelen
-> hulpvraag staat voorop
-> verbeteren van kwaliteit van leven
- hermeneutische methode = methoden gericht op het begrijpen en niet op zoek gaan naar
verklaringen van stoornissen of problemen. -> eerst proberen probleem te begrijpen en het
daarna oplossen)
- holistische benadering = kijken naar het geheel. Niet alleen naar persoon kijken maar ook
naar omgeving, … wat zijn miss belemmerende factoren in het leven?
- pluralistische benadering = benadering vd werkelijkheid (richten op individu en context)
Reflectieve wetenschap
= Terugkijken naar jezelf, reflectie op je eigen handelingen.
= Reflectie over hulpverlening, resultaten, … ->bijgestuurd en bijgeschaafd waar nodig
HOOFDSTUK 2: DE DEFINITIE(S) VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK)
Wat bestudeert de orthopedagogiek? Studieobject
Wat wil de orthopedagogiek hiermee bereiken? Doel
Klassieke en moderne definities
Klassieke definities Moderne definities Ecologisch
perspectief
, De persoon én zijn omgeving
Studieobject Het afwijkende kind
Handelingsgericht, methodisch
Doel Beschrijven
hulpverlenen, ook preventie
Deficit-denken
Klassieke definitie
- ‘afwijkende’ en ‘opvallende’ kind staat centraal
- Orthopedagogiek volgt hierbij een medisch model : beschrijving van symptomen diagnose
(medische) behandeling of verzorging
Moderne definitie
- persoon = niet alleen meer kind + schuld ligt niet alleen bij de persoon -> dus ook kijken naar
de factoren uit de omgeving = ecologisch perspectief
(ecologie: wat is er allemaal rond die persoon? Welke job is erbij betrokken? … ) gehele
context kijken
- Problematische / verontrustende opvoedingssituaties centraal
- preventie = voorkomen van bepaalde dingen
!! Oefeningen ppt en cursus !!
!! Op examen: definitie en dan erin herkennen klassieke of moderne definitie (dus kader goed
kennen) !!
HOOFDSTUK 3: DE GESCHIEDENIS VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK
Prehistorie ( … - 3500 v Chr.)
- slechte levensomstandigheden hele opgave om het te overleven (survival of the fittest)
natuurlijke selectie: alleen de sterkste overleefde het, mensen met een beperking vaak niet
(alleen als er voor hun gezorgd werd door andere stamleden)
- Magisch denken: men dacht dat iemand die ‘anders’ en ‘raar’ was geesten in zijn hoofd had.
Priester ging verschillende rituelen doen om geesten weg te jagen.
HOOFDSTUK 1 : DE IDENTITEIT VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK
Pedagogiek vs orthopedagogiek vs ortho-agogiek
Pedagogiek
= wetenschap die de opvoeding bestudeert -> denken over opvoeding (object) centraal
- Opvoeding op het ‘normale’ kind. Kinderen die normale ontwikkeling doorlopen.
- Problemen in de dagdagelijkse opvoeding. Kind wordt boos als die niet fuif mag.
Orthopedagogiek
= wetenschap die de bijzondere opvoeding als object heeft
- Ortho = grieks voor ‘de goede manier/ recht/ normaal’
- Ped = pais grieks voor ‘kind’
- Agogiek = agogein grieks voor ‘iets leiden, sturen richting iets’
= ‘kinderen begeleiden om ze op de juiste weg te houden/ brengen’ of ‘de (fout gelopen)
opvoeding weer recht trekken.
= sturen van kinderen in de juiste weg
- Beschouwd als specialisatie van de pedagogiek
- Handelen in moeilijke opvoedingssituaties
- Letterlijk: ‘rechttrekken van wat scheef loopt id opvoeding’, ombuigen naar het gewenste’
- Onderzoeken welke factoren er belemmerd zijn tijdens het opvoedingsproces? Wat zorgt
ervoor dat de opvoeding beetje wordt verstoord? Bv. kindje met autisme, kind pia ->
medicijn.
Ondersteunen van personen om zich optimaal te ontplooien zodat men zo zelfstandig mogelijk
kan functioneren
Algemene orthopedagogiek = algemene thema’s: problemen die gemeenschappelijk zijn aan alle
beperkingen, handicaps, die een algemeen karakter hebben (overkoepelende ideeën)
Bv. elke beperking is er bijvoorbeeld een verwerkingsproces bij de ouders
Bijzondere orthopedagogiek = specifieke problematieken, beperkingen en handicaps centraal
(specifieke doelgroep). Bijzonder staat dus voor persoon met handicap of stoornis
Bv. kinderen met een autismestoornis
Orthoagogiek
, - Werken met volwassenen (ouders, personen met handicap, ouderen, …) -> vertrekt niet van
het ‘(her)opvoeden’
- Legt meer nadruk op de relatie tussen een begeleider en volwassene
Orthopedagogie vs orthopedagogieK
- Orthopedagogie : handelen, hulp verlenen = praktijk gedeelte
- Orthopedagogiek = de wetenschap, de theorieën = theorie gedeelte
Orthopedagogiek als wetenschap
praktijktheorie
praktijkkennis theoretische kennis
EVIDENCE-BASED
- Praktijkkennis = kennis die je opdoet door zelf in de praktijk de staan subjectief en
persoonlijk (niet-wetenschappelijk)
- Praktijktheorie = praktijkkennis die getoetst is door te reflecteren / te bespreken / kritisch te
bekijken (klopt dat wat ik zeg?)
- Theoretische kennis = beschrijving van de werkelijkheid -> evidence based (gebaseerd op
bewijzen/ wetenschappelijk onderzoek) -> nodig om je job goed te kunnen doen.
Orthopedagogie is een …
Praktijkwetenschap
Geen wetenschap op zich, maar kennis nodig om de job correct uit te voeren.
Dialoog gestuurde wetenschap:
-> deskundigheidsmodel = wij weten wat u nodig heeft
-> dialoog gestuurd
, - gelijkwaardigheid tussen cliënt en hulpverlener (ied zijn inbreng is even belangrijk)
- u weet het meeste over u eigen leven (ervaringsdeskundigheid/ insiderperspectief)
- we hebben elk onze eigen deskundigheid (dialoog)
Eclectische wetenschap
= uit verschillende theorieën/ methoden informatie halen en combineren om dan zo een concrete
behandeling te vinden en onze cliënten goed te kunnen helpen
Integratieve wetenschap
= kaders samenvoegen zodat ze een (nieuw) geheel vormen
Handelingswetenschap
- gericht op het handelen
-> hulpvraag staat voorop
-> verbeteren van kwaliteit van leven
- hermeneutische methode = methoden gericht op het begrijpen en niet op zoek gaan naar
verklaringen van stoornissen of problemen. -> eerst proberen probleem te begrijpen en het
daarna oplossen)
- holistische benadering = kijken naar het geheel. Niet alleen naar persoon kijken maar ook
naar omgeving, … wat zijn miss belemmerende factoren in het leven?
- pluralistische benadering = benadering vd werkelijkheid (richten op individu en context)
Reflectieve wetenschap
= Terugkijken naar jezelf, reflectie op je eigen handelingen.
= Reflectie over hulpverlening, resultaten, … ->bijgestuurd en bijgeschaafd waar nodig
HOOFDSTUK 2: DE DEFINITIE(S) VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK)
Wat bestudeert de orthopedagogiek? Studieobject
Wat wil de orthopedagogiek hiermee bereiken? Doel
Klassieke en moderne definities
Klassieke definities Moderne definities Ecologisch
perspectief
, De persoon én zijn omgeving
Studieobject Het afwijkende kind
Handelingsgericht, methodisch
Doel Beschrijven
hulpverlenen, ook preventie
Deficit-denken
Klassieke definitie
- ‘afwijkende’ en ‘opvallende’ kind staat centraal
- Orthopedagogiek volgt hierbij een medisch model : beschrijving van symptomen diagnose
(medische) behandeling of verzorging
Moderne definitie
- persoon = niet alleen meer kind + schuld ligt niet alleen bij de persoon -> dus ook kijken naar
de factoren uit de omgeving = ecologisch perspectief
(ecologie: wat is er allemaal rond die persoon? Welke job is erbij betrokken? … ) gehele
context kijken
- Problematische / verontrustende opvoedingssituaties centraal
- preventie = voorkomen van bepaalde dingen
!! Oefeningen ppt en cursus !!
!! Op examen: definitie en dan erin herkennen klassieke of moderne definitie (dus kader goed
kennen) !!
HOOFDSTUK 3: DE GESCHIEDENIS VAN DE ORTHOPEDAGOGIEK
Prehistorie ( … - 3500 v Chr.)
- slechte levensomstandigheden hele opgave om het te overleven (survival of the fittest)
natuurlijke selectie: alleen de sterkste overleefde het, mensen met een beperking vaak niet
(alleen als er voor hun gezorgd werd door andere stamleden)
- Magisch denken: men dacht dat iemand die ‘anders’ en ‘raar’ was geesten in zijn hoofd had.
Priester ging verschillende rituelen doen om geesten weg te jagen.