3. Betekenis geven
Binnen de eerste stap zijn nog weer vier deelstappen te onderscheiden. Eerst moet je de leesrichting
bepalen, je moet weten dat je aan de linkerkant van een woord moet beginnen met lezen.
Vervolgens moet je vaststellen wat het eerste grafeem is en daar het juiste foneem aan koppelen. Als
dat is gebeurd, zoek je het volgende grafeem en koppelt daar weer het bijbehorende foneem aan en
zo ga je door tot en met het laatste grafeem van het woord. Ondertussen moet je wel de juiste
volgorde van de fonemen onthouden, anders loop je het gevaar dat de tweede stap, het
samenvoegen van de klanken tot één woord, niet goed verloopt. Tot slot moet je aan het woord een
betekenis toekennen.
De elementaire leeshandeling wordt vaak tegelijk aangeleerd met de elementaire spellinghandeling.
Hierbij haalt een kind een woord uit elkaar in spraakklanken en schrijft voor elke spraakklank de
bijbehorende letter. De elementaire spellinghandeling is het spiegelbeeld van de elementaire
leeshandeling. Bij de elementaire spellinghandeling is de input het gesproken woord en de output
het geschreven woord en bij de elementaire leeshandeling is dat net andersom. Zowel bij de
elementaire leeshandeling als bij de elementaire spellinghandeling staat de koppeling tussen klank
en letter centraal. Dat betekent dat leren lezen en leren spellen goed gelijk op kunnen gaan.
Hst 6 Voortgezet technisch lezen
6.1 Theorieën over het leesproces
We bespreken de volgende modellen voor het verloop van het leesproces:
Bottom-upmodel
Top-downmodel
Interactieve model
Bottum-upmodel
Volgens het bottum-upmodel of opbouwmodel begint een lezer met het waarnemen op het meest
elementaire niveau, dat van de letters. Eerst herkent hij de letters, daarna de opbouw van woorden
en woordgroepen en als laatste stap wordt er betekenis aan de zin toegekend. Hoe meer ervaring
iemand heeft in het lezen, hoe sneller de verschillende stappen verlopen.
Top-downmodel
Volgens het top-downmodel maakt de lezer sterk gebruik van zijn voorkennis en de context. Het top-
downmodel vat het lezen op als een proces van voorspellen, selecteren en toetsen.
Interactief model
Tegenwoordig beschouwt men het leesproces meer als een interactie van top-down en bottum-up.
Het interactieve model ziet het lezen als een afwisseling tussen voorspellend lezen en woord voor
woord lezen.
6.2 Strategieën technisch lezen
We onderscheiden 5 strategieën voor het technisch lezen:
Leesstrategieën technisch lezen Voorbeeld
Binnen de eerste stap zijn nog weer vier deelstappen te onderscheiden. Eerst moet je de leesrichting
bepalen, je moet weten dat je aan de linkerkant van een woord moet beginnen met lezen.
Vervolgens moet je vaststellen wat het eerste grafeem is en daar het juiste foneem aan koppelen. Als
dat is gebeurd, zoek je het volgende grafeem en koppelt daar weer het bijbehorende foneem aan en
zo ga je door tot en met het laatste grafeem van het woord. Ondertussen moet je wel de juiste
volgorde van de fonemen onthouden, anders loop je het gevaar dat de tweede stap, het
samenvoegen van de klanken tot één woord, niet goed verloopt. Tot slot moet je aan het woord een
betekenis toekennen.
De elementaire leeshandeling wordt vaak tegelijk aangeleerd met de elementaire spellinghandeling.
Hierbij haalt een kind een woord uit elkaar in spraakklanken en schrijft voor elke spraakklank de
bijbehorende letter. De elementaire spellinghandeling is het spiegelbeeld van de elementaire
leeshandeling. Bij de elementaire spellinghandeling is de input het gesproken woord en de output
het geschreven woord en bij de elementaire leeshandeling is dat net andersom. Zowel bij de
elementaire leeshandeling als bij de elementaire spellinghandeling staat de koppeling tussen klank
en letter centraal. Dat betekent dat leren lezen en leren spellen goed gelijk op kunnen gaan.
Hst 6 Voortgezet technisch lezen
6.1 Theorieën over het leesproces
We bespreken de volgende modellen voor het verloop van het leesproces:
Bottom-upmodel
Top-downmodel
Interactieve model
Bottum-upmodel
Volgens het bottum-upmodel of opbouwmodel begint een lezer met het waarnemen op het meest
elementaire niveau, dat van de letters. Eerst herkent hij de letters, daarna de opbouw van woorden
en woordgroepen en als laatste stap wordt er betekenis aan de zin toegekend. Hoe meer ervaring
iemand heeft in het lezen, hoe sneller de verschillende stappen verlopen.
Top-downmodel
Volgens het top-downmodel maakt de lezer sterk gebruik van zijn voorkennis en de context. Het top-
downmodel vat het lezen op als een proces van voorspellen, selecteren en toetsen.
Interactief model
Tegenwoordig beschouwt men het leesproces meer als een interactie van top-down en bottum-up.
Het interactieve model ziet het lezen als een afwisseling tussen voorspellend lezen en woord voor
woord lezen.
6.2 Strategieën technisch lezen
We onderscheiden 5 strategieën voor het technisch lezen:
Leesstrategieën technisch lezen Voorbeeld