Hoofdstuk 4: Social media
4.1 de consument centraal
De consument gaat niet langer passief met media om maar draagt nu ook bij aan de totstandkoming
en groei. Meer een participerende en dominante rol heeft de consument ingenomen. Ook wel
wisdom of crowds.
Participatiecultuur: mensen nemen interactief deel aan activiteiten. Het vervagen van grenzen tussen
productie en communicatie. Consumenten nemen deel aan creatie, circulatie en interpretatie van
media. Er zijn drie kenmerken voor de mate van participatie:
- Interpretatie: wisdom of crowds
Publiek wordt betrokken bij de betekenisbepaling van de cultuuruiting. Het concept kan op een
andere manier geïnterpreteerd worden door de consument.
- Re-Configuratie: user er generated content
Bepaalde omgeving op actieve wijze vorm geven of configureren door keuzemogelijkheden te
selecteren. Zoals een weblog configureren, ontwerp aanpassen of volgorde van onderdelen wijzigen.
Zoals videos op youtube wijzigen.
- Constructie: cocreatie
Toevoegen van nieuwe elementen, door nieuwe applicaties of bestaande te modificeren (remixen)
ook wel cocreatie genoemd.
De nieuwe participatiecultuur door drie trends: nieuwe gereedschappen en technologieën maken
archivering mogelijk, annotatie, toe-eigening, transformatie en recirculeren van informatie. Ook
onder subculturen is er meer aandacht voor do it your in de mediaproductie om zelf content te
produceren. Een derde trend is horizontaal geïntegreerde mediaconglomeratie waarbij ideeën en
narraviteit wordt aangemoedigd door meer activiteiten van de consument te vragen.
Volgens de benadering van users and gratifications is het mediagebruik gebaseerd op individuele
behoeftes (uses) en verlangens (gratifications) zoals informatie, ontspanning, gezelschap en
escapisme. De media kunnen deze invullen. Deze benadering is weer onder de aandacht door actieve
en gemotiveerde consumenten. Het kenmerk is dat internet voldoet aan de individuele behoeften.
En om contact met de doelgroep te verkrijgen. Je moet dan ook plekken gebruiken waar je doelgroep
zich bevindt.
Generatie C is de consument die participeert. Zij stelen informatie beschikbaar en privacy is niet o
belangrijk. C staat voor content, creativiteit of controle. User generated content is re configureren
van boodschappen en deze te construeren (cocreatie).
4.2 sociale media
Integratie van technologie met een sociale interactie met behulp van woorden, beeld en geluid.
Sleutelwoorden hierin zijn samenwerken, informatie delen, profileren en publiceren. Bij social media
is er verkeer over en weer. Andere kenmerken zijn communicatie via conversatie in het dialoog,
openheid en transparantie, pull in medium en gebruiksvriendelijk en toegankelijk.
Nieuwe media is te herkennen aan multimedialiteit, virtualiteit, interactiviteit en connectiviteit. Ook
is er een wisselwerking ook wel intermedialiteit van social media.
4.1 de consument centraal
De consument gaat niet langer passief met media om maar draagt nu ook bij aan de totstandkoming
en groei. Meer een participerende en dominante rol heeft de consument ingenomen. Ook wel
wisdom of crowds.
Participatiecultuur: mensen nemen interactief deel aan activiteiten. Het vervagen van grenzen tussen
productie en communicatie. Consumenten nemen deel aan creatie, circulatie en interpretatie van
media. Er zijn drie kenmerken voor de mate van participatie:
- Interpretatie: wisdom of crowds
Publiek wordt betrokken bij de betekenisbepaling van de cultuuruiting. Het concept kan op een
andere manier geïnterpreteerd worden door de consument.
- Re-Configuratie: user er generated content
Bepaalde omgeving op actieve wijze vorm geven of configureren door keuzemogelijkheden te
selecteren. Zoals een weblog configureren, ontwerp aanpassen of volgorde van onderdelen wijzigen.
Zoals videos op youtube wijzigen.
- Constructie: cocreatie
Toevoegen van nieuwe elementen, door nieuwe applicaties of bestaande te modificeren (remixen)
ook wel cocreatie genoemd.
De nieuwe participatiecultuur door drie trends: nieuwe gereedschappen en technologieën maken
archivering mogelijk, annotatie, toe-eigening, transformatie en recirculeren van informatie. Ook
onder subculturen is er meer aandacht voor do it your in de mediaproductie om zelf content te
produceren. Een derde trend is horizontaal geïntegreerde mediaconglomeratie waarbij ideeën en
narraviteit wordt aangemoedigd door meer activiteiten van de consument te vragen.
Volgens de benadering van users and gratifications is het mediagebruik gebaseerd op individuele
behoeftes (uses) en verlangens (gratifications) zoals informatie, ontspanning, gezelschap en
escapisme. De media kunnen deze invullen. Deze benadering is weer onder de aandacht door actieve
en gemotiveerde consumenten. Het kenmerk is dat internet voldoet aan de individuele behoeften.
En om contact met de doelgroep te verkrijgen. Je moet dan ook plekken gebruiken waar je doelgroep
zich bevindt.
Generatie C is de consument die participeert. Zij stelen informatie beschikbaar en privacy is niet o
belangrijk. C staat voor content, creativiteit of controle. User generated content is re configureren
van boodschappen en deze te construeren (cocreatie).
4.2 sociale media
Integratie van technologie met een sociale interactie met behulp van woorden, beeld en geluid.
Sleutelwoorden hierin zijn samenwerken, informatie delen, profileren en publiceren. Bij social media
is er verkeer over en weer. Andere kenmerken zijn communicatie via conversatie in het dialoog,
openheid en transparantie, pull in medium en gebruiksvriendelijk en toegankelijk.
Nieuwe media is te herkennen aan multimedialiteit, virtualiteit, interactiviteit en connectiviteit. Ook
is er een wisselwerking ook wel intermedialiteit van social media.