Aardrijkskunde, hoofdstuk 4: Leefomgeving wateroverlast
§4.4: De kust; zacht waar het kan, hard waar het moet
De basiskustlijn wordt bedreigd
De basiskustlijn, de ligging van de gemiddelde kustlijn zoals die in 1990 9s afgesproken, komt in
gevaar dor een stijgende zeespiegel, een dalende bodem en herfststormen die door de
klimaatverandering krachtiger worden.
Zand, dijken en hybride keringen
In het Deltaprogramma 2016 wordt gekozen voor het voortzetten van het suppletieprogramma om
erosie aan de kust tegen te gaan en de basiskustlijn (BKL) te handhaven. Op deze manier blijft de
zandbalans langs de kust op orde en het kunstfundament in evenwicht met de zeespiegelstijging.
Langs de kust worden onderzoeken met zandsuppleties uitgevoerd om meer kennis te krijgen van dit
dynamisch kustbeheer en hoe je in de toekomst zo effectief mogelijk suppleties kunt inzetten. Er zijn
twee vormen van zandsuppletie; vooroeversuppletie waarbij er zand in de vooroever wordt gespoten
en uiteindelijk door de zeestroming en de wind verder opgebouwd wordt en strandsuppletie waarbij
het zand op het strand wordt gepompt. Een goed voorbeeld is dan ook de Zandmotor; een door
zandsuppletie ontstaan schiereiland voor de kust van Zuid-Holland in het kader van dynamisch
kustbeheer. Op plaatsen waar het zand sedimenteert, ontstaan nieuw strand en duin. De kust wordt
hierdoor veiliger en biedt extra ruimte voor recreatie en natuur. Men hoopt dat ook bij plekken zoals
een slufter, een gebied waaronder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het
land kan binnenstromen, ook een dynamische kust ontstaat. Zo’n natuurgebied heeft een hoge
biodiversiteit. Helaas zijn niet langs de hele kust zachte oplossingen mogelijk, ook zijn harde keringen
nodig. Harde keringen maken de kust minder beweeglijk en zorgen ervoor dat de zachte kust
verderop extra gevoelig wordt voor erosie. Dijken, havenhoofden en bebouwing leiden tot
bolwerkvorming, waardoor de kust letterlijk geen kant op kan en hierdoor zijn flexibiliteit verliest.
Denk aan de boulevard van Scheveningen, het havenhoofd vaan Hoek van Holland, de pier van
IJmuiden en de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Een tussenoplossing is een hybride kering.
Duinen, dijken en hybride keringen vormen samen de primaire keringen die ons land tegen zee
beschermen.
Is het Nederlandse kustgebied wel echt veilig?
Nederland kampt met het probleem dat het economisch kerngebied (de Randstad) ook het meest
kwetsbare gebied voor overstromingen is. Omdat er nu meer mensen in Nederland wonen zijn de
gevolgen van een overstroming ook groter. In de deltabeslissing Waterveiligheid wordt niet alleen de
kans op een overstroming berekend, maar ook wat de economische gevolgen van zo’n overstroming
zijn. Risico = kans x gevolg
§4.4: De kust; zacht waar het kan, hard waar het moet
De basiskustlijn wordt bedreigd
De basiskustlijn, de ligging van de gemiddelde kustlijn zoals die in 1990 9s afgesproken, komt in
gevaar dor een stijgende zeespiegel, een dalende bodem en herfststormen die door de
klimaatverandering krachtiger worden.
Zand, dijken en hybride keringen
In het Deltaprogramma 2016 wordt gekozen voor het voortzetten van het suppletieprogramma om
erosie aan de kust tegen te gaan en de basiskustlijn (BKL) te handhaven. Op deze manier blijft de
zandbalans langs de kust op orde en het kunstfundament in evenwicht met de zeespiegelstijging.
Langs de kust worden onderzoeken met zandsuppleties uitgevoerd om meer kennis te krijgen van dit
dynamisch kustbeheer en hoe je in de toekomst zo effectief mogelijk suppleties kunt inzetten. Er zijn
twee vormen van zandsuppletie; vooroeversuppletie waarbij er zand in de vooroever wordt gespoten
en uiteindelijk door de zeestroming en de wind verder opgebouwd wordt en strandsuppletie waarbij
het zand op het strand wordt gepompt. Een goed voorbeeld is dan ook de Zandmotor; een door
zandsuppletie ontstaan schiereiland voor de kust van Zuid-Holland in het kader van dynamisch
kustbeheer. Op plaatsen waar het zand sedimenteert, ontstaan nieuw strand en duin. De kust wordt
hierdoor veiliger en biedt extra ruimte voor recreatie en natuur. Men hoopt dat ook bij plekken zoals
een slufter, een gebied waaronder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het
land kan binnenstromen, ook een dynamische kust ontstaat. Zo’n natuurgebied heeft een hoge
biodiversiteit. Helaas zijn niet langs de hele kust zachte oplossingen mogelijk, ook zijn harde keringen
nodig. Harde keringen maken de kust minder beweeglijk en zorgen ervoor dat de zachte kust
verderop extra gevoelig wordt voor erosie. Dijken, havenhoofden en bebouwing leiden tot
bolwerkvorming, waardoor de kust letterlijk geen kant op kan en hierdoor zijn flexibiliteit verliest.
Denk aan de boulevard van Scheveningen, het havenhoofd vaan Hoek van Holland, de pier van
IJmuiden en de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Een tussenoplossing is een hybride kering.
Duinen, dijken en hybride keringen vormen samen de primaire keringen die ons land tegen zee
beschermen.
Is het Nederlandse kustgebied wel echt veilig?
Nederland kampt met het probleem dat het economisch kerngebied (de Randstad) ook het meest
kwetsbare gebied voor overstromingen is. Omdat er nu meer mensen in Nederland wonen zijn de
gevolgen van een overstroming ook groter. In de deltabeslissing Waterveiligheid wordt niet alleen de
kans op een overstroming berekend, maar ook wat de economische gevolgen van zo’n overstroming
zijn. Risico = kans x gevolg