100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlands kennisbasis (C-NED-10) --> uitgebreid $8.78   Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlands kennisbasis (C-NED-10) --> uitgebreid

 10 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Binnen dit document vind je een samenvatting van alle stof die je nodig hebt voor de kennisbasis van Nederlands voor de PABO. Het is een samenvatting van het boek 'basiskennis taalonderwijs' met daarin nog wat informatie van andere samenvattingen. Niet alle paragrafen staan benoemd van hoofdstuk 10...

[Show more]

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • 1 tot 11 met paragrafen die van belang zijn
  • March 27, 2023
  • 31
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Nederlands kennisbasistoets officieel


Inhoudsopgave
Samenvatting Nederlands kennisbasistoets officieel.......................................................................................1
Hoofdstuk 2: Taalonderwijs en taal.....................................................................................................................2
2.1 taalonderwijs.............................................................................................................................................2
2.2 Het taalsysteem.........................................................................................................................................3
Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid (11 vragen).......................................................................................4
3.1 taalverwerving...........................................................................................................................................4
3.2 Spreek en luisterstrategieën......................................................................................................................6
3.3 Spreek en luisterdoelen.............................................................................................................................6
Hoofdstuk 4: Het woordgeheugen (9 vragen)......................................................................................................7
4.2 Woordenschatverwerving.........................................................................................................................8
4.3 Woordleerstrategieën...............................................................................................................................9
4.4 Soorten taalgebruik...................................................................................................................................9
Hoofdstuk 5: Geletterdheid (16 vragen)...............................................................................................................9
5.1 Geletterdheid...........................................................................................................................................10
5.2 Tussendoelen van beginnende geletterdheid.........................................................................................10
5.3 ontwikkeling geletterdheid......................................................................................................................11
5.4 auditieve vaardigheden...........................................................................................................................13
5.5 visuele vaardigheden...............................................................................................................................14
5.6 elementaire leeshandeling......................................................................................................................15
Hoofdstuk 6 Voortgezet technisch lezen (6 vragen)..........................................................................................15
6.1 theorieën over leerproces.......................................................................................................................15
6.2 Strategieën technisch lezen.....................................................................................................................16
6.3 Voordrachtaspecten................................................................................................................................16
6.4 Leesniveaus..............................................................................................................................................17
6.5 Technisch lezen in de samenleving..........................................................................................................17
Hoofdstuk 7 Begrijpend lezen (8 vragen)...........................................................................................................18
7.2 Leesstrategieën........................................................................................................................................19
7.3 technieken voor informatieverwerking...................................................................................................20
Hoofdstuk 8: Stellen (5 vragen)..........................................................................................................................20
8.1 Functies van schrijven..............................................................................................................................20
8.2 Het schrijfproces......................................................................................................................................21
Hoofdstuk 9: Jeugdliteratuur (3 vragen)............................................................................................................22
9.1 literaire genres.........................................................................................................................................22
9.2 functies van jeugdliteratuur....................................................................................................................23
9.3 beoordelen van jeugdliteratuur..............................................................................................................23
9.4 hoe gebruik je de kennis van jeugdliteratuur..........................................................................................23
Hoofdstuk 10: Taalbeschouwing (13 vragen)....................................................................................................23
10.1 Het taalsysteem.....................................................................................................................................23
10.2 Taalvariatie............................................................................................................................................27
10.4 taalbeschouwingstrategieën.................................................................................................................27
Hoofdstuk 11 Spelling (9 vragen).......................................................................................................................28
11.3 Spellingstrategieën................................................................................................................................29

,Hoofdstuk 2: Taalonderwijs en taal

2.1 taalonderwijs

Verschillende domeinen van taalonderwijs zijn:
- Mondelinge taalvaardigheid (hoofdstuk 3)
Domein waar het gaat om het spreken en luisteren en het voeren van allerlei mondelinge
gespreksvormen. Ervaring opdoen met mondelinge taalvormen zoals een discussie of een
spreekbeurt en dat ze leren om bepaalde spreek- en luisterstrategieën te hanteren. Je leert
bijvoorbeeld hoe je een goede vraag stelt, hoe ze op elkaar kunnen reageren en hoe je iets
uitlegt of iets spannend vertelt
- Woordenschat (hoofdstuk 4)
Domein waarbij het gaat om het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen,
zegswijzen en spreekwoorden. Ook worden er strategieën aangeleerd om achter de betekenis
van onbekende woorden te komen.
- Beginnende geletterdheid (hoofdstuk 5)
Geletterdheid Het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken. Drie stadia
van ontwikkeling:
- Ontluikende geletterdheid: de ontwikkeling van de geletterdheid in de voorschoolse periode
van nul tot vier jaar.
- Beginnende geletterdheid: de ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen 1 tot en met 3
van de basisschool.
- Gevorderde geletterdheid: de periode na groep 3.
- Voortgezet technisch lezen (hoofdstuk 6)
Fase in het leesonderwijs waarin gewerkt wordt aan het vergroten van de vaardigheid in het
decoderen van teksten. Het gaat om het vlot en nauwkeurig kunnen lezen van een tekst en niet
om het begrijpen. Ook hier gaat het om het hardop lezen van woorden, maar er wordt ook
aandacht besteed aan efficiënte leesstrategieën.
- Begrijpend lezen (hoofdstuk 7)
Domein waarbij het gaat om het begrijpen van de tekst en het achterhalen van de bedoeling.
- Stellen (hoofdstuk 8)
Domein waarbij het gaat om het schrijven van de verschillende soorten teksten.
- Jeugdliteratuur (hoofdstuk 9)
Heeft tot doel de kinderen in aanraking te brengen met verschillende literaire genres, hun
literaire smaak te ontwikkelen en ze te laten genieten van het lezen van jeugdboeken.
- Taalbeschouwing (hoofdstuk 10)
Domein waarbij het gaat om kinderen te leren te reflecteren op de taalvorm, de manier waarop
iets is verwoord en het gebruik van taal. Kinderen moeten leren in de vorm van de taal
bijzonderheden en regelmaat te ontdekken. Bijv. dat de persoonsvorm altijd de tijd in een zin
aangeeft en dat je het woord kantelen op twee manieren kunt uitspreken.
Traditionele grammatica is een belangrijk onderdeel van taalbeschouwing: zinnen ontleden in
zinsdelen en de verschillende soorten woorden benoemen.
- Spelling (hoofdstuk 11)
Domein waarbij het gaat om het correct kunnen schrijven van woorden en het toepassen van de
belangrijkste spellingregels. Ook regels van interpunctie horen hierbij.

,2.2 Het taalsysteem

2.2.1 functies van taal
Taal heeft verschillende functies voor mensen. We maken onderscheid tussen:
- Communicatieve of sociale taalfunctie
We kunnen onze mening geven, ons standpunt verdedigen, om een vuurtje vragen of een
route uitleggen. In al deze situaties heeft de taal een communicatieve functie: we gebruiken
de taal als een communicatiemiddel.
We onderscheiden hierin weer verschillende communicatieve functies
- Zelfhandhaving: De spreker beschermt en verdedigt zichzelf.
Puck komt op voor wat ze zelf wil. Ze draagt de tas en wil daar geen afstand van doen. Ze
beschermt en verdedigt wat ze heeft.
- Zelfsturing: Waarbij de spreker met woorden zijn handelen ordent of plannen aankondigt.
Puck geeft aan wat ze gaat doen: ik ga naar de bakker. Zij ordent met woorden haar
handelen en kondigt haar plannen aan.
- Sturing van anderen: Waarbij de taal gebruikt wordt om het gedrag van anderen te
beïnvloeden. Puck vraagt aan Anna: ga je mee?
- Structurering van het gesprek: Waarbij de taal gebruikt wordt om het gespreksverloop te
beïnvloeden. Als de verkoper zegt: nou moeten jullie zeggen wat je wilt kopen.
- Conceptualiserende functie/ cognitieve taalfunctie
De functie van de taal waarbij het gaat om het gebruik van de taal als een hulpmiddel om
gedachten te ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid. Bijv. als je je mening moet geven
over een onderwerp waar je niet zoveel van weet. Al pratend en zoekend naar woorden krijg je
vaak meer greep op de zaak.
Drie conceptualiserende/ cognitieve taalfuncties
- Rapporteren: Meest eenvoudige. De spreker doet verslag doet van iets wat in de
werkelijkheid voorkomt. Je hebt iets meegemaakt/gezien en je vertelt erover. Bijv.
beschrijven hoe een auto een fietser heeft aangereden.

- Redeneren: Waarbij de spreker het weergeven van een gebeurtenis bewerkt door een extra
denkstap in te bouwen, bijvoorbeeld chronologisch ordenen, conclusies trekken, relaties
leggen tussen middel en doel of oorzaak en gevolg.

Chronologisch ordenen: er kwam eerst een fietser, die ging linksaf, toen kwam er een auto...
Conclusies trekken: die fietser lette gewoon niet goed op.
Relaties tussen middel en doel: Als je niet goed oplet, heb je kans op een ongeluk.
Relaties tussen oorzaak en gevolg: de bestuurder kon niet goed zien, doordat die heg zo hoog
is.

- Projecteren
Lastigste. De spreker probeert zich te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand
anders. Bijv. ‘ik denk dat hij het heel erg vindt wat er is gebeurd, maar volgens mij had hij
geen schuld.’
- Expressieve taalfunctie
Mensen gebruiken taal ook om te experimenteren, om hun gevoelens te uiten, om iets te
zeggen dat anderen nog niet eerder zo gezegd hebben. Binnen de taal zijn er oneindig veel
mogelijkheden om iets op een speciale, creatieve manier te zeggen.

, Het vermogen om de communicatieve functie van taal te gebruiken, noemen we ook wel de
communicatieve competentie. Of je de communicatieve competentie goed kunt gebruiken
hangt af van je kennis van het taalsysteem en de taalregels, maar heeft ook te maken met de
vaardigheid om een geprek te voeren en daarbij efficiënte strategieën te gebruiken.
- Grammaticale competentie = het omvat alle kennis van de taal en de taalregels die
nodig zijn om adequaat te kunnen praten
- Tekstuele competentie = je moet weten hoe je een gesprek begint en eindigt, maar
ook kennis hebben van de regels van schriftelijke teksten.
- Strategische competentie = het gebruik maken van spreek- en luister strategieën. Je
moet weten hoe je bijvoorbeeld iemand kan overtuigen of aanzetten tot actie.
- Functionele competentie = taalgebruik aanpassen aan de situatie.

2.2.2 De verschillende niveaus van taal

Fonologisch niveau = uitspraak
Morfologisch niveau = opbouw van woorden
Syntactisch niveau = volgorde van woorden
Semantisch niveau = betekenis
Pragmatisch niveau = gebruik
Orthografisch niveau = spelling

Recursief systeem
Kenmerk van menselijke taal dat inhoudt dat een element van de taal weer eenzelfde
element van de taal kan bevatten. Zo kan een zin weer een andere zin bevatten.

Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid (11 vragen)

3.1 taalverwerving

3.1.1 theorieën over taalverwerving

Behaviorisme  immitatie
Kinderen leren taal door imitatie. Kinderen bootsen de taal die ze in hun omgeving horen na.
Daarbij worden de meest frequente woorden het eerste geleerd. Ook speelt de goedkeuring
van de ouders een belangrijke rol.
Creatieve constructietheorie/ mentalisme / nativisme  aangeboren taalleer
Gaat ervan uit dat kinderen taal niet simpelweg imiteren, maar zelf over een aangeboren
taalvermogen beschikken waarmee ze op een creatieve manier zinnen kunnen bouwen. Met
het aangeboren taalleervermogen is een kind in staat om zelf structuur te ontdekken in de
taal en kan het ook zinnen vormen die het nog nooit eerder heeft gehoord.
Internationale benadering  interactie en taalaanbod met moedertaalsprekers
Men onderschrijft het belang van het aangeboren taalleervermogen, maar anderzijds
benadrukt deze benadering dat het taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen een
kind en andere moedertaalsprekers belangrijk is bij het leren van een taal.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heerb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.78  1x  sold
  • (0)
  Add to cart