Samenvatting Algemene Economie
Collegeslides
Les 1
De theorie van Adam Smith, 1776: ‘An Inquiry into … the Wealth of Nations’:
- Arbeidsverdeling is de bron van welvaart dankzij stijgende arbeidsproductiviteit
(speldenfabriek)
- Ieders economisch handelen bepaald door eigenbelang
- Talrijke marktpartijen, vele kleine aanbieders en vragers
- Transparante prijsvorming via geld als algemeen ruilmiddel
- Bij vrije concurrentie bereikt marktprijs vanzelf het ‘natuurlijk’ evenwichtsniveau: via
‘the invisible hand’
- In theorie convergentie van zowel lonen als winsten dankzij mobiliteit van arbeid en
kapitaal (alleen bij vrije migratie)
- Vrije toetreding tot elke markt, geen kartelafspraken
- Liberale visie, dus tegen staatsbemoeienis, voor ‘volmaakte vrijheid’ (staat is slechts
nachtwaker)
Verschillende marktvormen:
Kartelvorming= producenten/aanbieders maken afspraken met elkaar
Analyse/ Ideaal paradox Economie:
Positieve kennis *: kennis die verzameld is op een controleerbare manier en gebaseerd op
feiten (waarnemingen en metingen). -> Natuurwetenschappen
Normatieve kennis**: kennis die verzameld is vanuit een norm of opvatting. -> Economie en
sommige sociale wetenschappen
, Les 2
Voor deze lesweek moet je:
- De verschillende fasen van de economische conjunctuur kunnen benoemen.
- De lange golf van Kondratiev herkennen en verklaren
- Zowel de enge als de ruime definitie van conjunctuur kennen en kunnen
interpreteren.
- Het ontstaan van de Aziècrisis (in het boek) en de wereldwijde financiële
economische crisis kunnen uitleggen.
- Het ontstaan van de dotcom bubble kunnen uitleggen.
- De invloed van de wereldwijde crisis op digitale ondernemingen en ict kunnen
uitleggen.
Voor deze lesweek hoef je niet:
- Alle periodes van de wereldconjunctuur uit je hoofd te leren
- De inflatie uit te rekenen
Conjunctuur:
Conjunctuur “enge” definitie: (Kondratiev)
Ontwikkeling van het bruto binnenlands product ten opzichte van een langjarig gemiddelde
(procentuele verandering van het reëele bbp).
4 Fasen: neergang, recessie, herstel, overspanning
Conjunctuur “brede” betekenis (cbs):
Een actueel beeld van de stand van zaken in de Nederlandse economie, gebaseerd op 13
indicatoren.
Recessie:
2 kwartalen achter elkaar krimp van het BBP/NI
Collegeslides
Les 1
De theorie van Adam Smith, 1776: ‘An Inquiry into … the Wealth of Nations’:
- Arbeidsverdeling is de bron van welvaart dankzij stijgende arbeidsproductiviteit
(speldenfabriek)
- Ieders economisch handelen bepaald door eigenbelang
- Talrijke marktpartijen, vele kleine aanbieders en vragers
- Transparante prijsvorming via geld als algemeen ruilmiddel
- Bij vrije concurrentie bereikt marktprijs vanzelf het ‘natuurlijk’ evenwichtsniveau: via
‘the invisible hand’
- In theorie convergentie van zowel lonen als winsten dankzij mobiliteit van arbeid en
kapitaal (alleen bij vrije migratie)
- Vrije toetreding tot elke markt, geen kartelafspraken
- Liberale visie, dus tegen staatsbemoeienis, voor ‘volmaakte vrijheid’ (staat is slechts
nachtwaker)
Verschillende marktvormen:
Kartelvorming= producenten/aanbieders maken afspraken met elkaar
Analyse/ Ideaal paradox Economie:
Positieve kennis *: kennis die verzameld is op een controleerbare manier en gebaseerd op
feiten (waarnemingen en metingen). -> Natuurwetenschappen
Normatieve kennis**: kennis die verzameld is vanuit een norm of opvatting. -> Economie en
sommige sociale wetenschappen
, Les 2
Voor deze lesweek moet je:
- De verschillende fasen van de economische conjunctuur kunnen benoemen.
- De lange golf van Kondratiev herkennen en verklaren
- Zowel de enge als de ruime definitie van conjunctuur kennen en kunnen
interpreteren.
- Het ontstaan van de Aziècrisis (in het boek) en de wereldwijde financiële
economische crisis kunnen uitleggen.
- Het ontstaan van de dotcom bubble kunnen uitleggen.
- De invloed van de wereldwijde crisis op digitale ondernemingen en ict kunnen
uitleggen.
Voor deze lesweek hoef je niet:
- Alle periodes van de wereldconjunctuur uit je hoofd te leren
- De inflatie uit te rekenen
Conjunctuur:
Conjunctuur “enge” definitie: (Kondratiev)
Ontwikkeling van het bruto binnenlands product ten opzichte van een langjarig gemiddelde
(procentuele verandering van het reëele bbp).
4 Fasen: neergang, recessie, herstel, overspanning
Conjunctuur “brede” betekenis (cbs):
Een actueel beeld van de stand van zaken in de Nederlandse economie, gebaseerd op 13
indicatoren.
Recessie:
2 kwartalen achter elkaar krimp van het BBP/NI