Auditgame
College 4
12. Beschrijf de stappen in het inkoop- en betaalproces en geef per stap aan wie de
activiteit uitvoert en aan de hand van welke informatie.
Inkoopproces
1. Het verzoek tot inkoop, dit doet de user aan de hand van de voorraadgegevens.
2. Raadplegen prijslijst, offerte opvragen of bestellen, dit doet de user aan de hand van
het verzoek tot inkoop.
3. Accepteren prijslijst, dit doet de user.
4. Inkooporder plaatsen, dit doet de user aan de hand van de voorraadgegevens en de
prijslijst.
Betalingsproces
1. Goederen worden ontvangen, dit gebeurt bij de magazijnmeester aan de hand van
de leveringsinformatie. De user klikt in Odoo op ‘Validatie’.
2. Ontvangen goederen worden gecontroleerd, dit gebeurt bij de magazijnmeester aan
de hand van de leveringsinformatie.
3. Goederen worden opgeslagen in het magazijn, dit gebeurt bij de magazijnmeester
aan de hand van de leveringsinformatie.
4. Inkoopfactuur wordt betaald, deze wordt automatische klaargezet door Odoo op
basis van de gegevens op de inkoopfactuur en betaald door de administrator.
5. Factuur wordt automatische ingeboekt door Odoo, op basis van de gegevens op de
factuur.
13. Definieer de vijf belangrijkste risico’s van materieel belang voor de jaarrekening van
Totaalhandel B.V. voortkomende uit het inkoop- en betaalproces en daaraan gerelateerde
posten.
1. Betalingen worden gedaan naar verkeerde rekeningnummers;
2. Bij het ontvangen van de goederen is geen functiescheiding;
3. De betalingen worden geautoriseerd door de verkeerde medewerkers;
4. Facturen van personeelsleden zelf worden betaald en ingeboekt;
5. Personeel en of managementleden ontvangen betalingen.
14. Schat de geïdentificeerde risico’s in (normaal of significant) aan de hand van de aard,
de omvang en de waarschijnlijkheid van het risico. Maak voor het inschatten van de aard
van het risico gebruik van Standaard 315.28.
1. Dit betreft een normaal risico, geen fraude risico;
2. Dit betreft een normaal risico, geen fraude risico;
3. Dit betreft een normaal risico, geen fraude risico;
4. Dit is een fraude risico, dus significant;
5. Dit is een fraude risico, dus significant.
15. Beschrijf de controle-aanpak voor de geïdentificeerde risico’s voor het inkoop- en
betaalproces en daaraan gerelateerde posten. Maak hierbij onderscheid tussen de
College 4
12. Beschrijf de stappen in het inkoop- en betaalproces en geef per stap aan wie de
activiteit uitvoert en aan de hand van welke informatie.
Inkoopproces
1. Het verzoek tot inkoop, dit doet de user aan de hand van de voorraadgegevens.
2. Raadplegen prijslijst, offerte opvragen of bestellen, dit doet de user aan de hand van
het verzoek tot inkoop.
3. Accepteren prijslijst, dit doet de user.
4. Inkooporder plaatsen, dit doet de user aan de hand van de voorraadgegevens en de
prijslijst.
Betalingsproces
1. Goederen worden ontvangen, dit gebeurt bij de magazijnmeester aan de hand van
de leveringsinformatie. De user klikt in Odoo op ‘Validatie’.
2. Ontvangen goederen worden gecontroleerd, dit gebeurt bij de magazijnmeester aan
de hand van de leveringsinformatie.
3. Goederen worden opgeslagen in het magazijn, dit gebeurt bij de magazijnmeester
aan de hand van de leveringsinformatie.
4. Inkoopfactuur wordt betaald, deze wordt automatische klaargezet door Odoo op
basis van de gegevens op de inkoopfactuur en betaald door de administrator.
5. Factuur wordt automatische ingeboekt door Odoo, op basis van de gegevens op de
factuur.
13. Definieer de vijf belangrijkste risico’s van materieel belang voor de jaarrekening van
Totaalhandel B.V. voortkomende uit het inkoop- en betaalproces en daaraan gerelateerde
posten.
1. Betalingen worden gedaan naar verkeerde rekeningnummers;
2. Bij het ontvangen van de goederen is geen functiescheiding;
3. De betalingen worden geautoriseerd door de verkeerde medewerkers;
4. Facturen van personeelsleden zelf worden betaald en ingeboekt;
5. Personeel en of managementleden ontvangen betalingen.
14. Schat de geïdentificeerde risico’s in (normaal of significant) aan de hand van de aard,
de omvang en de waarschijnlijkheid van het risico. Maak voor het inschatten van de aard
van het risico gebruik van Standaard 315.28.
1. Dit betreft een normaal risico, geen fraude risico;
2. Dit betreft een normaal risico, geen fraude risico;
3. Dit betreft een normaal risico, geen fraude risico;
4. Dit is een fraude risico, dus significant;
5. Dit is een fraude risico, dus significant.
15. Beschrijf de controle-aanpak voor de geïdentificeerde risico’s voor het inkoop- en
betaalproces en daaraan gerelateerde posten. Maak hierbij onderscheid tussen de