Rood = HC1
Geel = HC2
Groen = HC3
Blauw = HC4
Paars = HC5
Roze = HC6
, Boeken
Macaulay, The History of England (1848, HC1)
Voorbeeld van sociale geschiedschrijving voordat het in de jaren ‘60 populair werd
Marx, Das Kapital (1867, HC2)
Hierin wilde Marx de economische patronen onthullen die ten grondslag liggen aan de
kapitalistische productiewijze. De productieve kracht van de mens stond hierin centraal.
Echter was hij ook van mening dat mensen in de gegeven omstandigheden hun eigen
geschiedenis maakten.
- History from below = Marx schreef over de effecten van de industriële revolutie op
de arbeidersklasse en beoefende daarmee een vroege vorm hiervan.
- Structuur is bij Marx over het algemeen belangrijker dan agency (net als bij de
Annales-school)
Marx heeft een belangrijke invloed gehad op de geschiedschrijving. Zijn werk was vooral in
de jaren ‘60/’70 populair en zijn ideeën zijn tegenwoordig grotendeels opgenomen in de
geschiedschrijving (bijv. dat verhoudingen tussen oneven groepen eigenlijk altijd vijandig
zijn). Het Marxistische idee dat sociaaleconomische veranderingen de belangrijkste
drijvende kracht waren van de geschiedenis was algemeen geaccepteerd in de tweede helft
van de 20e eeuw.
Lovejoy, The Great Chain of Being (1936, HC3)
In dit boek zet Lovejoy de ontwikkeling van ideeën uiteen. Ideeën zijn in deze benadering als
bouwstenen waar cumulatief aan wordt toegevoegd door grote denkers. Hierbij wordt soms
enige context gegeven, maar alleen als achtergrond. Volgens Lovejoy bestond er een
bepaald aantal fundamentele filosofische ideeën die denkers door de eeuwen heen in
verschillende samenstellingen hebben gecombineerd.
- Wetenschapsgeschiedenis
- Heeft betrekking op H1 van Maza
Braudel, La Méditerranée (1949, HC2)
Braudel was een van de eerste historici die de zee als uitgangspunt en verbinder tussen
verschillende landen nam voor zijn onderzoek, waarmee hij een nieuw perspectief bracht op
nationale geschiedenis.
- Vorm van totale geschiedenis en kwantitatieve geschiedenis
- Braudel was deel van de 2e generatie van de Annales-school
Het liet de nietigheid van menselijk handelen in de immensiteit van ruimte en tijd plaatsen en
hij bouwde de geschiedenis op met drie lagen met verschillende tijdsspanne: op de bodem
ligt de historische geografie van aarde, klimaat, land en zeeroutes, wat zeer traag verandert
(longue durée); daarboven ligt sociaaleconomische activiteit, wat verandert gedurende
enkele decennia (moyenne durée); bovenop ligt de politiek, diplomatie, bestuur, oorlog, etc.
(courte durée)
Kuhn, The Structure of Scientific Revolutions (1962, HC3)
De geschiedenis van de wetenschap wordt van oudsher gekenmerkt door grote denkers die
voortbouwen op de ideeën van hun voorgangers. In het boek van Kuhn werd gesteld dat
wetenschappers werken vanuit paradigma’s, welke Kuhn definieert als universeel
Geel = HC2
Groen = HC3
Blauw = HC4
Paars = HC5
Roze = HC6
, Boeken
Macaulay, The History of England (1848, HC1)
Voorbeeld van sociale geschiedschrijving voordat het in de jaren ‘60 populair werd
Marx, Das Kapital (1867, HC2)
Hierin wilde Marx de economische patronen onthullen die ten grondslag liggen aan de
kapitalistische productiewijze. De productieve kracht van de mens stond hierin centraal.
Echter was hij ook van mening dat mensen in de gegeven omstandigheden hun eigen
geschiedenis maakten.
- History from below = Marx schreef over de effecten van de industriële revolutie op
de arbeidersklasse en beoefende daarmee een vroege vorm hiervan.
- Structuur is bij Marx over het algemeen belangrijker dan agency (net als bij de
Annales-school)
Marx heeft een belangrijke invloed gehad op de geschiedschrijving. Zijn werk was vooral in
de jaren ‘60/’70 populair en zijn ideeën zijn tegenwoordig grotendeels opgenomen in de
geschiedschrijving (bijv. dat verhoudingen tussen oneven groepen eigenlijk altijd vijandig
zijn). Het Marxistische idee dat sociaaleconomische veranderingen de belangrijkste
drijvende kracht waren van de geschiedenis was algemeen geaccepteerd in de tweede helft
van de 20e eeuw.
Lovejoy, The Great Chain of Being (1936, HC3)
In dit boek zet Lovejoy de ontwikkeling van ideeën uiteen. Ideeën zijn in deze benadering als
bouwstenen waar cumulatief aan wordt toegevoegd door grote denkers. Hierbij wordt soms
enige context gegeven, maar alleen als achtergrond. Volgens Lovejoy bestond er een
bepaald aantal fundamentele filosofische ideeën die denkers door de eeuwen heen in
verschillende samenstellingen hebben gecombineerd.
- Wetenschapsgeschiedenis
- Heeft betrekking op H1 van Maza
Braudel, La Méditerranée (1949, HC2)
Braudel was een van de eerste historici die de zee als uitgangspunt en verbinder tussen
verschillende landen nam voor zijn onderzoek, waarmee hij een nieuw perspectief bracht op
nationale geschiedenis.
- Vorm van totale geschiedenis en kwantitatieve geschiedenis
- Braudel was deel van de 2e generatie van de Annales-school
Het liet de nietigheid van menselijk handelen in de immensiteit van ruimte en tijd plaatsen en
hij bouwde de geschiedenis op met drie lagen met verschillende tijdsspanne: op de bodem
ligt de historische geografie van aarde, klimaat, land en zeeroutes, wat zeer traag verandert
(longue durée); daarboven ligt sociaaleconomische activiteit, wat verandert gedurende
enkele decennia (moyenne durée); bovenop ligt de politiek, diplomatie, bestuur, oorlog, etc.
(courte durée)
Kuhn, The Structure of Scientific Revolutions (1962, HC3)
De geschiedenis van de wetenschap wordt van oudsher gekenmerkt door grote denkers die
voortbouwen op de ideeën van hun voorgangers. In het boek van Kuhn werd gesteld dat
wetenschappers werken vanuit paradigma’s, welke Kuhn definieert als universeel