Psychopathologie
Psychische gezondheid versus psychopathologie
Leerdoelen:
- Illustreer de complexiteit van de gevoeligheid van mensen voor een psychische stoornis (bio-psycho-sociaal
model) met een voorbeeld
- Leg de verschillende componenten uit het bio-psycho-sociaal model in eigen woorden uit en illustreer elke
component met minstens twee voorbeelden.
- Licht de begrippen ‘kwetsbaarheid’ en ‘veerkracht’ toe als kernbegrippen in de verklaring van het ontstaan van
psychische stoornissen
- Geef 3 voorbeelden van hoe je kan werken aan het vergroten van veerkracht
- Leg uit hoe betekenisgeving bepalend is bij een psychische stoornis
- Beschrijf het doel en de werking van het DSM5-classificatiesysteem.
- Formuleer een kritische bedenking bij de DSM 5
Psychopathologie = de leer van de psychische stoornissen of lijden of van de behandeling en
ervaring die kunnen wijzen op een psychishce stoornis of beperking.
Psychisch ongezond
- Vreemd afwijkend gedrag
- Niet normaal
= afwijkend van de norm
o cultureel bepaald
o Evolueren constant oiv maatschappelijke veranderingen
o Voorbeelden
Naakt lopen = sauna/school
Hoog IQ
o Abnormaal ≠ psychische gestoord
Dus “niet normaal is afwijfens van de norm die door je eigen cultuur en eigen maatschappij
wordt opgelegd.
Psychisch lijden
- Wil wel verandering, maar kan niet meer
- Wanhoop en onvermogen op verschillende vlakken
-> Onvrijheid
Wat is vrijheid?
- niet: kunnen doen wat men zelf graag wil
- Wel: realiseren van een bewuste en vrijwillige keuze die je maakt als mens
- Basis voor psychische integratie (vb: niet meer werken)
- Harmonisch gebruik maken van je psychische funties (kennen, voelen, willen)
= je wilt, voelt zaken maar het lukt niet meer (niet meer in evenwicht)
- Je kan keuzes maken en oplossingen zoeken
Onvrijheid
- Geen keuzes maken op eigen kracht
, - Terug trekken uit relaties, leeg voelen
- Je komt terecht in een noodsituatie
- Lijden op psychisch vlak
- Leven niet als ‘zinvol’ ervaren
Onvrijheid = wezenskenmerk van een psychische stoornis
Prevalentie
1/4
ze lfdo d ing in
Vla a nd eren : 3
pe r d ag En k ele
7 0 0 .00 0
cijfers
vrou w en : vak er la st van
an gst en d e pressie
m an n e n: alcoh o l,
g erelateerd e stoo rn issen
Eigenschappen van een psychische stoornis
Uit DSM:
“Een psychische stoornis is een syndroom”:
- Een samen voorkomen van verschillende symptomen
- Gekenmerkt door een klinisch betekenisvolle verstoring van het denken, de
emotieregulering of van het gedrag.
- Weerspiegelt een disfunctie in de psychologische, biologische of
ontwikkelingsprocessen die aan de basis liggen van het psychisch functioneren.
Een psychische stoornis gaat meestal gepaard met :
- Betekenisvol lijden
- Beperking in sociale, beroepsmatige of andere belangrijke activiteiten
- Onvrijheid
- Psychische desintegratie : psychische functies kunnen niet meer in harmonie gebruikt
worden
Geestelijke gezondheid: is een toestand die een persoon toelaat zich optimaal te
ontwikkelen op psychisch, intellectueel, emotioneel en telationeel vlak.
,
, Voorbeeld: Iemand met schizofrenie kan zijn eerste psychosche ervaren als hij
net ontslagen is door zijn werk.
kwetsbaarheid en veerkracht
- Mate van kwetsbaarheid is afhangkelijk van zowel risico als beschermende factoren
Risicofactoren:
- Persoonsgebonden
o Neurolobiogische factoren: erfelijkheid, lichamelijke klachten,
gezondheidstoestand
o Psychologische factoren:persoonlijkheid, temprament
- Omgeving
o Opvoedingsklimaat, rolgedrag opvoeders
- Negatieve ingrijpende Levenservaringen
o Negatieve ingrijpende levenservaringen: vriendschappensluiten
Beschermende factoren:
- Persoonsgebonden
o Neurolobiogische factoren: fysieke gezondheid, intelligentie
o Psychologische factoren:temrpament, veerkracht en de vaardigheden om met
tegenslag om te gaan
- Omgeving
o Sociale steun, goede vriendenkring
- Positieve ingrijpende levenservaringen
o Slagen in een moeilijke opdracht
Veerkracht:
Factoren die veerkracht bevonderen:
- levensstijl
- sociale steun
Factoren die veerkracht kunnen ondermijnen:
- Slechte leefgewoontes
- Gebeurtenissen (vb. ouder worden)
Betekenisgeving is cruciaal
- Persoonlijke factoren:
o Levensgeschiedenis (vb. kindermisbruik, slachtoffer van overval)
o Lichamelijkheid (sportief, ziekten)
- Situatie
o Sociaal-economische, politieke omgevingsfactoren
Psychische gezondheid versus psychopathologie
Leerdoelen:
- Illustreer de complexiteit van de gevoeligheid van mensen voor een psychische stoornis (bio-psycho-sociaal
model) met een voorbeeld
- Leg de verschillende componenten uit het bio-psycho-sociaal model in eigen woorden uit en illustreer elke
component met minstens twee voorbeelden.
- Licht de begrippen ‘kwetsbaarheid’ en ‘veerkracht’ toe als kernbegrippen in de verklaring van het ontstaan van
psychische stoornissen
- Geef 3 voorbeelden van hoe je kan werken aan het vergroten van veerkracht
- Leg uit hoe betekenisgeving bepalend is bij een psychische stoornis
- Beschrijf het doel en de werking van het DSM5-classificatiesysteem.
- Formuleer een kritische bedenking bij de DSM 5
Psychopathologie = de leer van de psychische stoornissen of lijden of van de behandeling en
ervaring die kunnen wijzen op een psychishce stoornis of beperking.
Psychisch ongezond
- Vreemd afwijkend gedrag
- Niet normaal
= afwijkend van de norm
o cultureel bepaald
o Evolueren constant oiv maatschappelijke veranderingen
o Voorbeelden
Naakt lopen = sauna/school
Hoog IQ
o Abnormaal ≠ psychische gestoord
Dus “niet normaal is afwijfens van de norm die door je eigen cultuur en eigen maatschappij
wordt opgelegd.
Psychisch lijden
- Wil wel verandering, maar kan niet meer
- Wanhoop en onvermogen op verschillende vlakken
-> Onvrijheid
Wat is vrijheid?
- niet: kunnen doen wat men zelf graag wil
- Wel: realiseren van een bewuste en vrijwillige keuze die je maakt als mens
- Basis voor psychische integratie (vb: niet meer werken)
- Harmonisch gebruik maken van je psychische funties (kennen, voelen, willen)
= je wilt, voelt zaken maar het lukt niet meer (niet meer in evenwicht)
- Je kan keuzes maken en oplossingen zoeken
Onvrijheid
- Geen keuzes maken op eigen kracht
, - Terug trekken uit relaties, leeg voelen
- Je komt terecht in een noodsituatie
- Lijden op psychisch vlak
- Leven niet als ‘zinvol’ ervaren
Onvrijheid = wezenskenmerk van een psychische stoornis
Prevalentie
1/4
ze lfdo d ing in
Vla a nd eren : 3
pe r d ag En k ele
7 0 0 .00 0
cijfers
vrou w en : vak er la st van
an gst en d e pressie
m an n e n: alcoh o l,
g erelateerd e stoo rn issen
Eigenschappen van een psychische stoornis
Uit DSM:
“Een psychische stoornis is een syndroom”:
- Een samen voorkomen van verschillende symptomen
- Gekenmerkt door een klinisch betekenisvolle verstoring van het denken, de
emotieregulering of van het gedrag.
- Weerspiegelt een disfunctie in de psychologische, biologische of
ontwikkelingsprocessen die aan de basis liggen van het psychisch functioneren.
Een psychische stoornis gaat meestal gepaard met :
- Betekenisvol lijden
- Beperking in sociale, beroepsmatige of andere belangrijke activiteiten
- Onvrijheid
- Psychische desintegratie : psychische functies kunnen niet meer in harmonie gebruikt
worden
Geestelijke gezondheid: is een toestand die een persoon toelaat zich optimaal te
ontwikkelen op psychisch, intellectueel, emotioneel en telationeel vlak.
,
, Voorbeeld: Iemand met schizofrenie kan zijn eerste psychosche ervaren als hij
net ontslagen is door zijn werk.
kwetsbaarheid en veerkracht
- Mate van kwetsbaarheid is afhangkelijk van zowel risico als beschermende factoren
Risicofactoren:
- Persoonsgebonden
o Neurolobiogische factoren: erfelijkheid, lichamelijke klachten,
gezondheidstoestand
o Psychologische factoren:persoonlijkheid, temprament
- Omgeving
o Opvoedingsklimaat, rolgedrag opvoeders
- Negatieve ingrijpende Levenservaringen
o Negatieve ingrijpende levenservaringen: vriendschappensluiten
Beschermende factoren:
- Persoonsgebonden
o Neurolobiogische factoren: fysieke gezondheid, intelligentie
o Psychologische factoren:temrpament, veerkracht en de vaardigheden om met
tegenslag om te gaan
- Omgeving
o Sociale steun, goede vriendenkring
- Positieve ingrijpende levenservaringen
o Slagen in een moeilijke opdracht
Veerkracht:
Factoren die veerkracht bevonderen:
- levensstijl
- sociale steun
Factoren die veerkracht kunnen ondermijnen:
- Slechte leefgewoontes
- Gebeurtenissen (vb. ouder worden)
Betekenisgeving is cruciaal
- Persoonlijke factoren:
o Levensgeschiedenis (vb. kindermisbruik, slachtoffer van overval)
o Lichamelijkheid (sportief, ziekten)
- Situatie
o Sociaal-economische, politieke omgevingsfactoren