Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie: Verklaring zoeken naar het gedrag van kinderen tot en met 18 jaar.
Ontwikkeling: Reeks veranderingen die tot hogere niveaus van differentiatie en functioneren leiden.
Manieren van onderzoek:
- Observatie: Vooral bij jonge kinderen wordt er onderzocht door middel van observatie.
- Metingen: Bij wat oudere kinderen wordt dit gebruikt > Bijvoorbeeld door vragenlijsten.
- Longitudinaal: Langere periode één groep/persoon volgen of onderzoeken.
- Dwarsdoorsnede: Bredere groepen en meerdere groepen met elkaar vergelijken om
verschillen aan te duiden > Bijvoorbeeld een 4-jarige met een 6-jarige vergelijken.
Vooral bij een dwarsdoorsnede moet er rekening gehouden worden met het Cohorteffect. Hierbij gaat
het om de invloed van andere factoren die een rol spelen > Een groep kinderen die een oorlog hebben
mee gemaakt, zullen in bepaalde situaties anders reageren dan kinderen die dit niet hebben mee
gemaakt.
Babyperiode: 0 – 12 maanden Hechting
Peuterperiode: 1 – 4 jaar Taalbeheersing
Kleuterperiode: 4 – 6 jaar Sociale aspect
Schoolperiode: 6 – 12 jaar Leren staat centraal, cognitie, leefomgeving uitbreiden
Adolescentie: 12 – 18 jaar Identiteitsontwikkeling
Invloed van de tijdsgeest
- Piaget: Invloed op Montessori onderwijs. Nadruk ligt op de rijping van het kind en het eigen
tempo van de ontwikkeling (Rijping: van klein naar groot en van eenvoudig naar complex).
- Behaviorisme: (Watson, Skinner) Gaat uit van de omgeving, geprogrammeerde instructie.
Leerpsychologie: Stimulus > Respons > Klassieke/Operante conditionering.
- Interactionistisch: Zowel de omgeving als de aanleg beïnvloeden elkaar (Nature/Nurture).
Klassieke conditionering: Leren van een associatie (Paflof), moeilijk af te leren.
Operante conditionering: Reinforcement (goed gedrag belonen), rol van bekrachtiging.
Extinctie: Afleren van bepaald gedrag.
Psycho-Seksuele ontwikkeling
Levensdrift: Eros
Doodsdrift: Thanatos
Seksuele driften: Libido
Stadia in ontwikkeling
Orale fase: Babyperiode > Zuigeling
Anale fase: Zindelijkheidstraining
Fallische fase: Ontdekking van geslachtsverschillen (4 – 7 jaar). Rivaliteit tussen kind en
ouder.
Latentiefase: Leerfase en sociale factoren gaan een belangrijke rol spelen.
Genitale fase: Puberteit, seksuele ontwikkeling, los komen van je ouders.
Ontwikkelingspsychologie: Verklaring zoeken naar het gedrag van kinderen tot en met 18 jaar.
Ontwikkeling: Reeks veranderingen die tot hogere niveaus van differentiatie en functioneren leiden.
Manieren van onderzoek:
- Observatie: Vooral bij jonge kinderen wordt er onderzocht door middel van observatie.
- Metingen: Bij wat oudere kinderen wordt dit gebruikt > Bijvoorbeeld door vragenlijsten.
- Longitudinaal: Langere periode één groep/persoon volgen of onderzoeken.
- Dwarsdoorsnede: Bredere groepen en meerdere groepen met elkaar vergelijken om
verschillen aan te duiden > Bijvoorbeeld een 4-jarige met een 6-jarige vergelijken.
Vooral bij een dwarsdoorsnede moet er rekening gehouden worden met het Cohorteffect. Hierbij gaat
het om de invloed van andere factoren die een rol spelen > Een groep kinderen die een oorlog hebben
mee gemaakt, zullen in bepaalde situaties anders reageren dan kinderen die dit niet hebben mee
gemaakt.
Babyperiode: 0 – 12 maanden Hechting
Peuterperiode: 1 – 4 jaar Taalbeheersing
Kleuterperiode: 4 – 6 jaar Sociale aspect
Schoolperiode: 6 – 12 jaar Leren staat centraal, cognitie, leefomgeving uitbreiden
Adolescentie: 12 – 18 jaar Identiteitsontwikkeling
Invloed van de tijdsgeest
- Piaget: Invloed op Montessori onderwijs. Nadruk ligt op de rijping van het kind en het eigen
tempo van de ontwikkeling (Rijping: van klein naar groot en van eenvoudig naar complex).
- Behaviorisme: (Watson, Skinner) Gaat uit van de omgeving, geprogrammeerde instructie.
Leerpsychologie: Stimulus > Respons > Klassieke/Operante conditionering.
- Interactionistisch: Zowel de omgeving als de aanleg beïnvloeden elkaar (Nature/Nurture).
Klassieke conditionering: Leren van een associatie (Paflof), moeilijk af te leren.
Operante conditionering: Reinforcement (goed gedrag belonen), rol van bekrachtiging.
Extinctie: Afleren van bepaald gedrag.
Psycho-Seksuele ontwikkeling
Levensdrift: Eros
Doodsdrift: Thanatos
Seksuele driften: Libido
Stadia in ontwikkeling
Orale fase: Babyperiode > Zuigeling
Anale fase: Zindelijkheidstraining
Fallische fase: Ontdekking van geslachtsverschillen (4 – 7 jaar). Rivaliteit tussen kind en
ouder.
Latentiefase: Leerfase en sociale factoren gaan een belangrijke rol spelen.
Genitale fase: Puberteit, seksuele ontwikkeling, los komen van je ouders.