retCode : Tentamen:
FYV21FTIT Fysiotherapeutische zorg blok 8
1ste kans 2011-2012
Datum: 25-06-2012 Tijd: 12.30-15.30
Lokaal:Stadjershal A Klas:jaar 2 Duur: 3 uur
Docent : R.C. Dieleman Aantal
Tijdens het tentamen te bereiken onder nummer: 0505957793 pagina's: 18
Hulpmiddelen: Geen
UOCG invulformulier
Kladpapier
Antwoordformulier voor student
Opgave inleveren: ja
Kladpapier inleveren: ja
Toetsblad inleveren: meerkeuze via UOCG
Antwoordformulier student inleveren: nee
Invulinstructie
Controleer het aantal pagina’s en het aantal vragen (120 vragen) van de toets. Indien
een bladzijde ontbreekt, steek dan meteen je hand op en vraag een nieuwe toets.
Lees iedere vraag zorgvuldig, soms bestaat een vraag uit meerdere onderdelen.
Score en uitslag
De toets wordt beoordeeld met een cijfer van 1,0 tot 10,0.
Algemene regels: zie studentenstatuut hoofdstuk 5 tentamenprotocol .
Als je klaar bent met de toets, lever de toets, UOCG invulformulier en het
kladpapier in bij de surveillant en laat het antwoordformulier student
controleren door de surveillant en verlaat de zaal.
Naam student: Klas: Studentnummer:
1
, 1ste kans theorietoets blok 8
1. Als er bij de screening ‘pluis/niet-pluis’ sprake is van een voor de fysiotherapeut
niet herkenbaar profiel, zal de fysiotherapeut als volgt moeten handelen:
a. patiënt behandelen op basis van een werkhypothese
b. patiënt verwijzen naar huisarts voor second opinion
c. patiënt een aantal proefbehandelingen geven, gevolgd door een evaluatie
2. In de KNGF-richtlijn ‘Fysiotherapeutische verslaglegging 2011’ wordt geschreven
over de vastlegging van belemmerende en/of bevorderende externe factoren.
Onder belemmerende en/of bevorderende externe factoren vallen:
a. beschikbaarheid van adequate hulpmiddelen en aanpassingen in de omgeving
b. fysieke en psychische belastbaarheid
c. leefstijl (zoals bewegings- en voedingsgewoonten)
3. Stel een fysiotherapeut verzoekt de patiënt de huisarts te consulteren. De
fysiotherapeut wil d.m.v. een tussentijds verslag de huisarts op de hoogte
brengen van het bereikte resultaat van de fysiotherapie. De fysiotherapeut
overweegt:
- mogelijkheid 1: het tussentijdse verslag aan de patiënt mee te geven in een
open envelop
- mogelijkheid 2: de informatie per niet-versleutelde e-mail te versturen.
Welke mogelijkheid geeft /welke mogelijkheden geven onvoldoende beveiliging
van de medisch-inhoudelijke informatie?
a. Alleen mogelijkheid 1
b. Alleen mogelijkheid 2
c. Beide mogelijkheden
4. De correcte uitvoering van de Hawkins-Kennedy test is:
a. de onderzoeker brengt de arm in abductie totdat de volledige
bewegingsmogelijkheid is bereikt; de patiënt beweegt daarna de arm
langzaam terug langs hetzelfde traject
b. de onderzoeker brengt de 90° geflecteerde elleboog van de patiënt in
anteflexie tot 90°. In deze stand beweegt de onderzoeker de arm in
endorotatie
c. de onderzoeker stabiliseert met 1 hand de scapula aan de aangedane zijde
van de patiënt om laterorotatie van de scapula te voorkomen. Met de andere
hand brengt de onderzoeker de aangedane arm in anteflexie (arm is in
endorotatie), totdat de patiënt pijn aangeeft of totdat de volledige uitslag is
bereikt
5. De term ‘impingement’ wordt tegenwoordig veel gebruikt als iemand een pijnlijke
schouder heeft. Welke van de onderstaande termen wordt niet geassocieerd met
‘impingement’?
a. painfull arc syndroom
b. frozen shoulder
c. supraspinatussyndroom
6. Met de ‘Internal Rotation Lag Sign’ wordt met name de volgende spier getest:
a. m. supraspinatus (abductie)
b. m. teres minor (exorotatie met infraspinatus)
c. m. subscapularis (endorotatie)
7. Pendulumoefeningen (Codman) zonder gewichten kunnen voor het
schoudergewricht worden gebruikt:
a. voor zowel graad 2 tracties als ook voor oscillerende bewegingen in de
schouder
b. voor zowel graad 3 tracties als ook voor oscillerende bewegingen in de
schouder
2
FYV21FTIT Fysiotherapeutische zorg blok 8
1ste kans 2011-2012
Datum: 25-06-2012 Tijd: 12.30-15.30
Lokaal:Stadjershal A Klas:jaar 2 Duur: 3 uur
Docent : R.C. Dieleman Aantal
Tijdens het tentamen te bereiken onder nummer: 0505957793 pagina's: 18
Hulpmiddelen: Geen
UOCG invulformulier
Kladpapier
Antwoordformulier voor student
Opgave inleveren: ja
Kladpapier inleveren: ja
Toetsblad inleveren: meerkeuze via UOCG
Antwoordformulier student inleveren: nee
Invulinstructie
Controleer het aantal pagina’s en het aantal vragen (120 vragen) van de toets. Indien
een bladzijde ontbreekt, steek dan meteen je hand op en vraag een nieuwe toets.
Lees iedere vraag zorgvuldig, soms bestaat een vraag uit meerdere onderdelen.
Score en uitslag
De toets wordt beoordeeld met een cijfer van 1,0 tot 10,0.
Algemene regels: zie studentenstatuut hoofdstuk 5 tentamenprotocol .
Als je klaar bent met de toets, lever de toets, UOCG invulformulier en het
kladpapier in bij de surveillant en laat het antwoordformulier student
controleren door de surveillant en verlaat de zaal.
Naam student: Klas: Studentnummer:
1
, 1ste kans theorietoets blok 8
1. Als er bij de screening ‘pluis/niet-pluis’ sprake is van een voor de fysiotherapeut
niet herkenbaar profiel, zal de fysiotherapeut als volgt moeten handelen:
a. patiënt behandelen op basis van een werkhypothese
b. patiënt verwijzen naar huisarts voor second opinion
c. patiënt een aantal proefbehandelingen geven, gevolgd door een evaluatie
2. In de KNGF-richtlijn ‘Fysiotherapeutische verslaglegging 2011’ wordt geschreven
over de vastlegging van belemmerende en/of bevorderende externe factoren.
Onder belemmerende en/of bevorderende externe factoren vallen:
a. beschikbaarheid van adequate hulpmiddelen en aanpassingen in de omgeving
b. fysieke en psychische belastbaarheid
c. leefstijl (zoals bewegings- en voedingsgewoonten)
3. Stel een fysiotherapeut verzoekt de patiënt de huisarts te consulteren. De
fysiotherapeut wil d.m.v. een tussentijds verslag de huisarts op de hoogte
brengen van het bereikte resultaat van de fysiotherapie. De fysiotherapeut
overweegt:
- mogelijkheid 1: het tussentijdse verslag aan de patiënt mee te geven in een
open envelop
- mogelijkheid 2: de informatie per niet-versleutelde e-mail te versturen.
Welke mogelijkheid geeft /welke mogelijkheden geven onvoldoende beveiliging
van de medisch-inhoudelijke informatie?
a. Alleen mogelijkheid 1
b. Alleen mogelijkheid 2
c. Beide mogelijkheden
4. De correcte uitvoering van de Hawkins-Kennedy test is:
a. de onderzoeker brengt de arm in abductie totdat de volledige
bewegingsmogelijkheid is bereikt; de patiënt beweegt daarna de arm
langzaam terug langs hetzelfde traject
b. de onderzoeker brengt de 90° geflecteerde elleboog van de patiënt in
anteflexie tot 90°. In deze stand beweegt de onderzoeker de arm in
endorotatie
c. de onderzoeker stabiliseert met 1 hand de scapula aan de aangedane zijde
van de patiënt om laterorotatie van de scapula te voorkomen. Met de andere
hand brengt de onderzoeker de aangedane arm in anteflexie (arm is in
endorotatie), totdat de patiënt pijn aangeeft of totdat de volledige uitslag is
bereikt
5. De term ‘impingement’ wordt tegenwoordig veel gebruikt als iemand een pijnlijke
schouder heeft. Welke van de onderstaande termen wordt niet geassocieerd met
‘impingement’?
a. painfull arc syndroom
b. frozen shoulder
c. supraspinatussyndroom
6. Met de ‘Internal Rotation Lag Sign’ wordt met name de volgende spier getest:
a. m. supraspinatus (abductie)
b. m. teres minor (exorotatie met infraspinatus)
c. m. subscapularis (endorotatie)
7. Pendulumoefeningen (Codman) zonder gewichten kunnen voor het
schoudergewricht worden gebruikt:
a. voor zowel graad 2 tracties als ook voor oscillerende bewegingen in de
schouder
b. voor zowel graad 3 tracties als ook voor oscillerende bewegingen in de
schouder
2