Code : Tentamen:
FYV17ORAT Fysiotherapeutische zorg, Theorie blok 2
2e kans
Datum: Tijd: School:
05-03- 2009 16.30-19.30 SAGZF
Lokaal: Klas: Duur:
Faculteit Economie, Fysiotherapie jaar 1 3 uur
Zernike complex
Docent : Aantal pagina's: 7
Edmund Berduszek
Tijdens het tentamen te bereiken onder nummer:
595 7715
Hulpmiddelen: Overig hulpmiddelen:
UOCG invulformulier Geen
Kladpapier
Opgave inleveren: Ja
Kladpapier inleveren: Nee
Bijzonderheden:
Juist/onjuist stellingen.
Antwoorden invullen op UOCG invulformulier en dit inleveren !
Studentnummer invullen, niet NAW nummer!
Juist is a
Onjuist is b
________________________________________________________________________
Naam student: Klas: Studentnummer:
0
, Nr. J/O
THEORIETOETS BLOK 2, 2008-2009 Toets 2e kans JUIST - ONJUIST
MEDISCH-BIOLOGISCH
1. De glenohumerale ligamenten zijn van belang voor de stabilisatie van het O
1 glenohumerale gewricht. De ligamenten zijn ervoor om extreme
bewegingen te controleren.
2. Bij primaire wondgenezing dreigt het gevaar van litteken vorming. Nee. O
2
3. Bij contractie van de linker m. sternocleidomastoideus draait het hoofd naar J
3 rechts.
4. Ontsteking is een reactie op weefselschade. J
4
5. De cellen van de synoviaal membraan hebben geen bloedvaten nodig om O
5 synovia te produceren. Ze hebben wel bloedvaten nodig want hier halen
ze hun voedingsstoffen uit.
6. De viscositeit van de synovia is onveranderlijk. Deze is veranderlijk. O
6
7. Synovia wordt geproduceerd door het hyaliene kraakbeen. synovia O
7 geproduceerd door het synoviale membraan en hyaluronzuur zorgt voor
de viscositeit.
8. Schouder impingement is in sommige gevallen een gevolg van een verkeerde J
8 lichaamshouding.
9. Adhesieve capsulitis is een ziektebeeld dat doorgaans ook zonder J
9 behandeling weer over gaat.
10. De symptomen van een frozen shoulder zijn door de patiënt nauwelijks waar O
1 te nemen. De afnemende ROM en de pijn en zijn wel dergelijk waar te
nemen.
11. Het ligamentum glenohumerale inferior voorkomt een te sterke abductie van J
1 de humerus.
12. Patiënten met een frozen shoulder zijn over het algemeen snel (binnen 2 O
1 maanden) van hun klachten genezen, op voorwaarde dat ze therapietrouw
zijn. Nee, een frozen shoulder kan wel jaren duren.
13. Het schoudergewricht heeft een strakke gewrichtskapsel. Het O
1 schoudergewricht heeft juist geen strak gewrichtskapsel, want er zijn
veel bewegingen mogelijk.
14. Substance P versterkt een ontstekingsreactie. J
1
15. De hersenen zijn is staat de nociceptieve informatie overdracht op het nivo J
1 van het ruggenmerg te moduleren.
16. Acute pijn wordt via andere zenuwvezels verstuurd dan chronische pijn. J
1
17. Pijn ter hoogte van de kuitspier heeft in sommige gevallen verband met pijn in J
1 de de prostaat.
1
FYV17ORAT Fysiotherapeutische zorg, Theorie blok 2
2e kans
Datum: Tijd: School:
05-03- 2009 16.30-19.30 SAGZF
Lokaal: Klas: Duur:
Faculteit Economie, Fysiotherapie jaar 1 3 uur
Zernike complex
Docent : Aantal pagina's: 7
Edmund Berduszek
Tijdens het tentamen te bereiken onder nummer:
595 7715
Hulpmiddelen: Overig hulpmiddelen:
UOCG invulformulier Geen
Kladpapier
Opgave inleveren: Ja
Kladpapier inleveren: Nee
Bijzonderheden:
Juist/onjuist stellingen.
Antwoorden invullen op UOCG invulformulier en dit inleveren !
Studentnummer invullen, niet NAW nummer!
Juist is a
Onjuist is b
________________________________________________________________________
Naam student: Klas: Studentnummer:
0
, Nr. J/O
THEORIETOETS BLOK 2, 2008-2009 Toets 2e kans JUIST - ONJUIST
MEDISCH-BIOLOGISCH
1. De glenohumerale ligamenten zijn van belang voor de stabilisatie van het O
1 glenohumerale gewricht. De ligamenten zijn ervoor om extreme
bewegingen te controleren.
2. Bij primaire wondgenezing dreigt het gevaar van litteken vorming. Nee. O
2
3. Bij contractie van de linker m. sternocleidomastoideus draait het hoofd naar J
3 rechts.
4. Ontsteking is een reactie op weefselschade. J
4
5. De cellen van de synoviaal membraan hebben geen bloedvaten nodig om O
5 synovia te produceren. Ze hebben wel bloedvaten nodig want hier halen
ze hun voedingsstoffen uit.
6. De viscositeit van de synovia is onveranderlijk. Deze is veranderlijk. O
6
7. Synovia wordt geproduceerd door het hyaliene kraakbeen. synovia O
7 geproduceerd door het synoviale membraan en hyaluronzuur zorgt voor
de viscositeit.
8. Schouder impingement is in sommige gevallen een gevolg van een verkeerde J
8 lichaamshouding.
9. Adhesieve capsulitis is een ziektebeeld dat doorgaans ook zonder J
9 behandeling weer over gaat.
10. De symptomen van een frozen shoulder zijn door de patiënt nauwelijks waar O
1 te nemen. De afnemende ROM en de pijn en zijn wel dergelijk waar te
nemen.
11. Het ligamentum glenohumerale inferior voorkomt een te sterke abductie van J
1 de humerus.
12. Patiënten met een frozen shoulder zijn over het algemeen snel (binnen 2 O
1 maanden) van hun klachten genezen, op voorwaarde dat ze therapietrouw
zijn. Nee, een frozen shoulder kan wel jaren duren.
13. Het schoudergewricht heeft een strakke gewrichtskapsel. Het O
1 schoudergewricht heeft juist geen strak gewrichtskapsel, want er zijn
veel bewegingen mogelijk.
14. Substance P versterkt een ontstekingsreactie. J
1
15. De hersenen zijn is staat de nociceptieve informatie overdracht op het nivo J
1 van het ruggenmerg te moduleren.
16. Acute pijn wordt via andere zenuwvezels verstuurd dan chronische pijn. J
1
17. Pijn ter hoogte van de kuitspier heeft in sommige gevallen verband met pijn in J
1 de de prostaat.
1