Boven is het stil
Gerbrand Bakker
1. Samenvatting en analyse
2. Twee recensies (positief en negatief)
3. Eigen mening
, 1. Samenvatting en analyse
Samenvatting:
Deel I (blz. 7-69) : november tot kerst 2002
Helmer van Wonderen is een 55-jarige boer uit Waterland (weidegebied bij
Amsterdam) die op de dag dat de roman begint zijn vader naar zijn eigen
slaapkamer boven verhuisd. Zelf neemt hij de slaapkamer van zijn vader
beneden in gebruik. Zijn moeder is overleden en uit de reacties op de vragen
van zijn vader, kan de lezer opmaken dat er een koele vader-zoonrelatie is
ontstaan. Helmer geeft zijn vader herhaaldelijk te kennen dat hij niet zo moet
zeuren. Helmer doet het werk op de kleine boerderij allemaal zelf: er zijn 23
schapen, enkele koeien en twee ezels. Van de koeien krijgt hij de melk die
steeds door twee melkrijders wordt opgehaald: een en vrolijke jonge
melkrijder en een stuurse oudere melkrijder. Op “verrekijker afstand” woont
Ada, een ongeveer 35-jarige boerin (getooid met een hazenlip) die met een
oudere man getrouwd is en twee kinderen (Teun en Ronald) heeft. De
kinderen komen nogal eens op het erf bij Helmer. Soms doen ze verkeerde
dingen (zetten het hek van de weide open waardoor de ezels kunnen
ontsnappen) maar hij heeft geen hekel aan hen. Het leven gaat zo zijn
gangetje en via flashbacks komen we te weten dat Helmer in 1947 geboren is
en de oudste van een tweeling was. Zijn broer Henk is op twintigjarige leeftijd
bij een dom verkeersongeval om het leven gekomen. Zijn vriendinnetje Riet
(een mooie blonde meid) had net haar rijbewijs gehaald en wilde haar kunsten
aan Henk vertonen. Op een smal weggetje was ze in de macht over het stuur
kwijtgeraakt en ze waren met de Simca van hun vader in het IJsselmeer
terecht gekomen. Henk was daarbij verdronken. Na de begrafenis maakt
Helmers vader korte metten met enkele zaken: Riet wordt uit het huis gezet
en Helmer moet zijn studie Nederlands onderbreken en op de boerderij