Inleiding methodologie en statistiek
Literatuur: Essentials of research Methods in Health, Physical Education,
Exercise Science, and Recreation
Deel I: Inleidende begrippen
Hoofdstuk 1: Introductie onderzoek
Doel onderzoek:
Manier om informatie te verzamelen
Goede beslissing/oordeel nemen
Nieuwe kennis ontwikkelen
VB.1 Gezondheidsdeskundigen kunnen
Een gemeenschappelijk misopvatting over onderzoek onderzoek doen om achter oorzaken,
Veel mensen vinden onderzoek saai, theoretisch en onpraktisch. preventie en behandeling van
Niet alle onderzoekers zijn ‘nerds’. Veel professionele mensen drugsmisbruik te komen.
gebruiken dagelijks onderzoekstechnieken. Zie VB.1
Onderzoek in ons dagelijks leven
Iets goed doen in deze tijd houdt in dat je het doet op basis van de beste en meest recente
kennis die beschikbaar is, daarom moeten we actueel blijven. Kwaliteit is heel belangrijk. Er
zijn ook veel valse en misleidende reclames, ze vertellen bijvoorbeeld dat je minder ziek,
slanker, slimmer etc. wordt als je een bepaald vitamine- of mineralensupplement inneemt.
We moeten feit en fictie goed kunnen onderscheiden.
Veel gebruik van onderzoek kan een factor zijn die de meer succesvolle professional
onderscheidt van de gemiddelde. Door onderzoek te lezen en na te denken over manieren
om sommige van de bevindingen te gebruiken, kan iemand groeien en gestimuleerd worden.
Onderzoek vaardigheden kunnen ook in het dagelijks leven nuttig zijn (bijv. zomervakantie
plannen).
De wetenschappelijke methode
Wetenschappelijke methode = de procedure die door wetenschappers en de meeste
onderzoekers gebruikt wordt om problemen op te lossen of nieuwe kennis op te doen.
Basis van het onderzoeksproces
Statistieken zijn nodig om de subjectiviteit bij het analyseren van gegevens te verminderen.
Verschil tussen twee groepen te klein om statistisch significant te zijn? -> verschil niet echt
en waarschijnlijk het gevolg van andere factoren zoals toeval of meetfout.
Resultaten kunnen telkens veranderen, nieuwe resultaten -> nieuwe hypothesen die worden
getest door de wetenschappelijke methode.
Inductieve en deductieve redenering
Inductieve redenering is gebaseerd op het maken van een conclusie of generalisatie op
basis van een beperkt aantal waarnemingen. Specifiek -> algemeen. Bijv. toen er 40
vegetariërs werden onderzocht en ze allemaal introvert bleken te zijn, zou kunnen worden
geconcludeerd dat alle vegetariërs introvert zijn.
1
,Deductieve redenering is het omgekeerde. Algemeen -> specifiek. Bijv. alle Amerikaanse
mannen kunnen een basketbal dunken, Joe is een Amerikaanse man dus hij kan een
basketbal dunken.
Inductief en deductief redeneren leiden niet altijd tot goede conclusies (logisch).
Feit, theorie en principe
Feit
De wetenschappelijke methode wordt gebruikt om feiten te verkrijgen. Feiten = consequent
waargenomen gebeurtenissen.
Theorie
Theorie = Integratie van vele feiten in de verklaring van een fenomeen. Als er nieuwe
informatie beschikbaar komt moet de theorie worden veranderd -> kennis verandert ook.
Principe
Gedragsrichtlijnen die op feiten en theorie zijn gebaseerd. Veel dingen die we professioneel
als persoonlijk doen zijn gebaseerd op feiten. Bijv. gewichtstraining, voedingsrichtlijnen etc.
Minder wetenschappelijke methodes
Veel beslissingen die we nemen worden op emotionele basis genomen. VB.3 De vele verschillende
Grotendeels zijn ze gericht op de visuele en emotionele regio’s van onze soorten hardschoenen die je kan
kopen
hersenen. Zie VB.3. Wetenschappelijke methode zal de beste informatie
opleveren.
Fundamenteel en toegepast onderzoek
Fundamenteel onderzoek houdt zich bezig met VB.4 Onderzoeker wil atomaire deeltjes versnellen
tot een snelheid die nooit is bereikt.
theoretische concepten en heeft niet direct betrekking op Geen specifiek doel, gewoon nieuwsgierig
toepassing. Zie VB.4
Wordt alleen gedaan omwille van de kennis alleen
VB.5 Gezondheidsdeskundige wil weten of
Toegepast onderzoek wordt gedaan met specifieke vraag voorlichting over drugs het gebruik onder leerlingen
zal verminderen
of toepassing in gedachten. Zie VB.5
Specifieke vraag
Locatie van onderzoek
Veldonderzoek = Buiten de streng gecontroleerde omgeving van het laboratorium (bijv. klas,
school, ziekenhuis, park etc.)
Laboratoriumonderzoek = Onder meer steriele omstandigheden waardoor onderzoekers een
experiment strenger kunnen controleren
Beide onderzoeken hebben hun sterke en zwakke punten.
Interne validiteit
Oprechte en gehele kwaliteit van onderzoek
Zijn de maatregelen nauwkeurig en betrouwbaar uitgevoerd?
Zijn er geschikte statistische technieken gebruikt om de gegevens te analyseren?
Worden de effecten van andere factoren dan de onafhankelijke variabele
geminimaliseerd?
Etc.
Laboratoriumonderzoek is gekenmerkt door de hogere interne validiteit dan veldonderzoek
vanwege de relatief strakke controles die op een onderzoek kunnen worden geplaatst.
2
, Externe validiteit
Mogelijke toepassing van de resultaten van een onderzoek of de VB.6 Effecten van een medicijn op personen
generaliseerbaarheid ervan. met een hoog cholesterolgehalte mogelijk
Geen enkele statistiek geeft een eenvoudig antwoord op niet van toepassing op mensen met een
normaal cholesterolgehalte
wanneer en wat kan worden toegepast
Veldonderzoek biedt vaak een groter toepassingspotentieel
dan laboratoriumonderzoek, omdat het wordt uitgevoerd in een omgeving die meer lijkt op de
omstandigheden buiten het experiment. Zie VB.6
Onafhankelijke en afhankelijke variabelen
Onafhankelijke variabele = gemanipuleerd of gecontroleerd door de onderzoeker
Afhankelijke variabele = gedrag dat wordt gemeten om te bepalen of het wordt beïnvloed
door de onafhankelijke variabele
Kenmerken van een onderzoeker
Ruimdenkendheid
Men moet zijn of haar denken niet in een hokje stoppen, omdat het de mogelijkheden
beperkt. Het beperken verkleint de kans om alle mogelijkheden te onderzoeken.
Kennis van een specifiek onderwerp
De onderzoeker moet een bepaald vakgebied redelijk goed kennen om de juiste vragen te
kunnen stellen
Beperkingen kunnen van invloed zijn op de methodologie, zoals het onvermogen om
iets nauwkeurig te beoordelen.
Intellectuele nieuwsgierigheid
Sterke nieuwsgierigheid leidt tot lezen en verlangen naar leren, details worden belangrijker
naarmate de geest ernaar streeft om concepten en stukjes informatie met elkaar te
verbinden en te relateren.
Onderzoekers doen meestal daarom hun werk over 1 specifiek onderwerp
Doorzettingsvermogen
Spreekt voor zich.
Eerlijkheid
Als vals werk wordt gepubliceerd kan het studenten misleiden die hun werk op valse
bevindingen baseren, dit is tijdverspilling en je raakt ervan in de war.
3
Literatuur: Essentials of research Methods in Health, Physical Education,
Exercise Science, and Recreation
Deel I: Inleidende begrippen
Hoofdstuk 1: Introductie onderzoek
Doel onderzoek:
Manier om informatie te verzamelen
Goede beslissing/oordeel nemen
Nieuwe kennis ontwikkelen
VB.1 Gezondheidsdeskundigen kunnen
Een gemeenschappelijk misopvatting over onderzoek onderzoek doen om achter oorzaken,
Veel mensen vinden onderzoek saai, theoretisch en onpraktisch. preventie en behandeling van
Niet alle onderzoekers zijn ‘nerds’. Veel professionele mensen drugsmisbruik te komen.
gebruiken dagelijks onderzoekstechnieken. Zie VB.1
Onderzoek in ons dagelijks leven
Iets goed doen in deze tijd houdt in dat je het doet op basis van de beste en meest recente
kennis die beschikbaar is, daarom moeten we actueel blijven. Kwaliteit is heel belangrijk. Er
zijn ook veel valse en misleidende reclames, ze vertellen bijvoorbeeld dat je minder ziek,
slanker, slimmer etc. wordt als je een bepaald vitamine- of mineralensupplement inneemt.
We moeten feit en fictie goed kunnen onderscheiden.
Veel gebruik van onderzoek kan een factor zijn die de meer succesvolle professional
onderscheidt van de gemiddelde. Door onderzoek te lezen en na te denken over manieren
om sommige van de bevindingen te gebruiken, kan iemand groeien en gestimuleerd worden.
Onderzoek vaardigheden kunnen ook in het dagelijks leven nuttig zijn (bijv. zomervakantie
plannen).
De wetenschappelijke methode
Wetenschappelijke methode = de procedure die door wetenschappers en de meeste
onderzoekers gebruikt wordt om problemen op te lossen of nieuwe kennis op te doen.
Basis van het onderzoeksproces
Statistieken zijn nodig om de subjectiviteit bij het analyseren van gegevens te verminderen.
Verschil tussen twee groepen te klein om statistisch significant te zijn? -> verschil niet echt
en waarschijnlijk het gevolg van andere factoren zoals toeval of meetfout.
Resultaten kunnen telkens veranderen, nieuwe resultaten -> nieuwe hypothesen die worden
getest door de wetenschappelijke methode.
Inductieve en deductieve redenering
Inductieve redenering is gebaseerd op het maken van een conclusie of generalisatie op
basis van een beperkt aantal waarnemingen. Specifiek -> algemeen. Bijv. toen er 40
vegetariërs werden onderzocht en ze allemaal introvert bleken te zijn, zou kunnen worden
geconcludeerd dat alle vegetariërs introvert zijn.
1
,Deductieve redenering is het omgekeerde. Algemeen -> specifiek. Bijv. alle Amerikaanse
mannen kunnen een basketbal dunken, Joe is een Amerikaanse man dus hij kan een
basketbal dunken.
Inductief en deductief redeneren leiden niet altijd tot goede conclusies (logisch).
Feit, theorie en principe
Feit
De wetenschappelijke methode wordt gebruikt om feiten te verkrijgen. Feiten = consequent
waargenomen gebeurtenissen.
Theorie
Theorie = Integratie van vele feiten in de verklaring van een fenomeen. Als er nieuwe
informatie beschikbaar komt moet de theorie worden veranderd -> kennis verandert ook.
Principe
Gedragsrichtlijnen die op feiten en theorie zijn gebaseerd. Veel dingen die we professioneel
als persoonlijk doen zijn gebaseerd op feiten. Bijv. gewichtstraining, voedingsrichtlijnen etc.
Minder wetenschappelijke methodes
Veel beslissingen die we nemen worden op emotionele basis genomen. VB.3 De vele verschillende
Grotendeels zijn ze gericht op de visuele en emotionele regio’s van onze soorten hardschoenen die je kan
kopen
hersenen. Zie VB.3. Wetenschappelijke methode zal de beste informatie
opleveren.
Fundamenteel en toegepast onderzoek
Fundamenteel onderzoek houdt zich bezig met VB.4 Onderzoeker wil atomaire deeltjes versnellen
tot een snelheid die nooit is bereikt.
theoretische concepten en heeft niet direct betrekking op Geen specifiek doel, gewoon nieuwsgierig
toepassing. Zie VB.4
Wordt alleen gedaan omwille van de kennis alleen
VB.5 Gezondheidsdeskundige wil weten of
Toegepast onderzoek wordt gedaan met specifieke vraag voorlichting over drugs het gebruik onder leerlingen
zal verminderen
of toepassing in gedachten. Zie VB.5
Specifieke vraag
Locatie van onderzoek
Veldonderzoek = Buiten de streng gecontroleerde omgeving van het laboratorium (bijv. klas,
school, ziekenhuis, park etc.)
Laboratoriumonderzoek = Onder meer steriele omstandigheden waardoor onderzoekers een
experiment strenger kunnen controleren
Beide onderzoeken hebben hun sterke en zwakke punten.
Interne validiteit
Oprechte en gehele kwaliteit van onderzoek
Zijn de maatregelen nauwkeurig en betrouwbaar uitgevoerd?
Zijn er geschikte statistische technieken gebruikt om de gegevens te analyseren?
Worden de effecten van andere factoren dan de onafhankelijke variabele
geminimaliseerd?
Etc.
Laboratoriumonderzoek is gekenmerkt door de hogere interne validiteit dan veldonderzoek
vanwege de relatief strakke controles die op een onderzoek kunnen worden geplaatst.
2
, Externe validiteit
Mogelijke toepassing van de resultaten van een onderzoek of de VB.6 Effecten van een medicijn op personen
generaliseerbaarheid ervan. met een hoog cholesterolgehalte mogelijk
Geen enkele statistiek geeft een eenvoudig antwoord op niet van toepassing op mensen met een
normaal cholesterolgehalte
wanneer en wat kan worden toegepast
Veldonderzoek biedt vaak een groter toepassingspotentieel
dan laboratoriumonderzoek, omdat het wordt uitgevoerd in een omgeving die meer lijkt op de
omstandigheden buiten het experiment. Zie VB.6
Onafhankelijke en afhankelijke variabelen
Onafhankelijke variabele = gemanipuleerd of gecontroleerd door de onderzoeker
Afhankelijke variabele = gedrag dat wordt gemeten om te bepalen of het wordt beïnvloed
door de onafhankelijke variabele
Kenmerken van een onderzoeker
Ruimdenkendheid
Men moet zijn of haar denken niet in een hokje stoppen, omdat het de mogelijkheden
beperkt. Het beperken verkleint de kans om alle mogelijkheden te onderzoeken.
Kennis van een specifiek onderwerp
De onderzoeker moet een bepaald vakgebied redelijk goed kennen om de juiste vragen te
kunnen stellen
Beperkingen kunnen van invloed zijn op de methodologie, zoals het onvermogen om
iets nauwkeurig te beoordelen.
Intellectuele nieuwsgierigheid
Sterke nieuwsgierigheid leidt tot lezen en verlangen naar leren, details worden belangrijker
naarmate de geest ernaar streeft om concepten en stukjes informatie met elkaar te
verbinden en te relateren.
Onderzoekers doen meestal daarom hun werk over 1 specifiek onderwerp
Doorzettingsvermogen
Spreekt voor zich.
Eerlijkheid
Als vals werk wordt gepubliceerd kan het studenten misleiden die hun werk op valse
bevindingen baseren, dit is tijdverspilling en je raakt ervan in de war.
3
