1AMZ
Samenvatting thema 1 en 4
1.2
Soorten plannen:
- Op de organisatie gerichte plannen:
Beleidsplan of strategisch plan. Plannen om doelen en visie van organisatie
na te streven.
Jaarplan per onderdeel/afdeling. Elke afdeling stelt een jaarplan op om
beleidsplan te behalen.
Deelplannen. Voorbeelden: Uitbreidingsplannen of samenwerkingsplannen met
andere organisatie.
- Op de cliënt gerichte plannen:
Individueel of groepsplan.
Multidisciplinaire samenwerking:
- Verschillende professionals (disciplines) die samen werken bij het stellen
van de diagnose,
het opstellen van het zorg- of behandelplan en de evaluatie daarvan voor
een cliënt of groep.
Deelplannen:
- Behandelplan. Wordt gebruikt door behandelaren. Ze maken een behandelplan voor
hun eigen handelen.
- Begeleidingsplan. Heeft betrekking op de begeleiding. Bijvoorbeeld begeleid wonen.
- Verpleegplan. Uitwerking van de plannen voor de verpleging en verzorging door
verzorgende beroepsmensen.
- Activiteitenplan. Uitwerking van muzische, recreatieve, therapeutische activiteiten door
activiteitenbegeleiders.
- Handelingsplan. Wordt gebruikt op scholen als er problemen zijn bij een leerling.
Werkplan:
- Een gedetailleerde uitwerking van een deelplan.
1.3
Stappenplan bij plan maken:
1. Plan voorbereiden:
- Analyseren doelgroep. Wie heb je voor je, wat zijn de beperkingen?
- Behoefte peilen. Wensen en behoeften van cliënten vaststellen.
- Doel bepalen. Bijv. ontwikkeling, arbeid, ontspanning, etc.
- Evaluatiepunten vaststellen. Punten die ervoor zorgen dat je
activiteit slaagt.
- Kiezen uit activiteitenrepertoire. Het geheel van activiteiten die je
kan kiezen.
- Inventariseren middelen. Bijv. ruimte, materialen, geld, etc.
- Keuze bepalen. Kiezen wat je gaat doen door overleg of naderinzien
van activiteit.
- Inlichten betrokken. Deelnemers, leidinggevende, collega’s en
eventueel ouders.
- Plan uitwerken. Werkplan maken en draaiboekje maken.
2. Plan uitvoeren:
, - Plan en draaiboek bewaken. Houden aan je plan af en toe afwijken als het
kan.
- Uitvoering begeleiden en coördineren. Juiste volgorde bewaken.
- Groepsproces begeleiden. Stimuleer cliënten samen te werken en dat
iedereen mee doet.
3. Plan evalueren:
- Plan evalueren aan de hand van vooraf opgestelde vragen.
- Vragen hangen af van je soort plan.
4.2:
Integratie zorg en welzijn blijkt uit:
1. Beleidsmatige aanpak overheid:
- Ministerie VWS. Volksgezondheid, curatieve zorg, langdurige zorg,
jeugdzorg, etc.
- Nederlands Jeugdinstituut. gericht op optimale ontwikkeling van
jongeren.
- MOVISIE. Kennis voor maatschappelijke ontwikkeling, doel:
zelfredzaamheid stimuleren.
- Vilans. kennisinstituut voor langdurende zorg.
2. Competenties beroepsopleidingen:
- Mensen zo opleiden dat ze met hun studie als meerdere functies
kunnen
functioneren.
3. Wegvallen van “muren”:
- Werken buiten een zorginstelling. Thuiszorg of begeleiding thuis.
Intramurale zorg = Zorg binnen de muren van een instelling
Semimurale zorg = Zorg zonder verplicht binnen de muren van een
instelling te zitten
Transmurale zorg = Zorg buiten de muren van een instelling
4.3:
Behandelen:
- Medische zorg door een arts, huisarts, psychiater, etc.
- Zorg die in het directe verlengde ligt van de medische zorg bijv. fysio of
logopedie.
Verzorgen:
- Iemand ondersteunen of allerlei zaken regelen voor iemand.
Zorg:
- Alle activiteiten van alle beroepsbeoefenaren in deze sectoren.
- Verzorging, begeleiding, voeding, wonen, medische behandeling, etc.
Verplegen:
- Verzorging waar een ziektebeeld bij aanhangt.
Hulpverlenen:
- Hulpverlening is gericht op mensen die ergens hulp bij nodig hebben.
- Meestal gericht op geestelijke en sociale hulp.