z.d.)
,Inhoudsopgave.
Inhoudsopgave.......................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1 - Inleiding................................................................................................ 3
Hoofdstuk 2 - Zoekstrategie........................................................................................ 5
Hoofdstuk 3 – Resultaten............................................................................................ 9
Hoofdstuk 4 – Conclusie en aanbeveling.....................................................................11
Referentielijst.......................................................................................................... 12
Bijlage 1: Casusbeschrijving...................................................................................... 13
Bijlage 2: Verloop prevalentie smetten........................................................................14
Bijlage 3: Verloop van het effect van de honing-barrière crème en het Zinkoxidesmeersel. .15
Bijlage 4: Uitleg severity score................................................................................... 16
Bijlage 5: Wetenschappelijk artikel............................................................................. 17
Bijlage 6: Feedbackformulier..................................................................................... 18
2
, Hoofdstuk 1 - Inleiding.
Smetten ofwel Intertrigo, komt voor in alle settings van de gezondheidszorg. Er is niet veel informatie
over het voorkomen van intertrigo op de algemene wereldwijde populatie (Mistiaen en van Halm-
Walters, 2010). Een literatuurreview door Mistiaen en van Halm-Walters (2010), waarin 68 artikelen uit
27 landen werden vergeleken, gaf aan dat de prevalentie van intertrigo variëert van 6% in
ziekenhuissettings, tot 17% in verzorgingtehuizen en 20% in de thuiszorg. Volgens een meting van de
Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen in 2011, blijkt dat smetten bij 8,5% van de cliënten in de
Nederlandse gezondheidszorg voorkomt. Het komt over het algemeen meer voor in de chronische
zorg dan in de acute zorg. Er is echter een duidelijke daling te zien in de chronische zorg in de
afgelopen jaren (bijlage 2).
De Landelijke multidisciplinaire richtlijn Smetten (intertrigo) - preventie en behandeling, van
Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (2011, p.11), definieert smetten als: ''een in de grote
huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige huidaandoening welke zich kenmerkt door altijd roodheid
(erytheem) aan beide zijden van de plooi. Daarnaast kunnen een of meerdere van de volgende
symptomen voorkomen: maceratie (verweking), fissuren (scheurtjes), erosies, een nattende huid of
korstvorming.''
De diagnose smetten kan gesteld worden op basis van het klinisch beeld. Er is sprake van (al dan niet
glanzende) roodheid (erytheem) van de huid. Deze roodheid wordt altijd, aan beide zijden van de plooi
waargenomen. Dit noemt men spiegelvorming. Daarnaast is er sprake van maceratie (verweking),
erosies, een nattende huid (exsudaatvorming) en fissuren (scheurtjes). Verder kan kan er sprake zijn
van korstvorming. Klachten zijn jeuk, branderigheid, pijn en soms een onaangename geur.
Risciofactoren voor smetten zijn een vrouwelijk geslacht, een gevorderde leeftijd, obesitas,
verminderde mobiliteit, verhoogde lichaamstemperatuur, diabetes, verminderde weerstand,
beperkingen in de ADL, vochtige huid ten gevolge van transpireren of incontinentie en eerdere
smetten. Als preventiemaatregel moet extra aandacht worden besteed aan het signaleren van deze
factoren bij de anamnese. Een andere preventieve maatregel is het geven van voorlichting over het
toepassen van dagelijkse huidzorg, het voorkomen van overmatig transpireren, het voorkomen van
huid-op-huid contact en het droog houden van huidplooien. Onder dagelijkse huidzorg verstaat men
het goed wassen en drogen van de huidplooien, weinig of geen zeep gebruiken en goed afspoelen
van zeepresten, het dagelijks observeren van de huid en plooien en het direct verschonen, wassen en
drogen bij incontinentie. Het zorgen voor een koele omgeving, gebruik van katoenen beddengoed, het
dragen van katoenen of ademende kleding en zonodig absorberende kleding, kan bijdragen aan het
zo droog mogelijk houden van de huid en plooien. Daarnaast is het aanbrengen van scheurlinnen,
3