OG 1: Sociale verschillen in ziekte en gezondheid
Sociale ongelijkheid= het bestaan van ongelijke kansen en beloningen voor verschillende
sociale posities of status binnen een groep of samenleving. Het bevat
gestructureerde en terugkerende patronen van ongelijke verdeling
van goederen, rijkdom, mogelijkheden, beloningen en straffen.
Armoede= het niet kunnen voorzien in primaire levensmiddelen (gezondheid, eten, wonen..)
Hierdoor kunnen ze vaak niet deelnemen aan het sociale leven.
Domeinen van armoede
- drempel
- gezin
- vrije tijd
- onderwijs
- arbeid
- wonen
- gezondheid
door een tekort aan financiële middelen moet men de gezondheidszorgen uitstellen
meer fysieke en mentale gezondheidsproblemen dan anderen
meer chronische aandoeningen
vertonen vaak risicovol of ongezond gedrag
hogere kans op vroeg sterfte
meer kans op depressie
Leerdoel 1 De gezondheidsverschillen in de bevolking
De bevolking van een land leeft langer naarmate het land rijker is (op enkele uitzonderingen
na). Personen met een betere omgeving en die meer kunnen genieten van sociale en
culturele factoren hebben meestal een betere gezondheid en personen die tot een
minderheid in de maatschappij behoren zijn vaker ziek en overlijden op jongere leeftijd dan
de meerderheidsbevolking.
De maatschappelijke determinanten van gezondheid
- de sociaaleconomische status
het sociale veroorzakingsmodel
social drift
- de omgeving waarin mensen worden geboren, opgroeien, leven, werken en ouder worden
- de fysieke omgeving en materiële omstandigheden
- sociale omgeving en psychosociale omstandigheden
- de gezondheidszorg
- leefstijl en stress
De sociale positie wordt bepaald door de sociaaleconomische positie, etniciteit en geslacht.
De sociaaleconomische status wordt uitgedrukt in opleiding, beroepsstatus of inkomen.
Jager-verzamelaar
- trokken rond en namen al hun bezit mee, de overlevingswaarde hing vaak af van de
technologie van het maken van gereedschappen
- calorie-inname stond voorop, belangrijkste stressoren waren van korte duur en hadden
twee alternatieven: vluchten of vechten
- mensen werden niet oud: gemiddeld 35 jaar, de kindersterfte was zeer hoog. Veel mensen
overleden aan infectieziekte
Sociale ongelijkheid= het bestaan van ongelijke kansen en beloningen voor verschillende
sociale posities of status binnen een groep of samenleving. Het bevat
gestructureerde en terugkerende patronen van ongelijke verdeling
van goederen, rijkdom, mogelijkheden, beloningen en straffen.
Armoede= het niet kunnen voorzien in primaire levensmiddelen (gezondheid, eten, wonen..)
Hierdoor kunnen ze vaak niet deelnemen aan het sociale leven.
Domeinen van armoede
- drempel
- gezin
- vrije tijd
- onderwijs
- arbeid
- wonen
- gezondheid
door een tekort aan financiële middelen moet men de gezondheidszorgen uitstellen
meer fysieke en mentale gezondheidsproblemen dan anderen
meer chronische aandoeningen
vertonen vaak risicovol of ongezond gedrag
hogere kans op vroeg sterfte
meer kans op depressie
Leerdoel 1 De gezondheidsverschillen in de bevolking
De bevolking van een land leeft langer naarmate het land rijker is (op enkele uitzonderingen
na). Personen met een betere omgeving en die meer kunnen genieten van sociale en
culturele factoren hebben meestal een betere gezondheid en personen die tot een
minderheid in de maatschappij behoren zijn vaker ziek en overlijden op jongere leeftijd dan
de meerderheidsbevolking.
De maatschappelijke determinanten van gezondheid
- de sociaaleconomische status
het sociale veroorzakingsmodel
social drift
- de omgeving waarin mensen worden geboren, opgroeien, leven, werken en ouder worden
- de fysieke omgeving en materiële omstandigheden
- sociale omgeving en psychosociale omstandigheden
- de gezondheidszorg
- leefstijl en stress
De sociale positie wordt bepaald door de sociaaleconomische positie, etniciteit en geslacht.
De sociaaleconomische status wordt uitgedrukt in opleiding, beroepsstatus of inkomen.
Jager-verzamelaar
- trokken rond en namen al hun bezit mee, de overlevingswaarde hing vaak af van de
technologie van het maken van gereedschappen
- calorie-inname stond voorop, belangrijkste stressoren waren van korte duur en hadden
twee alternatieven: vluchten of vechten
- mensen werden niet oud: gemiddeld 35 jaar, de kindersterfte was zeer hoog. Veel mensen
overleden aan infectieziekte