100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting volledig vak zingeving

Rating
5.0
(1)
Sold
6
Pages
35
Uploaded on
30-06-2022
Written in
2021/2022

Volledige samenvatting zingeving adv de ppt's, cursus en notities.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 30, 2022
Number of pages
35
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hstk 1: De mens binnen zijn tijd: hoe tijdsgeesten
het zelfbeeld en handelen van mensen beïnvloeden
en uitdagen.
1. Hoe functioneren levensvisies en referentiekaders in de
samenleving?
1.1. Hoe een ‘mensbeeld’ ons leven beïnvloedt
Mensbeeld
= Wat veel mensen spontaan denken over hoe mensen moeten zijn en handelen, wat ‘normaal’ is
- hoe mensen er moeten uitzien
- wat mensen moeten denken
- hoe mensen moeten handelen
= Het beeld dat mensen hebben over de waarde v/e groep mensen en aan welke normen ze moeten
beantwoorden (mannen / vrouwen / jongeren / volwassenen / …)
› Mensbeeld van individuele mensen & v/d maatschappij kan veranderen, evolueren!
› Kan beinvloed w door elkaar versterkende mechanismen: vooroordelen en veralgemening
› Gevoelens voor een persoon  mensbeeld (bv Noor is sympathiek) = nuancering
 Het beïnvloedt (on)bewust hoe je naar jezelf én naar anderen kijkt, wat je van jezelf én anderen verwacht, hoe je
hen behandelt (verhouding tussen mensen), …
 Bep in grote mate je zelfbeeld.


4 hulpvragen voor beantwoorden van hoofdvraag:
› Hoe hoort een mens zich te gedragen?
› Hoe hoort een mens te zijn?
› Wat verwacht ik van een ‘normale’ mens?
› Aan welke (ook impliciete) normen moet een mens voldoen?


1.2. Over normen, waarden en referentiekaders
Referentiekader
= Een geheel van kennis, verklaringen en meningen dat mensen helpt om zaken en ervaringen in het leven te
begrijpen (= weten wat het is) en te weten hoe ze ermee moeten omgaan.
› Wat je waardevol en/of ‘normaal’ vindt, wordt mede bep door je referentiekader
 Beinvloed kijk op de wereld/dingen

Hoe wordt dit gevormd?
› Wat je onbewust overneemt uit je sociale situatie (werk, buurt, vrienden, …)
› Wat je onbewust overneemt uit je opvoeding, onderwijs en de tijdsgeest.
› Door bewuste keuzes te maken: zich verzetten tegen een bepaald referentiekader of het je bewust eigen maken


Normen
= Normen zijn gebruiken, gewoonten, afspraken, voorschriften, regels, wetten, … die (ze zichzelf) voorschrijven
hoe een mens zich moet gedragen en/of hoe hij moet denken.

 Normen worden ingesteld om waarden te beschermen en te realiseren
(= te laten bestaan, te laten ontstaan want waarden op zich, bestaan niet)




1
Zingeving Manon Stroobant

,Verschillende normen:
› Altijd gesanctioneerd
- Positief -> beloning, waardering, pluim, …
- Negatief -> straf, boete, waarschuwing, minachting, berisping, opmerking, …
› Geboden (= schrijven voor wat je moet doen of denken )
Verboden (= wat je niet mag doen of denken)
› Expliciet (uitdrukkelijk verwoord, geschreven, gepubliceerd, …)
Impliciet (je voelt dat het zo hoort, men neemt aan dat je dat wel weet,…)
› Concrete normen (heel concreet beschrijven welk gedrag gewenst is in die concrete situatie)
Gezindheidsnormen (beschrijven eerder algemeen, een mentaliteit) -> gelden overal en altijd
› Normen kan je jezelf opleggen of kunnen opgelegd worden door anderen


Waarden en onwaarden
Waarden:
= Dat wat mensen spontaan positief vinden, iets dat ze waardevol vinden, iets wat mensen de moeite waard
vinden om te realiseren.
 Bestaan niet op zichzelf, bestaan enkel als mensen ze realiseren

Voorbeelden:
Liefde, gezondheid, veiligheid, vertrouwen, dankbaarheid, vrijheid, genot, eerlijkheid, vrede, respect,
geborgenheid, integriteit, waardering, geluk, welzijn, verbondenheid, natuur, geduld, gelijkwaardigheid,
comfort, bezit, …

Onwaarden:
= Dat wat mensen spontaan negatief, slecht vinden en dat ze daarom zo veel mogelijk willen vermijden.
 Niet alles in het leven vinden we waardevol

Voorbeelden:
Haat, ongeduld, ziekte, wantrouwen, onvrijheid, pijn, leugen, oorlog, minachting, twist, schending, onveiligheid,
onverschilligheid, negatieve discriminatie, uitsluiting, tekort, armoede, angst, verdriet, vernieling,
machtsmisbruik, geweld, onderdrukking, …

Een waardeschaal (of waardeladder)
› Een (on)bewuste rangschikking van waarden volgens belangrijkheid.
› Een waardeschaal beïnvloedt je keuzes, beslissingen en handelen

› Keuze  spontaan de waarden en onwaarden vergelijken die bij elke optie horen + met elkaar afwegen 
meestal waarde die volgens jou belangrijkste is realiseren  andere waarden moet je laten gaan (“kiezen is
verliezen”)


Verband tussen normen en waarden
Waarden zijn kwetsbaar, als mensen ze niet nastreven, zijn ze er ook niet!
Daarom stellen mensen normen in om die waarden te kunnen realiseren.


Samengevat:
Wat je doet en welke keuzes je maakt, wordt beïnvloed door de plaats die de waarden hebben op je persoonlijke
waardeschaal & welke normen jij belangrijk vindt




2
Zingeving Manon Stroobant

,1.3. Hoe een ‘wereldbeeld’ ons gedrag beïnvloedt
Wereldbeeld
= Wat veel mensen spontaan denken over hoe de mens zich moet verhouden tegenover de aarde en de dieren, de
natuur, de elementen, de grondstoffen, water, …/ wat ‘normaal’ is in de omgang met de aarde, natuur en dieren
› Is veranderbaar & kan evolueren zowel voor individuele mensen als van de maatschappij
 Je wereldbeeld beïnvloedt (on)bewust hoe je naar de natuur en dieren kijkt, hoe je natuur en dieren behandelt,
welk gedrag je van jezelf én andere mensen op dit vlak verwacht, …

3 vers ‘modellen’ om wereldbeelden te beschrijven:
1. Radicaal antropocentrisme:
› Mens centraal, absoluut, superieur
› Dier/natuur ≠ moreel object 1
› Dier/natuur = gebruiksvoorwerp
› Mens staat ‘boven’ de natuur en mag de aarde gebruiken naar zijn goeddunken.
› Mens die de aarde uitbuit naar eigen belang, dieren en/of natuur geweld aandoet, is daarom geen slecht
mens/ethisch slecht bezig.

2. (Radicaal) zoöcentrisme en ecocentrisme
› Natuur maximaal centraal
› Dier/natuur = moreel object
› Mens staat niet ‘boven’ de natuur
› Mens die de aarde uitbuit, dieren en/of natuur geweld aandoet, is daarom wél een slecht mens.
 Ecocentrisme
- Aarde centraal
- De aarde is ‘ons huis’

 Zoöcentrisme
- Dieren centraal
- De dieren zijn levende wezens die gelijkwaardig zijn aan de mens.

3. Gematigd antropocentrisme
› Mens centraal, maar NIET absoluut, superieur
› Dier/natuur = moreel object
› Mens verantwoordelijk voor de aarde, niet ‘boven’ de natuur
› Mens mag leven van en met de aarde, maar respecteert die maximaal en zal die minimaal schade berokkenen
› Mens die de aarde uitbuit, dieren en/of natuur geweld aandoet, is daarom wél een slecht mens.

1.4. Hoe een ‘godsbeeld’ ons denken en handelen beïnvloedt
Godsbeeld
= Wat veel mensen spontaan denken over hoe de geesten, goden, godinnen of God is/ hoe de relatie tussen de
mens en de Overstijgende werkelijkheid is of zou moeten zijn
› Elke mens  een bep godbeeld (ook atheïstisten)  hebben ve beeld van wat volgens jou bedoeld wordt met
het begrip ‘God’  je kiest ervoor om in dat beeld (niet) te geloven
 - beïnvloedt (on)bewust je MB en WB
- hoe je naar (het leven) (je)zelf kijkt
- hoe je omgaat met anderen en natuur, de samenleving
- hoe de mens zich gedraagt, welke keuzes hij maakt
- hoe de mens antwoord geeft op levensvragen (leven na de dood)

Voorbeelden godsbeelden:
› Animisme = Geloven dat alles in de natuur bezield is door geesten
1
Moreel object = wie hen nadeel berokkent, is ethisch slecht bezig.

3
Zingeving Manon Stroobant

, › Polytheïsme = voor elk levend geheel is er een ‘gespecialiseerde’ godheid
› Een atheïsme  atheïst = is een persoon die het bestaan van een godheid radicaal afwijst.
› Een agnost = is een persoon die stelt dat hij gewoon niet kan weten of er al dan niet een God is/kan zijn.
› “God als de macht die de wereld beheerst” = legitimatie van eigen politiek
› “God als de Schepper, letterlijke maker van de wereld” = legitimatie van radicaal antropocentrisme
 Creationisten = mensen die scheppingsverhalen letterlijk lezen en daarom big bang-theorie en evolutieleer
afwijzen
 Externe kritiek = mensen die denken dat de scheppingsverhalen letterlijk bedoeld zijn en precies daarom
alle godsdiensten afwijzen
› “God als de Schepper” = beeldende taal voor de overstijgende Liefde die het leven wil en draagt
 Ondanks-toch-gelovigen = mensen die scheppingsverhalen niet letterlijk maar wel symbolisch lezen als
een mythe over Gods droom met de wereld en als oproep tot gematigd antropocentrisme
Voorbeeld:
Georges Lemaître (1894 – 1966), Belgisch priester, astronoom, kosmoloog, wiskundige en natuurkundige
die in 1931 de grondlegger is van de oerknaltheorie

› “God als degene die zondaars straft” en dus rechtstreeks ingrijpt in de wereld = God als verklaring voor de
‘gaatjes in de wetenschap’
 rechtlijnig gelovigen die Bijbel letterlijk, statisch en gesloten interpreteren

› de natuur als een goddelijk wezen dat mens kan straffen”, de natuur neemt wraak op de mens omwille van zijn
misbruik van de aarde”
 animisme of polytheïsme

› “God als degene die mensen laat lijden” = sadistische God
 mensen (in externe kritiek) die God zien als een almachtig wezen dat aarde beheerst.
 Precies daarom zijn ze kwaad op God weigeren ze / kunnen ze niet meer geloven in God

› “God is niet aanwezig in het kwaad maar handelt door diegenen die vechten tegen het kwaad” = God als Liefde
én tegelijkertijd als appel
 ondanks-toch-gelovigen


Verband tussen wereldbeeld en godsbeeld (meer bepaald animisme)
ANIMISME 2


= Geloven dat alles in de natuur bezield is door geesten.
› Deze geesten kunnen rechtstreeks ingrijpen in het leven. Daarom moet je hen gunstig stemmen.
› De sjamaan/medicijnman kan met de geesten in contact komen en bemiddelen tussen mensen en geesten
Kracht:
› groot gevoel van verbondenheid en verantwoordelijkheid
› veel respect voor de natuur
Risico’s:
› angst voor de geesten die je goed of slechtgezind kunnen zijn
› machtsmisbruik door wie het in deze religie voor het zeggen hebben.

Voorbeelden:
› in Afrika: “Ebola veroorzaakt door boze geesten”
- Dat een nooit eerder gekende ziekte van dien aard wel het resultaat moet zijn v/e vloek of boze geesten.
› Wicca: moderne hekserij in de Westerse samenleving:
- Ze organiseren zich in groepen of covens
- Ze vereren de God en de Godin
- Ze zien de natuur zelf als de goddelijke inspiratiebron voor hun leven




2
Deel van hfstk 3  punt 5

4
Zingeving Manon Stroobant

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
2 year ago

often only learned thanks to a summary, successful quickly...

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
ManonStroobant Odisee Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
64
Member since
3 year
Number of followers
26
Documents
40
Last sold
1 month ago

3.8

18 reviews

5
6
4
5
3
5
2
2
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions